10 november 2017

Begroting 2018: Im Westen nichts Neues

Morgen, op 11 november is het ‘armistice’, wapenstilstandsdag. Sinds 1918 herdenken we het einde van De Grote Oorlog, die ongeveer 8,5 miljoen mensenlevens heeft geëist. Voor het eerst was er een persdienst aan het front met een uitvoerige verslaglegging voor de mensen thuis, maar door de loopgravenoorlog gebeurde er soms maandenlang vrijwel niets. ‘Im Westen nichts Neues’, geen nieuws. Dat was dan de berichtgeving.

De najaarsnota opent hier ook mee: behoedzaamheid, voorzichtigheid, geen grote nieuwe investeringen. De paarden en torens worden op het schaakbord geplaatst: Thermphos, Deltadividend, het provinciefonds en een zero-based begroting. Dat is ‘Im Westen nichts Neues’.

De begroting begint behoedzaam met de woorden ‘Zeeland staat voor grote uitdagingen’. Zeeland is in transitie, we moeten met de beperkte middelen de juiste keuzes maken en ‘ondanks de financiële onzekerheid blijft het – gezien de uitdagingen waar Zeeland voor staat – van het grootste belang om te blijven investeren’. Dat is de periode van de opbouw, vertrouwen in de toekomst. Daar is het CDA het van harte mee eens. Deze periode kan het verschil maken om uiteindelijk goed beslagen de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan.

Het CDA heeft om dat te bereiken vier grote prioriteiten:

1. Versterking van de arbeidsmarkt, groei van de economie en een betere (digitale) infrastructuur

Voor het CDA is het ongelooflijk belangrijk dat de focus wordt gelegd op de economische ontwikkeling. De krapte op de arbeidsmarkt belemmert de groei van de Zeeuwse economie. Voldoende goede arbeidskrachten zijn immers cruciaal voor een bloeiend Zeeuws bedrijfsleven en daarmee voor de economische groei in Zeeland. Compliment voor Zichtbaar Zeeland: de initiatieven daarin omarmen we! Maar wat het CDA betreft mag het nog meer. De arbeidsmarktcampagne mag nog veel intensiever: verbeter het vestigingsbeleid voor bedrijven verder, werk samen met Economische Impuls Zeeland, Brabant en de Zeeuwse Connectie.

Het CDA heeft voor de arbeidsmarkt twee speerpunten: jongeren en familiebedrijven.

Jongeren moeten Zeeland gaan zien als dé ‘place to be’. Wonen, werken, gezinsleven, scholen, sporten en tegen de wind in fietsen! Op dit moment is er een mismatch tussen vraag en aanbod in werkgelegenheid: er is veel werk, maar niet overal en niet voor iedereen. Daarbij is het lastig voor jonge stellen om met zijn tweeën hier werk vinden. Het CDA heeft daarom een aantal vragen:

  • Hoe gaat de provincie om met deze problematiek?
  • Kunnen we in Zeeland organiseren (wat men elders ook doet) dat er een ‘partnerpoule’ wordt opgezet?
  • Wat gaat u doen om de Zeeuwse Connectie te ondersteunen?

Het tweede speerpunt zijn familiebedrijven, de belangrijkste pijler van de Zeeuwse economie.
Circa 70% van alle bedrijven in Zeeland valt onder deze noemer en vormen met elkaar de sterke, taaie, ruggengraat van de Zeeuwse economie. Mede doordat eigenaren van familiebedrijven het bedrijf goed willen doorgeven aan volgende generaties zijn familiebedrijven goed voor continuïteit, voor de lange termijn en maatschappelijk ondernemen. Governance en opvolging zijn hierbij de grote uitdagingen binnen familiebedrijven.

Het CDA is dan ook blij om in de antwoorden van onze schriftelijke vragen over familiebedrijven te lezen dat GS zich in willen zetten voor aandacht voor familiebedrijven in bestaande curricula op de HZ University, Scalda en het UCR. Het CDA hoort graag hoe ze invulling gaan geven aan deze toezegging. Het CDA wil in ieder geval binnenkort een themabijeenkomst organiseren voor deze specifieke uitdagingen. We nodigen u, collega’s, daarvoor van harte uit!

Voor het CDA is de versterking van de arbeidsmarkt een dermate belangrijke ontwikkelingsfactor dat het eigenlijk behoort tot de prioritaire opgaven voor Zeeland. Ook het rapport Balkenende wijst hierop. Het CDA hoort graag hoe GS hier tegenover staat en of hierin voorstellen van GS zijn te verwachten om een beroep te doen op het regiofonds van het nieuwe Kabinet, waarin regionale ontwikkeling het speerpunt is (en Zeeland apart benoemd wordt). Of ziet GS andere mogelijkheden (bijvoorbeeld het arbeidspotentieel van de forensen die buiten Zeeland werken van 40.000 personen)?

Met het oog op de aandacht voor de versterking van de arbeidsmarkt zal het bezoek van de vaste Kamercommissie Economische Zaken op zijn plaats zijn. Wanneer deze naar Zeeland komen en gebruik maken van de A58 moeten ze niet vastlopen rondom Bergen op Zoom, de bekende bottleneck van Zeeland. Vooral als Rijkswaterstaat op de piekdagen van de toeristische drukte gaat werken aan de weg. Het CDA wil de samenwerking met Noord-Brabant bevorderen om het knelpunt van de toegang/uitgang naar Zeeland op te lossen, vooral nu de A58 ook in het regeerakkoord is genoemd. Wellicht komt de Kamercommissie via het Hellegatsplein. In dat geval treffen ze de N59 in het regeerakkoord aan, waarvoor het CDA de provincie oproepen tot verbetering in samenwerking met het Rijk.

U ziet, er leiden vele wegen naar Rome, al die wegen verdienen verbetering. Zelfs de digitale infrastructuur. Het CDA is blij met de stappen die gezet zijn door de provincie om de digitale infrastructuur te verbeteren en roept op om dit door te zetten. Het CDA hoort graag van GS wat de concrete plannen voor het verder verbeteren van de digitale infrastructuur. Net als bij de fysieke digitale infrastructuur, willen we met het ‘Zeeland Open Netwerk’ Zeeland nog beter op de digitale kaart zetten. Het combineren van big data van verschillende (Zeeuwse) partijen kan oplossingen bieden aan uitdagingen van nu en in de toekomst. Het CDA steunt deze ontwikkeling van harte en hoopt dat dit initiatief leidt tot het verder versterken van Zeeland als vestigingsregio.

Fervent gebruikers van de fysieke infrastructuur zijn de bussen die over die wegen rijden, het openbaar vervoer. Dit onderwerp levert altijd veel vragen op, zowel buiten dit huis (scholen, werkgevers) als binnen dit huis (collega’s) in de Staten van Zeeland. Kan GS onderzoeken of en hoe we een ander OV-aanbod kunnen ontwikkelen en daarmee een structureel andere manier om met de vervoersbehoefte om te gaan? Het CDA roept GS op om hierin ook het grensoverschrijdende verkeer mee te nemen, zowel over de landsgrens naar Vlaanderen, als over de provinciegrens naar Noord-Brabant en Zuid-Holland. Scholieren hebben van beide ‘grenzen’ last als het openbaar vervoer niet vloeiend op elkaar aansluit. Daarnaast ziet het CDA mogelijkheden voor een pilot met autonome elektrische auto’s in Zeeland. Hét concept van de toekomst.

2. De Zeeuwse energietransitie en innovatie van de landbouw als internationaal exportproduct

De wereld mooier achterlaten dan dat we haar aantreffen’, dat is de kern van de CDA-visie op de wereld. Deze doelstelling op zich is al een uitdaging, maar het past wel bij het doel van de energietransitie. Lokaal maatwerk is hierbij wat het CDA betreft de sleutel. Draagvlak is het ijzer waarvan we de sleutel smeden. De energietransitie wordt zo gekoppeld aan de ‘kwaliteit van leven’, ook bij kleinschalige initiatieven op het platteland. Het CDA heeft een aantal vragen aan GS over dit onderwerp:

  • Op welke wijze kunnen wij Zeeland tot dé innovatieprovincie in de energietransitie maken?
  • Welk samenwerkingsverband kunnen we daartoe aangaan met het Rijk?
  • Hoe kunnen wij de hiermee gepaard gaande innovaties in Zeeland benutten als exportproduct? Denk daarbij aan zon, wind en getijde, maar ook aan waterveiligheid. Kan het nieuwe Joint Research Center daarin straks een rol spelen?

Een energiekansenkaart zal ons zeker helpen in het uitvoering geven aan een koploperspositie: inzicht krijgen in de mogelijkheden die er zijn op het gebied van hernieuwbare en duurzame energiebronnen. Dat is wat het CDA wil.

Voor het CDA is Smart Delta Resources (SDR) altijd een belangrijk speerpunt geweest. Hoe kan je bestaande industrie helpen om te verduurzamen zonder dat de concurrentiepositie van de industrie verslechtert of zelfs verbeteren. Het instellen van een industrieel infrastructuurfonds is dringend gewenst en de realisatie daarvan vindt het CDA positief. Ook SDR kan een export artikel zijn, waarvan de bakermat in Zeeland ligt. Het CDA vraagt aan GS om zich te richten op het opheffen van allerlei praktische beletselen die dit soort innovaties omkleden: oude wetgeving die nieuwe innovatieve toepassingen belemmert. Gebruik daarbij het netwerk in Den Haag om daar iets in beweging te zetten.

Een onderdeel van innovatie als exportproduct is ook het omgaan met zoet water. Wereldwijd speelt het probleem van de verhouding tussen zoet en zout water. Hierbij kunnen modellen over omgaan met zoet-zout en de interactie tussen beide een voorbeeld voor de rest van de wereld zijn. Verzilting is het wereldwijde vraagstuk van vandaag en van de toekomst. Het CDA wenst dan ook een Zeeuws Deltaplan Zoetwater. We dienen daarvoor een motie in met de vraag om samen met relevante stakeholders – zoals het Waterschap en ZLTO – te komen tot een Zeeuws Deltaplan Zoetwater, waarin een samenhangende aanpak voor voldoende zoet water en een goede waterkwaliteit wordt geborgd. 

Voor innovatie denken wij tenslotte ook aan verbeteringen in de landbouw en de natuur. Benut deze kennis als exportproduct van Zeeland. De ‘Nationale Bijenstrategie’ is een dergelijke verbetering waarbij de kern is dat insecten onmisbaar zijn voor de bestuiving van voedselgewassen (35% is een bestuivingsgewas). Het CDA ziet graag dat Zeeland als food- en agro-provincie deze Nationale Bijenstrategie een versnelling geeft. Wil GS deze strategie ondersteunen of zelfs als eerste provincie medeondertekenen en daarmee de strategie en het actieprogramma een onderdeel laten maken van de innovatie op het gebied van voedselproductie?

3. Onderwijs en cultuur

We hebben in Zeeland op alle niveaus goed onderwijs, maar zowel de kwantiteit als kwaliteit staan in verschillende plaatsen onder druk. Daarbij denken we onder meer aan het VO in Zeeuws-Vlaanderen en aan het groene onderwijs. De extra aandacht die hieraan wordt gegeven juicht het CDA van harte toe. Dit geldt tevens voor het rapport Smit over het onderwijs in Zeeuws Vlaanderen. Hoe dan ook, er moet voortgezet onderwijs blijven in Zeeuws-Vlaanderen. Ook groen onderwijs is bij uitstek iets waar Zeeland zijn innovatie vorm kan geven. Campus Zeeland, het Joint Research Center en Techniekonderwijs, voorbeelden van pareltjes die verder moeten groeien. De investeringen in de begroting passen uitstekend in de doelstelling om tot innovatie te komen en Zeeland verder als kennisregio te ontwikkelen. Wij willen als Staten graag actief meedenken in de verdere stappen en verzoeken het college van GS om ons hierbij optimaal te betrekken.

Het CDA is positief over de aandacht die bij het cultureel erfgoed wordt gegeven aan beeldbepalende monumenten. Dit draagt bij aan de waardering voor Zeeland van 'nieuwe Zeeuwen' die met verbazing zien hoe mooi onze Zeeuwse binnensteden zijn, hoe mooi de beeldbepalende oude boerderijen in het landschap liggen en hoe toppers van de landelijke monumentenlijst hier behouden en bewaard worden. Een voorbeeld hiervan is de Oostkerk. Goed dat er in 2019 en 2020 de benodigde middelen voor het fonds worden gevonden. Wellicht dat u – indien nodig – nog iets kunt verschuiven als de oplossing voor het gehele fonds al in 2018 aan de orde is.

4. Financiën/bestuur

 Het CDA is verheugd dat Zeeland proeftuin is voor de bestuurlijke vernieuwing. Graag hoort het CDA wat vooralsnog de resultaten zijn van deze proeftuin. Het CDA heeft veel verwachtingen van de bestuurlijke vernieuwing en willen dat graag samen met alle partijen doen.

Wat betreft de begroting: vorig jaar hebben we al gevraagd om een scherpere beschrijving van wat we precies gaan doen en waar we geld aan willen uitgeven. Het CDA vindt dat dit nog steeds niet goed uit de verf komt bij de maatschappelijke opgaven. Blijkbaar is het moeilijk om – in samenwerking met anderen – aan te geven wat de provincie wil. Toch is dat wat Provinciale Staten nodig heeft, maar niet op dezelfde manier als vroeger. De Rekenkamer heeft hier goede voorzetten voor gedaan – meer kaderstellend aan de voorkant in het netwerk – en de auditcommissie biedt aan om stapsgewijs het komende jaar de maatschappelijke opgaven te doorlopen. Daarnaast is geadviseerd om beter en preciezer aan te geven wat de kaders zijn die PS willen meegeven. Het CDA werkt hier graag aan mee om tot een betere netwerksturing te komen.

Tenslotte Thermphos en de implementatie van het advies Samsom. Hoe groot de opgave ook is, hoe zwaar die ook op onze schouders drukt, hoe noodzakelijk het ook is dat dit gebeurt en hoe hard het ook is: we moeten het doen. Punt.

  • We willen zélf dat het probleem opgelost wordt;
  • We willen dit doen mét de andere partijen;
  • We willen de betrokkenheid van Europa bij dit dossier;
  • We willen samen de lasten delen, en dus ook de opbrengsten daarna.

Het CDA steunt daarom het beschikbaar stellen van de benodigde middelen. Daarbij zijn wij verheugd dat er ruimte in de investeringsagenda blijft. De noodzaak van deze investeringsagenda is in het rapport Balkenende nadrukkelijk aangeduid. Last but not least vindt het CDA een verhoging van de motorrijtuigenbelasting niet acceptabel.

De gekozen dekking – optie 3 – is voor het CDA de minst slechte optie. Uitsmeren over 15 jaar, bestemmingsreserves gebruiken en de algemene reserve benutten en deze vervolgens in 15 jaar weer opbouwen. Daar kunnen we mee leven, zij het dat dit links om of rechts om invloed (lees: beperkingen) heeft op wat Zeeland kan investeren in nieuwe ontwikkelingen. Daarom een zeer dringende oproep aan GS om het uiterste te doen om de gemiste gelden in het Provinciefonds aangevuld te krijgen. Dan blijft de schade nog beperkt.

Deze bijdrage is gestart met ‘In het Westen geen nieuws’. Na een zero-based begroting en de gevolgen van Thermphos kunnen we dat ook niet verwachten. Toch zien wij al licht aan de horizon. De financiële beheersing is er, de lijnen zijn goed uitgezet, de maatschappelijke opgave laat ons gezamenlijk een stap verder doen en de ambities zijn goed.

Er gloort licht. Nieuws in het Zuidwesten!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.