14 juni 2017

Zelfrijdende auto's in Rijswijk en Delft rijden niet van Rijswijk naar Delft

Het CDA Delft wil van het college van B&W weten, waarom Rijswijk en Delft los van elkaar experimenteren met zelfrijdende auto's. In het Rijswijkse deel van de wijk Vrijenban (vlak langs de grens met Delft) rijden straks autonome auto's rond, terwijl enkele kilometers verderop bij de TU Campus hetzelfde gebeurt. Beide initiatieven worden gesteund met gemeentelijk belastinggeld. Het CDA Delft wijst erop dat deze manier van werken door buurgemeentes niet efficiënt is, met mogelijk verspilling van belastinggeld tot gevolg. Laat de Rijswijkse auto's ook naar Delft rijden en terug, dat helpt de innovatie waarschijnlijk nog verder ook. Daarom stelt het CDA schriftelijke vragen:

Geacht College,

Onlangs besloot de gemeenteraad van Delft om 60 duizend euro in het kader van Duurzame Mobiliteit ter beschikking te stellen voor een field-lab zelfrijdend vervoer van de TU Delft op de TU Campus. Rond diezelfde tijd kondigde de buurgemeente Rijswijk aan de wijk Vrijenban, net over de gemeentegrens met Delft, om te bouwen tot een wereldprimeur 'rijden met een zelfrijdende auto'. Omdat de samenhang in deze initiatieven lijkt te ontbreken, stelt het CDA Delft graag de volgende vragen:

1) Bent u bekend met het Rijswijkse initiatief?

2) Is de testlocatie voor zelfrijdend vervoer van de TU Delft aangesloten op het initiatief van Rijswijk? Zo ja, op welke wijze? Zo niet, waarom niet?

3) Heeft het college contact gehad met het college van Rijswijk en met de TU Delft over beider voornemen om te experimenteren met zelfrijdende auto's? Zo ja, wat is er uit dit overleg gekomen? Zo nee, waarom niet?

4) Is het College het met het CDA eens dat het onwenselijk is dat de buurgemeentes Delft en Rijswijk elk een field-lab zelfrijdend vervoer opzetten zonder ogenschijnlijk samen te werken, en beide field-labs (deels) met publiek gemeentegeld betaald worden? Zo niet, waarom niet?

5) Bent u bereid om op zeer korte termijn initiatieven op het gebied van zelfrijdende auto's in de regio de stroomlijnen, zodat overheden niet langs elkaar heen werken en mogelijk belastinggeld niet efficiënt wordt ingezet?

6) Welke criteria hanteert de gemeente Delft bij het besluiten over een gemeentelijke bijdrage in een lokaal living lab? Is uniciteit één van de criteria?

De proef in Rijswijk Vrijenban maakt onderdeel uit van het op 8 juni officieel gelanceerde Nationaal Smart City Living Lab, een resultaat van de in januari aan premier Rutte aangeboden Nationale Smart City Strategie. In het Nationaal Smart City Living Lab gaan de gemeentes Breda, Dordrecht, Helmond, Rijswijk, Veldhoven en Zoetermeer op het gebied van Smart Cities samenwerken om van elkaar te leren en de beproefde oplossingen breder in te zetten. De Gemeente Delft doet hier niet aan mee. Wel werd in Delft recent het lokale initiatief ‘Smart City Hubs’ op de Green Village van de TU Delft aangekondigd.

7) Bent u bekend met het Nationaal Smart City Living Lab?

8) Waarom doet de Gemeente Delft hier niet aan mee?

9) Betaalt de Gemeente Delft direct of indirect mee aan het initiatief ‘Smart City Hubs’ op de Green Village? Zo ja, deelt u de mening van het CDA dat, om het gemeentegeld zo slim en efficiënt mogelijk te besteden, het beter is om het lokale Delftse initiatief Smart City Hubs onder te brengen in het Nationaal Smart City Living Lab, zodat we kunnen leren van de proeven die in andere deelnemende gemeentes zijn of worden gedaan?

10) Bent u bereid om op zeer korte termijn overige initiatieven waar overheidsgeld op het gebied van innovatie wordt ingezet af te stemmen met partners in de regio?

David van Dis
Gerrit Jan Valk

Fractie CDA Delft

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.