08 maart 2017

Voorstel provinciaal aanwijzingsbesluit zet doorstroming Rotterdamse woningmarkt op slot

UPDATE Mede dankzij de stevige inbreng van het CDA tijdens de Statencommissie is het voorbereidingsbesluit voor de woningmarkt in de regio Rotterdam van de baan.

Vandaag bespreekt de commissie Ruimte en Leefomgeving van Provinciale Staten van Zuid-Holland een voorstel van de Statenfracties van SP, GroenLinks en PvdA. Zij stellen voor om Rotterdam en omliggende gemeenten gedurende een half jaar toestemming te laten vragen aan de provincie voor de meeste bouw- en sloopplannen. Dit als reactie op de Woonvisie Rotterdam, die het mogelijk moet maken meer evenwicht te brengen in de samenstelling van een flink aantal wijken op Rotterdam-Zuid.

Volgens de drie linkse fracties is er nog teveel onzekerheid over de beschikbaarheid van sociale huurwoningen in de regio Rotterdam wanneer de Woonvisie eenmaal is uitgevoerd. Op het eerste gezicht een redelijke zorg. Echter, naast dat de manier waarop de drie provinciale linkse fracties willen sturen gebaseerd is op wantrouwen in plaats van op vertrouwen, roept de timing de nodige vragen op. Aankomende zomer is er namelijk voor de Statenfracties alle gelegenheid om hun randvoorwaarden neer te leggen in de nieuw vast te stellen regionale woonvisie. Door nu, net voor de Tweede Kamerverkiezingen, te gaan roeptoeteren en de spierballen te laten zien, is wel duidelijk dat de socialisten over de rug van de inwoners uit de regio electoraal gewin willen behalen.

Het is jammer dat de SP, GroenLinks en de PvdA na de uitkomst van de stemming in de Rotterdamse gemeenteraad en het ongeldige referendum op 30 november vorig jaar, nu via hun Statenfracties wederom proberen de uitvoering van de Woonvisie te verhinderen. Zij tonen zich een slecht verliezer van een uitgebreid democratisch proces. Vooral als je bedenkt wie de dupe worden van deze politieke spelletjes: de inwoners van Rotterdam-Zuid die dan nog langer moeten wachten tot hun wijken worden opgeknapt.

Zowel Gedeputeerde Staten als de omliggende gemeenten hebben erkend dat de Woonvisie van Rotterdam past binnen de bestaande regionale afspraken en dat Rotterdam hiermee zal blijven voldoen aan de huisvestingsbehoefte die er in de stad bestaat. Sterker nog, ook na uitvoering van de gehele woonvisie, draagt Rotterdam nog in ruime mate bij aan de vraag naar sociale huurwoningen in de regio. Kortom, er is geen enkele reden om nu een zo vergaand middel in te zetten.

Provinciale Staten hebben zelf in 2014 ingestemd met de regionale woonvisie, waarin staat dat elke gemeente moet zorgen voor voldoende sociale woningen voor de vraag uit de eigen gemeente. Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen dragen al jaren in forse mate bij aan de totale sociale voorraad in de regio, waardoor deze gemeenten ook plaats bieden aan de vraag in omliggende gemeenten. Dit in tegenstelling tot de gemeenten Barendrecht, Lansingerland en Albrandswaard. In deze gemeenten is de afgelopen jaren het tekort aan sociale huurwoningen zelfs verder toegenomen. Het zou dan ook logischer zijn als de Statenleden hun pijlen richten op die gemeenten die niet voldoen aan de vraag naar sociale huurwoningen in hun eigen gemeente, in plaats van een algemene maatregel die de rem op bouwplannen in alle gemeenten zet.

Onze oproep aan de leden van Provinciale Staten is duidelijk: doe niet mee aan de politieke spelletjes van uw linkse collega’s. Hun voorstel is hopeloos ouderwets en zet de doorstroming in de woningmarkt volledig in het slot. Laat de inwoners van Rotterdam-Zuid niet aan hun lot over en laat de gemeenten in de regio Rotterdam samen werken aan een evenwichtige woningmarkt waar alle soorten woonwensen kunnen worden vervuld. Het nemen van een voorbereidingsbesluit veroorzaakt niets dan extra rompslomp en vertraging, waar vooral de mensen voor wie de linkse fracties het beweren te doen, de dupe van worden.

Ellen Verkoelen, Provinciale Statenlid CDA Zuid Holland
Christine Eskes, gemeenteraadslid CDA Rotterdam

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.