29 januari 2022

CDA uit zorgen over verontreiniging en mogelijke gezondheidsrisico's ontpoldering

Zaterdag 29 januari - HEDWIGEPOLDER - Gedurende de commissie Ruimte van vrijdag 28 januari is medegedeeld dat de ontpoldering van de Hedwigepolder een jaar eerder doorgang vindt dan gepland; voor de aanstaande winter zullen de voormalige polders onder water lopen. De CDA Statenfractie is verrast door deze mededeling aangezien er binnen de Provinciale Staten nog zorgen bestaan omtrent het verontreinigde Scheldewater dat hiervoor gebruikt zal worden.

 De CDA Statenfractie stelt daarom de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:

  • Kan GS uitleggen hoe in een dusdanig groot project als de ontpoldering van de Hedwigepolder, een jaar tijd gewonnen kan worden?

GS hebben meermaals aangeven dat er geen dijken meer worden afgegraven als de polder mogelijk wordt verontreinigd.

  • In hoeverre kan GS garanderen dat de polders niet (verder) verontreinigd zullen raken?
  • Op welke wijze gaat GS hierop toezien? Welke garanties zijn er te geven?

Vorig jaar is professor Jacob de Boer door een parlementaire onderzoekscommissie in Vlaanderen gevraagd om als deskundige inzichten te geven in het PFAS-gehalte van de Westerschelde. Zijn boodschap is duidelijk: er bestaat een grote kans dat de verontreiniging tot in Zeeuws-Vlaanderen en West-Brabant zich uitstrekt. Aanvullend onderzoek en waken over Nieuw Namen en omgeving is raadzaam.

  • Hoe legt GS de woorden van professor de Boer uit? Waarom wordt dit advies niet opgevolgd?
  • Heeft GS een duidelijk beeld van de nulsituatie waarop ‘niet verder gereinigd’ wordt gestaafd?

De CDA-fractie weet dat de verantwoordelijkheid bij het Rijk ligt en dat de provincie Zeeland slechts uitvoert.

  • Wie bepaalt of er sprake is van een verslechtering van de situatie als het gaat om verontreiniging? In hoeverre kan GS zich daar een eigen beeld van vormen?

 

Foto: Trouw

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.