19 juni 2022

Debat over het Coalitieakkoord

Afgelopen week vond het gemeenteraadsdebat plaats over het coalitieakkoord van STIP, D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie. De oppositiepartijen, waaronder het CDA, boden twee reflecties aan: een vijfpuntenplan en een reflectie op het (in)formatieproces. 

Onze fractievoorzitter Frank Visser voerde namens het CDA het woord tijdens dit debat: “Dit coalitieakkoord heeft nog wel wat pit nodig!”. Lees hieronder zijn bijdrage. 

--

Dankuwel, voorzitter.

Mevrouw de voorzitter, met dit debat over het coalitieakkoord komt er een einde aan de verkiezingsperiode. Er is -ondanks corona- behoorlijk campagne gevoerd, gedebatteerd totdat de lijsttrekkers en kandidaten er min of meer bij neervielen, een nieuwe raad geïnstalleerd en nu ligt er een coalitieakkoord.

En dat coalitieakkoord is min of meer begonnen met het verslag van de informateur op 6 april jl. De bijeenkomst zelf had meer het karakter van een persconferentie. Een persconferentie die maximaal 45 minuten mocht duren volgens de informateur vanwege een volgende -door de griffie georganiseerde- bijeenkomst. Daarmee zette de informateur onze griffie niet per se in het zonnetje. Niet terecht vindt het CDA. Onze griffie doet geweldig werk en is buitengewoon dienstbaar aan de raads- en commissieleden. Complimenten! Laat ik dat hier gezegd hebben.

Voorzitter. Terug naar de persconferentie. Die duurde inderdaad ook ongeveer 45 minuten, waarna de informateur wegsnelde om de pers te woord te staan… Deze bijeenkomst heeft het CDA als (licht) surrealistisch ervaren. In enkele minuten werden 6 politieke partijen, ieder met een eigen, diverse achterban, aan de kant gezet. De motivatie was beperkt tot één of enkele zinnen per partij. Mijn partij -het CDA- werd voor het gemak in één enkele zin samengenomen met de SP en Onafhankelijk Delft. Wij kregen te horen dat wij niet in aanmerking kwamen voor de volgende ronde, omdat PvdA en ChristenUnie vaker genoemd waren. 

De informateur zal deze woorden zorgvuldig hebben gekozen en opgeschreven. Maar dat betekent dat voor minstens 3 oppositiepartijen enkel of vooral het aantal keren dat partijen werden genoemd door andere partijen bepalend is geweest voor de keuze. Maar het feit dat je vaak genoemd wordt, wil niet zeggen dat je inhoudelijk dicht bij elkaar ligt. Of dat je het beste alternatief bent voor de stad. Dat was toch de opdracht waarop getoetst moest worden? Het was toen al duidelijk dat het de nieuwe coalitie aan lef ontbreekt: waar bijvoorbeeld in Rotterdam de tegenpolen Leefbaar Rotterdam en DENK elkaar juist hebben opgezocht, kozen de drie grote partijen voor veilig en vertrouwd. 

Het CDA stelt zich op het standpunt dat het niet verstandig is geweest om zo weinig zorgvuldig met mensen om te gaan. Want politiek is inderdaad mensenwerk, zoals sommige hier aanwezig beweren. En dan zorg je ervoor dat slecht nieuws mensen niet overvalt.

Voorzitter.

Ik wil iets zeggen over de rol van het stadsbestuur. In de conclusie van de informateur is te lezen, ik citeer: “tegelijkertijd ligt er bij deze partijen -de coalitiepartijen- de opdracht om duidelijk te maken hoe zij als nieuw stadsbestuur de samenwerking willen verbeteren.” Een ongelukkige formulering. De formateur, mevrouw Sahin, maakte overigens dezelfde denkfout toen ze in het AD liet optekenen dat ze nog niet wist of de ‘brieven aan het stadsbestuur’ (!) die burgers aan haar konden schrijven met de toekomstige oppositie gedeeld zouden worden. Partijen, informateur en zelfs de formateur denken dat het stadsbestuur uitsluitend de coalitie, het college van B&W is. Maar niets is minder waar. Het stadsbestuur bestaat uit de gemeenteraad, de burgemeester (entiteit burgemeester) en het college van B&W. En wat óns betreft ook in deze volgorde. 

Mijn fractiegenoot Valk heeft niets voor niets de motie ‘primaat bij de raad’ ingediend in de vorige zittingsperiode. De gemeenteraad is het hoogste orgaan in het stadsbestuur. Alle 39 leden: van mevrouw Dijk op stoel nummer 1 tot en met de heer Herrema op stoel 39. En iedereen die daar tussenin zit. 

Het CDA vindt het daarom onwenselijk dat rondom de formatie er geen overleg is geweest met de beoogd oppositiepartijen. Oppositiepartijen zijn niet betrokken geweest bij de keuze van de formateur, de wijze waarop de stad en ook de achterban van de oppositiepartijen tijdens het formatieproces zouden worden geraadpleegd en het proces van de formatie inclusief hoe en wanneer de oppositiepartijen tussentijds geïnformeerd zouden worden.

Dat is ook de reden dat het CDA, samen met de andere oppositiepartijen, een brief heeft gestuurd waarin wij om alle informatie hebben gevraagd. Het is essentieel dat het hele stadsbestuur op hetzelfde moment dezelfde informatie heeft.

Samenwerking in de raad

Verschillende partijen hebben aangegeven te willen ‘samenwerken’ in de gemeenteraad. Juist op een punt waarvan alle partijen te kennen hebben gegeven dat het aandacht behoeft -ik heb het over de opkomst bij de verkiezingen en in bredere zin de lokale democratie- werden de niet-onderhandelende partijen kort voor afronding van de coalitie-onderhandelingen gebeld om mee te praten hierover, zodat het een plek kon krijgen in het coalitieakkoord. 

Juist dit onderwerp gaat de hele raad aan. Het CDA had er bij de informateur ook voor gepleit om dit specifieke punt in een raadsakkoord te gieten, omdat dit zo wezenlijk is. Helaas is ook van dit aanbod geen gebruik gemaakt.

Al met al kunnen we stellen dat er tijdens het formatieproces nauwelijks politiek-inhoudelijk contact is geweest tussen formerende en niet-formerende partijen. Ook de formateur heeft geen contact gezocht met de beoogd oppositiepartijen. Hoewel er transparantie gewenst was heeft dit hele proces voor de oppositie 2x 45 minuten geduurd: 45 minuten bij de informateur en 45 minuten bij de persconferentie. 

Hoe moet het dan wel? Juist omdat er geen formeel draaiboek bestaat voor formaties is het extra belangrijk om het proces van (in)formatie zodanig in te richten dat alle partijen zoveel mogelijk het gevoel hebben dat het proces bestendig en evenwichtig ingericht is. Het CDA heeft hierover, samen met een aantal andere partijen, ideeën. Mevrouw Gremmen zal hier het nodige over zeggen, maar laat ik enkele voorbeelden noemen: het begint met goede afspraken maken tussen alle partijen hoe het proces richting en na verkiezingen in te richten. Daarnaast zou een openbaar duidingsdebat, een door de raad aangestelde procesbegeleider of verkenner en diens opdracht en heldere afspraken over hoe we voorkomen dat partijen die niet aan tafel zitten geen informatie-achterstand oplopen helpen. 

Dan voorzitter, over het coalitieakkoord.

Ik wil een aantal punten eruit lichten in dit debat. Laat ik beginnen te zeggen dat er een aantal goede punten in staan: ik noem bijvoorbeeld: de zelfbewoningsplicht, bestaanszekerheid, de focus op preventie in de jeugdzorg -iets waar mijn oud-collega Ineke van Geenen 12 jaar lang bij de klippen op voor gepleit heeft-, dementievriendelijke gemeente en het intensiveren van de samenwerking met de TU Delft om vraagstukken gezamenlijk op te pakken.

Maar op punten is het coalitieakkoord ook weinig ambitieus of vaag: ik noem bijvoorbeeld het voortzetten van EMMA, JPF of Smart Makers Delft. En hoe belangrijk deze projecten ook zijn, het eerste is uitvoering van vroegsignalering zoals de Wet Schuldhulpverlening verplicht tegenwoordig. 

Of de zinsnede ‘Wij faciliteren initiatieven met impact.’ (p21). Dat is wat ons betreft toch echt te vaag. 

Aanvullende op het al genoemde vijfpuntenplan nog een aantal punten, observaties vanuit de CDA-fractie:

  • Geen theater of een groter theater, wel of geen Van Marken Museum. En het vraagstuk hoe meer (financiële) grip op gemeenschappelijke regelingen kan komen. 
  • Voor wat betreft wonen benadrukt het CDA dat aandacht voor de groep 29-45 jaar van groot belang is. Zij vertrekken massaal uit de stad, zo blijkt uit ambtelijk verkenningen. Voor hen is de betaalbaarheid van woningen ook een belangrijk vraagstuk. Ten aanzien van studentenhuisvesting wil het CDA dat de focus blijft dat er op de TU Campus wordt gebouwd of in de regio. En we zien graag dat er gekeken wordt naar nieuwe woonconcepten, bijvoorbeeld kangoeroewoningen of concepten waarbij vrienden met elkaar wonen.
  • Het coalitieakkoord lijkt de voetganger en fietser samen op 1 gezet te hebben, terwijl het principe tot nu toe was: voetganger op 1, fietser op 2. Verhelderende vraag van mijn kant: Is dit veranderd? Wat het CDA betreft blijft de voetganger op 1 staan in situaties waarin de belangen van voetgangers en fietsers bijten, bijvoorbeeld in shared space straten. Juist dan is verkeersveiligheid zo belangrijk.

Het CDA wil graag dat er, al dan niet in MRDH-verband, wordt gewerkt aan goede buslijnen bijvoorbeeld rondom station campus en Schieoevers.

En voor wie een auto noodzakelijk is om te kunnen deelnemen aan de samenleving moet dat gewoon mogelijk zijn. Denk aan mensen die slecht ter been zijn of een busje nodig hebben voor hun werk om van a naar b te kunnen. Parkeerbeleid vraagt maatwerk per buurt en vooral goede en tijdige betrokkenheid van bewoners.

Verkeer en vooral vrachtverkeer dat de stad in of uit moet, moet dit zo veilig mogelijk en met zo min mogelijk overlast doen.  

  • Ook de paragraaf ‘Gezonde en veilige stad’ gaat vooral over gezondheid en weinig over veiligheid. Het CDA vindt het belangrijk dat ondermijning aandacht krijgt en hierbinnen drugscriminaliteit en mensenhandel. De heer Van Rijn heeft er ook al het nodige over gezegd. Om de drugscriminaliteit aan te pakken zou het testen van rioolwater op drugsresten kunnen helpen. We overwegen een motie op dit punt bij de Kaderbrief.
  • Verder vraagt het CDA aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling. We hebben er in veel coronadebatten aandacht voor gevraagd. Het coalitieakkoord lijkt het initiatief bij de persoon die mishandeld word neer te leggen. Wat ons betreft moeten organisaties (vanuit het maatschappelijk middenveld) blijvend toegerust zijn, net als huisartsen en onderwijs. Tot slot voorzitter, wil het CDA aandacht voor Sociaal werkgeverschap. Immers, een betere wereld begint bij jezelf. Ook op dit punt overwegen wij een motie.

De coalitie volgen wij kritisch, maar constructief zoals u van ons als christendemocraten mag verwachten. Goede voorstellen verdienen natuurlijk instemming, maar dit akkoord heeft nog wel wat pit nodig. We hopen daar samen met anderen meer vorm en inhoud aan te kunnen geven. 

Voorzitter.

Ik rond af. Vorige week tijdens de hoorzitting heb ik al het nodige gezegd over het politieke ambt van wethouder. Dat alleen mevrouw Gooijer daarop reflecteerde vindt mijn fractie veelzeggend. Het ambt van wethouder vraagt bescheidenheid en nederigheid. Het CDA hoopt dat dit college daarnaast ook met wijsheid opereert en wenst hen daarbij Gods zegen toe in de komende periode.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.