03 maart 2020

Gesprek marinierskazerne: niet kiezen voor Vlissingen een onbegrijpelijke beslissing

Dinsdag 3 maart 2020 - MIDDELBURG - Vanavond is er overleg geweest tussen het bestuur van het CDA Zeeland, de CDA Statenfractie, de gemeenteraadsfractie van het CDA Vlissingen, vertegenwoordigers van de CDA Tweede Kamerfractie en de ministers Bijleveld en Knops. 

Duidelijk en in klare taal is in de richting van de CDA Tweede Kamerfractie en de bewindspersonen nogmaals verwoord dat men in Zeeland zeer boos en teleurgesteld is over de gang van zaken. Men voelt zich ronduit bedonderd door de staatssecretaris, doordat zij al bezig was met alternatieven, terwijl totaal iets anders werd gecommuniceerd naar collegabestuurders in Zeeland. 

Daarnaast leven vele vragen over de onderbouwing van het voorgenomen besluit. 

Ondanks dat er wel iets meer aan toelichting is gegeven, blijven er veel vragen over voor de Zeeuwse CDA’ers. De CDA Statenfractie zal morgen in de Statenvergadering dan ook aandringen op een formele brief naar het Kabinet waarin wordt gevraagd de onderbouwing van het voorgenomen besluit nader toe te lichten. Voor het CDA in Zeeland blijft het niet kiezen voor Vlissingen tot op heden een onbegrijpelijke beslissing.  

Benadrukt is dat het voorgenomen besluit van het Kabinet onlosmakelijk is verbonden met de compensatie voor Zeeland. 

Benadrukt is dat het voorgenomen besluit van het Kabinet onlosmakelijk is verbonden met de compensatie voor Zeeland. Dat maakt dat in het gesprek herhaald is dat de compensatie fors moet zijn, dat gemaakte kosten ruim gecompenseerd moeten worden en de compensatie dezelfde effecten moet hebben als die met de kazerne waren beoogd.  

Op woensdag 18 maart organiseert het CDA een ledenbijeenkomst in Zeeland. Daar zullen in ieder geval vice-premier Hugo de Jonge, fractievoorzitter Pieter Heerma, defensiewoordvoerder Martijn van Helvert en het Zeeuws CDA-kamerlid Joba van den Berg bij aanwezig zijn. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.