03 mei 2023

INTERVIEW: Optimisme bij wethouder Breeuwsma - Leidsch Dagblad

Gesprekken over stikstof komen op gang

Zo kopte het Leidsch Dagblad het interview afgelopen 2 mei. Onze wethouder gaf een mooi interview:

"Boeren, burgers en bestuurders zijn sinds begin dit jaar ook in de- ze regio met elkaar in gesprek over de stikstofaanpak. Dat ging niet vanzelf. ,,We komen van ver, want er was nog weinig geregeld. Maar het begint te lopen.’’ 

Na een uurtje praten over de stikstofaanpak in dit deel van het Groene Hart, over gebiedsprocessen en PAS-melders, staat de boerenzoon in wethouder Relus Breeuwsma op. ,,Weet je, ik snap de emoties en het wantrouwen van veel boeren. Alles wat er op hen af is gekomen, is een heel lelijke optelsom geworden. Ik snap dat een heel aantal boeren de luiken heeft dichtgegooid en zegt: ’Wat heb ik nog van de overheid te verwachten?’’’

,,En vergeet niet: sommigen zitten al bijna vier jaar klem. Neem bijvoorbeeld de PAS-melders, ze weten niet wat hun perspectief is. Geen bank die ze helpt als ze willen investeren, geen opvolger die op een normale manier verder kan. Dat zijn echt schrijnende situaties. Daarom neem ik nu mijn hoed af voor de boeren die het gesprek wél aangaan en die willen meedenken. Dat steunen we ook van harte, want we hebben hen heel hard nodig.’’

Relus Breeuwsma, wethouder in Alphen voor onder meer het buitengebied, mag sinds begin dit jaar de kar trekken bij het toekomstbestendig maken van dit deel van het Groene Hart. Dat betekent: nadenken met medebestuurders, bedrijven en organisaties in dit gebied over de stikstofaanpak, maar ook over het verbeteren van de natuur én over vitale en gezonde boerenbedrijven. Een omvangrijke taak dus, waarvoor in februari nog bijna niets klaarlag. ,,We hadden geen medewerkers, vrijwel geen overlegstructuur en de exacte doelen ontbraken ook. Maar we zijn inmiddels aardig op weg.’’

Boerenberaad

Om met het meest positieve te beginnen: volgens Breeuwsma hebben de boeren in het gebied zich recent verenigd in een Boerenberaad. ,,Daar ben ik echt ontzettend blij mee. Het is goed als de boeren onderling met elkaar bespreken wat ze willen en hoe ze het willen. Daar hoef ik als bestuurder niet bij te zitten. Sterker nog, het is beter als ze frank en vrij hun zorgen, emoties en verwachtingen kunnen delen. De boeren regelen het verder allemaal zelf, maar wij ondersteunen ze. Bijvoorbeeld door een dagvoorzitter in te huren of uitnodigingen te versturen. Want het is me heel veel waard dat ze zichzelf goed kunnen organiseren. Dat komt het overleg ten goede.’’

Breeuwsma weet dat ’de boer’ niet bestaat. ,,We hebben in de regio 250 melkveehouders. Die zijn stuk voor stuk uniek. Als je bij de één komt en je gaat vervolgens naar de buurman, dan heb je een totaal ander bedrijf te pakken met andere toekomstbeelden, andere mogelijkheden, andere wensen en knelpunten. En dan heb ik het alleen nog maar over de melkveehouders. De diversiteit in het gebied, met verschillende ondergronden, teelten en typen bedrijvigheid is zó groot. Het is geen ’one size fits all’. We moeten echt maatwerk leveren, en dat moeten de boeren zelf aangeven.’’

Kleigronden

De provincie Zuid-Holland moet, zoals alle andere provincies in Nederland, in opdracht van het kabinet met een plan van aanpak voor het stikstofprobleem komen. Omdat Zuid-Holland ook wel ziet dat de provincie te uiteenlopend is om één stel maatregelen te komen, heeft ze de boel opgedeeld. Het veenweidegebied in en rond Alphen aan den Rijn, Zoeterwoude en Kaag en Braassem is een van die onderdelen. Het gebied waar Breeuwsma aan de weg mag, timmeren is inmiddels omgedoopt tot Groene Hart Noord. ,,De naam Veenweide klopt niet helemaal, want er zijn ook verschillende delen met kleigronden.’’

Het probleem voor Breeuwsma was dat er in dit gebied op agrarisch vlak geen overleg bestond tussen bedrijven, organisaties en overheden. ,,Mijn voorbeeld is de Alblasserwaard, waar ze eigenlijk meteen van start konden. Daar bestaan die overlegstructuren wel, de naweeën van de landinrichtingen die ze er achter de rug hebben. Die structuur hebben we min of meer gekopieerd.’’

De volgende horde was het aantal mensen dat de gemeenten kunnen inzetten voor het hele proces. ,,In het begin stonden we vrijwel met lege handen. We kunnen niet zo maar mensen uit de organisatie trekken. Zeker in kleinere gemeenten is dat heel lastig.’’ Maar inmiddels is de provincie over de brug gekomen met wat extra capaciteit. ,,Wij hebben één adviseur voor een belangrijk deel vrij kunnen maken en binnenkort gaat de tweede aan de slag. Ook dat begint nu te draaien. Maar als je de plannen straks echt goed wil organiseren en uitrollen, heb je een behoorlijke kluit mensen nodig.’’

Stelling nemen

Blijft toch ook de belangrijke vraag over: wat moet de regio precies gaan doen? Breeuwsma: ,,Ik merk dat de provincie aan de ene kant erg naar het Rijk kijkt  - waar komt die mee? - en tegelijkertijd de nei-ging heeft problemen op het bordje van de gemeenten te leggen. Daar ben ik heel scherp in. De opdracht ligt bij de provincie. Ik wil graag kritisch meedenken en de provincie de hand reiken om goede dingen te doen in dit gebied, maar wel in de juiste volgorde. Ik moet namelijk ook opkomen voor de belangen van de inwoners van Alphen aan den Rijn. In het uiterste geval moet je dan stelling nemen tegen de provincie, en niet dat je dan stelling neemt tegen je eigen plan.’’

Breeuwsma en de zijnen worden geacht voor 1 juli het een en ander op papier te zetten, waarmee de provincie dan weer verder aan de slag gaat. De Alphense wethouder denkt niet dat dat stuk heel erg concreet wordt. ,,We zijn nog maar net begonnen. Veel meer dan een opsomming van wat je tot nu toe hebben gedaan zal het niet zijn. Misschien kunnen we mogelijke maatregelen opsommen, maar zonder dat we daar al een keuze in kunnen maken.’’

Hij verwacht wel dat de regio rond 1 oktober een solidere basis heeft gelegd. ,,Ik ga ervan uit dat we dan een heel eind zijn met de keukentafelgesprekken die we voeren. Dan hebben we waarschijnlijk ook een goed beeld wat we van verschillende maatregelen kunnen verwachten. Misschien hebben we tegen die tijd ook een keuze gemaakt waar we kunnen kunnen beginnen. Want je kan niet in alle gebieden tegelijk aan de slag. En hopelijk gaan de boeren zelf ook een aantal dingen doen. Hoe scherper zij formuleren wat ze willen, hoe scherper we het gesprek kunnen voeren. Daarom ben ik ook zo blij met het Boerenberaad.’’

Grondbank

Welke ideeën er straks op tafel liggen, kan Breeuwsma dus nog niet zeggen. Maar een paar tipjes van de sluier wil hij wel oplichten. ,,Je kan denken aan het oprichten van een regionale stikstofbank, waarin de stikstofrechten komen te liggen van boeren die stoppen. Dan kan de regio er beter van profiteren, in plaats dat die rechten worden opgekocht voor een groot project elders. Of voor Schiphol, ja.’’

Een grondbank is een ander voorstel waarmee wordt gestoeid. ,,Als een boer ermee wil stoppen, en de provincie koopt hem uit, kan zijn land overgaan naar zo’n bank.

Het kan dan worden gebruikt voor wat extra natuur maar ook voor de buurman die wil extensiveren. Met wat meer grond kan hij het aantal koeien per hectare wat verminderen. Daar moet dan wel tegen een gereduceerde prijs. Een hectare kost hier tussen de 60.000 en 100.000 euro. Stel dat je dertig hectare nodig hebt, dan weet je ongeveer wat je kwijt bent voor een stuk grond. Dat heeft niet iedereen liggen. En als het niet wordt verkocht, moet het misschien worden verpacht. Het uitgangspunt moet wel zijn dat de weilanden en akkers onderdeel blijven van de productiecapaciteit in het Groene Hart.’’

Verrassen

Wat dat uitkopen betreft heeft hij bij de provincie bedongen dat de regio niet wordt verrast met maatregelen. ,,Dat is enorm belangrijk voor onze geloofwaardigheid. We proberen het onderling vertrouwen met kleine stapjes te laten groeien. Maar als een boer wordt uitgekocht en wij weten dat niet, staan we bij de andere boeren meteen op 1-0 achterstand. En ik weet hoe sterk dat leeft.’’

En zo komt hij aan het einde van het gesprek op de sentimenten onder de boeren. ,,Ik kom uit een gezin van Friese veehouders. Ik word bijna elke dag door mijn ouders en mijn broer, die het be- drijf heeft overgenomen, met de beide benen op de grond gehou- den. Ik denk ook dat ik de taal van de boeren spreek en dat ik weet wat ze beweegt. Dan kun je het nog steeds vreselijk met elkaar oneens zijn, maar dat hoort er ook bij. Maar we zijn wel betrokken en we bijten door, als dat nodig is.’’

https://www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20230501_41155406

Auteur: Wim Wegman

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.