20 december 2020

Blog Moniek: Kan de woningbouw versnellen in Zuid-Holland?

Twee weken geleden kreeg ik een appje van Tweede Kamerlid Julius Terpstra (CDA) met de mededeling dat voor de woningbouw in Zuid-Holland de minste ruimte is gereserveerd voor nieuwbouwwoningen (de plancapaciteit) van heel Nederland. Alhoewel ik meteen om de cijfers wilde vragen, appte ik terug ‘vind je dat gek in de dichtst bevolkte provincie van Nederland?’ Maar door die dichte bevolking is in onze provincie de woningbouwbehoefte ook het hoogst. En dat wringt.

Zuid-Holland is met haar 3.7 miljoen inwoners (1360 mensen per km2) een bijenkorf, waar het zoemt van activiteit, drukte, bewegingen. Er is veel werkgelegenheid en het vinden van een betaalbaar huis in een aangename omgeving is een uitdaging. En alhoewel de nadruk lijkt te liggen op het woord ‘betaalbaar’, neigen de steden - net zoals de omliggende gemeenten - steeds meer naar ‘aangenaam’. Want grote steden als Den Haag en Rotterdam zijn bezig hun wijken meer te mengen, minder sociale woningbouw en meer ruimte om te leven.

Dat betekent dat de steden weliswaar woningen bijbouwen, maar dat er minstens zoveel ook vanwege vervanging verdwijnen. De ambitie van Zuid-Holland om 230.000 woningen erbij te bouwen voor 2030, lijkt daarmee lastig haalbaar. De omliggende kleinere gemeenten bouwen het liefst voor het op pijl houden van de eigen bevolking. Zeker in de zuidelijke Randstad hebben ze ook de ambitie om meer sociaal te bouwen, maar de bijkomende kosten (denk aan zorg, tegemoetkomingen en bijstand) drukken zwaar op de toch al bescheiden begrotingen.

Mijn stelling is dat je versnellen van de woningbouw op meerdere fronten moet regelen. Versnellen in de Randstad is zeker meer aandacht geven aan leefbaarheid in en om de woning. Meer oog voor de omgeving geeft meer medewerking van diezelfde omgeving. Dat scheelt veel procedures.

Op de eerste plaats moet woon-werkverkeer goed geregeld zijn. Niet voor niets heb ik gepleit voor goede snelfietsroutes, een goed netwerk van snelbussen (ook in het noorden van onze provincie) en bruggen dicht in de spits.

Ten tweede goede voorzieningen. Wanneer we meer en meer gestapeld gaan bouwen en veel steden steeds minder ruimte reserveren voor parkeren, moeten goede voorzieningen ervoor zorgen dat er niet meteen moet worden door verhuisd.

Ten derde moet er bij het bouwen van woningen meer gelet worden op ontspanning. Mensen verdienen ruimte om te bewegen, te sporten en te genieten van cultuur.

Tot slot moet de woning zelf voldoende ruimte bieden voor rust. Rust om je huiswerk te maken, rust om even bij te komen, om samen te eten, rust om te slapen. Dat betekent goede kwaliteit appartementen, waar het contactgeluid tot een minimum beperkt is en de grootte gevarieerd is voor verschillende doelgroepen.

Versnellen kan ook door meerdere groepen - naast projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties - aan het werk te zetten. Wat denk je van de burgers die zelf willen bouwen, zeker in groepsverband?  Stimuleer het (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap. Voor ouderen, alleenstaanden en creatievelingen! Dat vraagt een speciale begeleiding maar draagt zeker een steentje bij aan de versnelling.

Geef voluit medewerking aan organisaties die willen bouwen voor hun werknemers. Werk dicht bij huis en minimaal verkeer.

Voor het versnellen moeten we ook kritisch kijken naar de projectontwikkelaars. Want ondanks dat zij constant ‘meer bouwen’ eisen, bouwen ze zelf niet sneller. Dat komt omdat ze geleerd hebben van de woningbouwcrisis van 2008. Projectontwikkelaars hebben terreinen om te bouwen in portefeuille. Terecht verdelen ze deze terreinen over de lange termijn zodat ze een constante bouwstroom kunnen garanderen voor hun bedrijf. Wanneer wij extra gebieden aanwijzen om te mogen bouwen, zullen we kritisch moeten zijn hoe de verwerking hiervan is; gaat het op de lange termijn of kunnen er daadwerkelijk meer huizen per jaar geleverd gaan worden.

En als laatste pleit ik voor een participatiefonds op lokaal maar ook op provinciaal niveau. We willen bouwen maar ook het groen behouden, zeker in Zuid-Holland. Dat bijt elkaar en daarom zet de provincie druk op binnenstedelijk bouwen. Nu kost het veel meer moeite om in een dicht bewoond gebied te bouwen dan in een lege polder. Een goed participatietraject kan zorgen voor aanpassingen, onderling begrip en minder vertraging. Extra inpassingskosten, mede voortkomend aan eisen van de omgeving, moeten mogelijk zijn.

Versnellen is Zuid-Holland is dus mogelijk, maar vraagt een enorme investering in kennis, financiën en samenwerking met andere disciplines. Een uitdaging, maar zeker geen onmogelijkheid wanneer de rode leeuw zijn klauwen erin zet.

Moniek van Sandick
CDA-Statenlid

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.