18 oktober 2019

Snel duidelijkheid vereist over stikstofbeleid

De ophef en grote demonstraties van afgelopen week hebben laten zien hoe noodzakelijk het is dat er snel meer duidelijkheid komt over het beleid inzake de stikstofproblematiek. Er zijn veel onbeantwoorde vragen en de verwarring is groot.

In Nederland moet de stikstof uitstoot omlaag. Om dat voor elkaar te krijgen zijn de overheden aan de slag om uit te zoeken hoe dat mogelijk gemaakt kan worden en we toch de economie draaiende kunnen houden. Sinds de bekende uitspraak van de Raad van State in mei wordt er namelijk geen vergunning meer verleend voor de bouw van woningen, voor uitbreiding van een bedrijf, voor uitbreiding van een stal, etc.

Voor de korte termijn hebben de provincies en het Rijk een Beleidsregel opgesteld, die vorige week in werking trad. Daarop is grote onrust ontstaan bij de boeren, mede omdat deze beleidsregel werd ingevoerd zonder goed overleg vooraf met de sector. Dat is een terecht verwijt. Dat er ook met andere sectoren geen overleg gevoerd is en dat er snel gehandeld moest worden, kan een verklaring maar nooit een excuus zijn. Dit had echt anders gemoeten.

Dit leidde ook tot verwarring en onjuiste beelden. Zo geldt de beleidsregel bijvoorbeeld niet voor bestaande vergunningen, maar alleen voor toekomstige vergunning aanvragen.

Verder bleek er een verschil te bestaan tussen de Beleidsregel en de brief die de minister van LNV stuurde naar de Tweede Kamer over hetzelfde onderwerp. Dat maakte de verwarring alleen maar groter.

Wat ons betreft mogen er met de beleidsregel en met het intern en extern salderen geen rechten worden ‘afgepakt’: iedere vergunninghouder moet de bestaande rechten van zijn natuur vergunning kunnen benutten.

De Beleidsregel is alleen van toepassing bij wijziging of uitbreiding, als een nieuwe toestemming noodzakelijk is. Bij een nieuwe aanvraag mag de initiatiefnemer voor zijn eigen activiteit altijd uitgaan van wat feitelijk gerealiseerd is (aanwezige gebouwen, installaties, infrastructuur etc.), ongeacht of de capaciteit volledig benut wordt. Deze Beleidsregel geldt overigens niet alleen voor de agrarische sector maar voor alle sectoren die een nieuwe vergunning aanvragen. Ook de industrie mag bij een nieuwe vergunning uitgaan van de feitelijk gerealiseerde capaciteit.

Donderdag 17 oktober hebben Rijk en provincies een gesprek gevoerd. Na afloop werd in een verklaring aangegeven dat dat overleg goed en constructief was, maar dat nog geen overeenstemming is bereikt. Afgesproken is dat het Rijk en de provincies gezamenlijk, vanuit de eigen verantwoordelijkheden, werken aan een integrale stikstofaanpak, waarmee de natuur in Nederland beter wordt beschermd en tegelijkertijd ruimte wordt geschapen voor economische en maatschappelijke initiatieven. Belangrijk punt daarbij het verschil van inzicht ten aanzien van ‘extern salderen’. Daarbij gaat het om de vraag hoe de natuur kan worden versterkt en tegelijkertijd toekomstperspectief kan worden geboden aan de agrariërs. Hier is een verschil van inzicht tussen de provincies en de minister, dat komende weken moet worden opgelost.

Rijk en provincies vinden het van het grootste belang dat de vergunningverlening voor alle sectoren weer op gang komt. Uitgangspunten daarbij zijn de daling van de stikstofdepositie in onze natuur, een duidelijk perspectief voor alle sectoren en vergunningen die voor de rechter overeind kunnen blijven. Provincies en het Rijk zullen uiterlijk 1 december 2019 hierover nadere duidelijkheid geven.

Er moet wat het CDA betreft niet alleen naar agrariërs worden gekeken. Ook andere sectoren en bedrijven zullen hun steentje moeten bijdragen om minder stikstof uit te stoten en de kwaliteit van natuurgebieden te verbeteren. De besluiten die nu voor de agrarische sector genomen worden, lijken daardoor meer op paniekvoetbal dan goed doordacht beleid en hebben ingrijpende gevolgen. Vooral de bedrijven, die als koplopers geïnvesteerd hebben om de uitstoot terug te dringen, lijken nu de dupe te worden van de aangekondigde maatregelen. Dit mogen we niet laten gebeuren.

Er zullen op korte termijn oplossingen moeten komen om de woningmarkt, de industrie en de agrarische sector, die momenteel compleet vast zitten in hun bedrijfsvoering, weer op gang te krijgen, zonder dat er op de lange termijn nieuwe problemen ontstaan.

Het CDA heeft er ook in de provincie op aangedrongen dat er zo snel mogelijk een informatiepunt komt waar belanghebbenden terecht kunnen voor goede en deugdelijke informatie.

Samen met onze gedeputeerde Adri Bom-Lemstra wordt nu gewerkt aan een bijeenkomst om met elkaar te spreken over een lange termijn visie op de landbouw in onze provincie. Als CDA Zuid-Holland komen we ook met initiatieven om in breder verband de dialoog aan te gaan.

Als CDA willen we inhoud geven aan rentmeesterschap en hebben we de taak om te zorgen voor onze natuur. Maar we willen ook ruimte geven aan ondernemerschap, aan woningbouw en aan mobiliteit. Dat leidt tot ingewikkelde en soms ook moeilijke afwegingen. Maar die afwegingen zullen altijd met grote zorgvuldigheid en in dialoog gemaakt moeten worden. Alleen op die manier zullen we goede en gedragen oplossingen kunnen vinden.

De Statenfractie en het bestuur van CDA-Zuid Holland

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.