03 november 2017

Bijdrage voorstel Netwerksturing Energietransitie

Voorzitter,

“The best argument against democracy is a five-minute conversation with the average voter” is één van de fameuze uitspraken van Winston Churchill. Zou Churchill anno 2017 wellicht iets soortgelijks zeggen over netwerksturing? Toch maakt de CDA-fractie vandaag de expliciete keuze voor netwerksturing als het gaat om energietransitie. Het CDA vindt namelijk dat de energietransitie zoveel mogelijk vanuit de samenleving zelf – via gedrag, houding en acceptatie – plaats moet vinden. Juist de betrokkenheid en inzet van de gemiddelde kiezer, de hardwerkende Zeeuw, is onmisbaar als we het gemeenschappelijke doel – een klimaatneutraal Zeeland in 2050 – willen bereiken. Is het dan geen gemiste kans als we de openbare bijeenkomsten allemaal op middagen organiseren als Henk en Ingrid, ik bedoel natuurlijk Jan & Johanna, aan het werk zijn? Straks zijn er op deze bijeenkomsten alleen mensen die beroepshalve betrokken zijn. In een breder perspectief: bij netwerksturing is het juist van belang – zo citeer ik de Rekenkamer Zeeland – om niet alleen de ‘usual suspects’, zijnde de traditionele beleidspartners en een vaste kern van insprekers en bezwaarmakers, maar ook de andere en minder voor de hand liggende actoren te benaderen om te participeren. Welke type organisaties kunnen meedoen en op welke manier? Kan men zich ook zelf aanmelden en wat zijn dan de voorwaarden? Wat zijn de rechten en verplichtingen van de partijen t.o.v. elkaar? Kan een partij er ook weer uit? Zo ja, op welke voorwaarden? Dat zijn al een aantal vragen die bij de CDA-fractie op zijn gekomen en die eigenlijk in alle gevallen van netwerksturing (wat ons betreft) beantwoord zouden moeten worden.

Voorzitter, het is goed dat we vandaag – hoewel de startbijeenkomst al achter de rug is en er al heel wat andere bijeenkomsten binnenkort plaatsvinden – deze notitie over netwerksturing bespreken. Het gaat nu dus over het proces en niet over de inhoud. Het is weliswaar verleidelijk om het over de inhoud te hebben, de meeste politici horen zichzelf immers graag praten, maar we komen daar de komende jaren nog veelvuldig over te spreken. Bovendien hebben we onder meer in de Economische Agenda reeds de kaders voor het energiebeleid vastgesteld. Qua proces hebben we het over de concrete invulling van netwerksturing en ook daarbij kan een soort van ‘trekker’ nodig zijn. Is de provincie wat betreft energietransitie in Zeeland – volgens de gedeputeerde – de partij die dat kan doen en worden we in die rol door anderen geaccepteerd? Of moet dat andere partij, wellicht een externe onafhankelijke, zijn? Vooraf zou ook duidelijk moeten worden afgesproken wie tijdens het proces waarover welke besluiten mag nemen en welke partijen daarbij nog een aanvullende (bijvoorbeeld adviserende) rol hebben. Verder vraagt de CDA-fractie zich af of er regelmatig (bijvoorbeeld eens per jaar) evaluatiemomenten met een vaste agenda zijn? Daarnaast denkt de CDA-fractie ook aan de (proces)kosten en de verdeling daarvan. Wellicht kan de gedeputeerde daar iets over zeggen. In elk geval hebben we in het statenvoorstel kunnen lezen dat de proceskosten van de energiedialoog kunnen worden gedekt uit de reeds toegekende middelen voor de opgaven energietransitie. 

Voorzitter, het is ten slotte belangrijk dat er goed nagedacht wordt over de communicatie. Het antwoord in dit statenvoorstel op de vraag hoe PS wordt geïnformeerd, kan in elk geval op instemming van de CDA-fractie rekenen. Wij gaan dus akkoord met de voorgestelde netwerkaanpak en de genoemde tijdsplanning. De ambitie is groot en de energietransitie in Zeeland zal de komende decennia een veeleisende en moeilijke klus worden, maar de CDA-fractie is daarover optimistisch. Zoals Churchill al zei: “The pessimist sees difficulty in every opportunity. The optimist sees the opportunity in every difficulty.”

Jeffrey Oudeman

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.