14 februari 2022

Toelichting Politieke Stellingen TU Noord

De Belangenvereniging TU Noord heeft alle politieke partijen die meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen gevraagd om op 21 politieke stellingen aan te geven of zij het eens of oneens zijn met die stelling. We zijn blij dat deze actieve belangenvereniging dit doet en hebben dus ook vol enthousiasme meegewerkt aan deze buurtpoll. Omdat we ons kunnen voorstellen dat sommige kiezers niet alleen geïnteresseerd zijn in eens of oneens, maar ook willen weten WAAROM het CDA iets vindt, geven we hieronder per stelling een korte toelichting. 

VERKEER

1. Woonstraten moeten maximaal 30 km/uur worden binnen 5 jaar
Woonstraten zijn wegen in woonbuurten met fietsers en voetgangers en woningen in de buurt van de weg. Leefomgeving en veiligheid verbeteren door invoering van 30 km/uur. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Het terugbrengen van de maximum snelheid in woonstraten naar 30 km/u staat in het verkiezingsporgramma van het CDA. Grotere wegen tussen woonwijken en om wegen om Delft in en uit te rijden kunnen wel op 50 km/u of 70 km/u (Beatrixlaan, Kruithuisweg) blijven. Het CDA vindt het wel belangrijk dat de snelheid alleen naar beneden kan als de straten ook straten heringericht worden. Alleen een bord met max. 30km neerzetten heeft niet zoveel zin heeft en kan zelfs schijnveiligheid opwekken. Dus een termijn van 5 jaar zouden we graag willen, maar lijkt ons niet realistisch uitvoerbaar. Maar we onderschrijven de gedachte dat de snelheid in woonwijken naar beneden kan en moet. Het CDA zou beginnen met straten in de buurt van scholen en bij speelplaatsen van kinderen.

2. Bij uitbreiding of aanpassing van vergunningparkeren moet op buurtniveau inzicht gegeven worden in het draagvlak onder bewoners
Naast parkeerdruk is ook de mate van acceptatie van vergunningparkeren van belang bij besluitvorming. Zonder inzicht op dat punt kan geen goed besluit worden genomen.

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Het college van GroenLinks, STIP, PvdA, D66 en VVD heeft overhaast en zonder het draagvlak van bewoners mee te nemen een nieuw parkeerbeleid ingevoerd. Het CDA stemde tegen het nieuwe parkeerbeleid, onder andere vanwege het gebrek aan draagvlak onder bewoners. In verschillende moties heeft het CDA afgelopen jaren gevraagd om alsnog draagvlak-onderzoek te doen en het beleid zo nodig in buurten terug te draaien.

3. Fietsen moeten zo goed mogelijk gestald worden
De stallingsruimte in woonstraten moet voldoende zijn voor de hoeveelheid fietsen. Hinderlijk gestalde fietsen en fietswrakken moeten periodiek verwijderd worden.

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: De openbare ruimte is van ons allemaal. Idealiter worden fietsen (ook) op eigen terrein of in de eigen woning gestald. Waar dat niet mogelijk is, moet ruimte zijn voor voldoende stalling op straat. Om te voorkomen dat schaarse plekken eeuwig worden ingenomen door fietswrakken, moeten deze periodiek verwijderd kunnen worden.

4. Overlast door fietsers moet worden aangepakt
Op de drukke fietsroutes is kruisend verkeer vanuit en naar woonbuurten soms vrijwel onmogelijk. Er moet daarom meer aandacht komen voor oplossingen die niet ten koste gaan van ‘buurtverkeer’ en goed fietsgedrag bevorderen. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Op sommige plaatsen in Delft is de stroom fietsers zo groot dat dit de doorstroom van het autoverkeer vrijwel onmogelijk maakt waardoor ook gevaarlijke situaties voor fietsers ontstaan. Om zulke (kruis)punten veiliger te maken wil het CDA dat er (tijdens spitsuren) verkeerslichten komen om deze verkeerstromen goed te leiden. Denk hierbij aan de nieuwe verkeerslichten bij het kruispunt Jaffalaan/Mekelweg.

WONEN EN ENERGIE

5. Eigen inwoners moeten voorrang krijgen bij huisvesting zodra dit wettelijk kan
Sociale nieuwbouwkoopwoningen tot € 355.000 moeten voor 30% met voorrang worden toegewezen aan eigen inwoners van Delft en beroepsgroepen met een vitaal belang voor de lokale en regionale samenleving krijgen voorrang zodra een wetswijziging dit mogelijk maakt. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: In ons verkiezingsprogramma staat dat wanneer sociale huurwoningen vrijkomen het CDA graag ziet dat deze -waar mogelijk - in eerste instantie worden toegewezen aan inwoners van Delft of aan mensen die in Delft werkzaam zijn. In diezelfde lijn is het een logische gedachte om ook een deel van de nieuwbouw-koopwoningen in het 'goedkopere' segment voor deze groepen te reserveren, als dat wettelijk mag inderdaad. Zo maken onder meer starters die in Delft zijn opgegroeid en graag in Delft willen blijven wonen als zij het huis uit gaan, of mensen die van buiten Delft komen maar hier een baan hebben gevonden waardoor zij zich in Delft willen vestigen om hier een leven op te bouwen, meer kans. 

6. Geen verkoop of sloop van betaalbare sociale huurwoningen
Er verdwijnen te veel betaalbare huurwoningen, terwijl de vraag daarnaar groeit. Met dit voorstel blijven meer betaalbare, sociale huurwoningen behouden. 

Antwoord CDA: ONEENS

Toelichting: Het CDA vindt het niet wenselijk dat sociale huurwoningen door beleggers worden gekocht, maar mensen die in een sociale huurwoning wonen en deze woning willen kopen, moeten daartoe in de gelegenheid worden gesteld. Zo krijgen deze mensen ook de kans om een eigen woning te bezitten en vaak zie je dat een buurt daar ook van opknapt omdat mensen zich meer verantwoordelijk voelen. Daarom willen we verkoop van sociale woningen aan eigen bewoners niet uitsluiten. Sloop en nieuwbouw van sociale huurwoningen kan soms nodig zijn, bijvoorbeeld als de woningen niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen en niet meer te renoveren zijn.

7. Verhuur van reguliere woningen zoals via Airbnb moet beperkt worden tot 30 dagen per jaar
Verhuur aan toeristen en anderen gaat anders ten koste van woonruimte en benadeelt reguliere accommodatie-aanbieders zoals hotels. 

Antwoord CDA: ONEENS

De gemeenteraad heeft net besloten tot een termijn van 60 dagen per jaar en in het kader van een betrouwbare overheid willen we niet direct aan die afspraak tornen. We willen commerciele verhuur van woningen wel regelmatig monitoren om direct in te kunnen grijpen als het in buurten tot problemen leidt. 

8. Nieuwe studentenwoningen komen op de campus
Delft streeft naar een levendige TU-campus waar nieuwe studentenwoningen worden geconcentreerd. Bouw van nieuwe studentenwoningen in bestaande woonbuurten is onwenselijk. 

Antwoord CDA: EENS

Het CDA roept al jaren dat nieuwbouw van studentenwoningen in Delft op de campus moet plaatsvinden. Nieuwbouw in de regio vinden we ook een prima alternatief, mits die plaatsen goede OV- en fietsverbindingen hebben met Delft en de TU.

9. In straten waar de leefbaarheid onvoldoende is worden geen vergunningen meer afgegeven voor samenvoeging, omzetting of woningvorming
De leefbaarheid is op orde in een gebied waarin voldoende menging is van woon-, werk- en recreatieve functies en de bewoners een veilig en vertrouwd aanvoelende woonomgeving hebben in een geordend woon- en leefmilieu. Dit kan vooraf in kaart worden gebracht. 

Antwoord CDA: EENS

Woningen moeten vooral bewoond worden door mensen voor wie de woningen bedoeld zijn. Zo kunnen we bereiken dat er voor elke doelgroep (studenten, starters, gezinnen, senioren,…) voldoende aanbod is. Samenvoegen of juist splitsen van woningen is bij de huidige woningmarkt ongewenst.

10. Er moet een programma komen om straten met structurele overlast te verbeteren
Sommige straten en buurten zijn (sterk) achteruitgegaan door (illegale) verkamering en verrommeling op straat. Er moet in samenspraak met buurtbewoners een gerichte aanpak komen zoals ontkamering en handhaving om de leefbaarheid hier te herstellen.  

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Waar overlast wordt ervaren, bijvoorbeeld als gevolg van verkamering, zoals in de Wippolder, pakken gemeente en onderwijsinstellingen dit samen aan met wijkbewoners.

11. Nieuwe woningen moeten voldoen aan gezondheidsnormen van de WHO
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft richtlijnen opgesteld voor een gezonde woon- en leefomgeving voor geluid en luchtkwaliteit. Voor nieuwe woonbestemmingen moet uitgegaan worden van deze richtwaarden voor een gezonde omgeving. 

Antwoord CDA: GEEN VAN BEIDE

Toelichting: Het is belangrijk dat nieuwwoningen (en bestaande woningen!) zo gezond mogelijk zijn en dat we hier normen aan stellen. Dat kunnen de richtlijnen van het WHO zijn, maar ook een andere richtlijnen. In de gemeente Delft hebben we richtlijnen voor geluidsoverlast en luchtkwaliteit, die nu nog iets ruimer zijn dan de WHO-richtlijnen. In een dichtbevolkte stad als Delft met een enorme woningnood kan het soms noodzakelijk zijn om net iets boven de norm van de WHO te bouwen. Wel streven we naar verbeteren luchtkwaliteit en het verminderen van lawaai van asfalt, bijvoorbeeld door er bij Rijkswaterstaat op aan te dringen dat de snelwegen langs de bebouwde kom worden uitgerust met duurzaam en stiller asfalt. 

12. Alle sociale huurwoningen moeten ruim voor 2040 energieneutraal (nul-op-de-meter) zijn
De gemeente investeert samen met woningcorporaties meer dan nu het geval is in het energieneutraal maken van sociale huurwoningen. Er moet een prestatiecontract hierover komen met woningcorporaties. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Zeker nu de energieprijzen enorm zijn gestegen moeten we energiearmoede (dit zijn huishoudens waarvan die meer dan 10% van hun inkomsten aan energie uitgeven) tegengaan en liefst voorkomen. Om dit te bereiken, moeten juist bewoners van goedkopere koop- en (sociale) huurwoningen die vaak een hoge energierekeningen hebben kunnen profiteren van energiebesparende maatregelen. Aansluiten bij het Nationaal Isolatieprogramma door de gemeente en de rijksmiddelen die hieruit voortvloeien zo veel mogelijk toekennen aan deze bewoners, helpt daarin. Het CDA heeft hier zowel in de Tweede Kamer als in de Gemeenetraad al aandacht voor gevraagd. Of ruim voor 2040 realistisch is zal moeten blijken, maar we moeten het wel proberen.

13. Er moet een voorziening komen waarbij de gemeente initiatiefnemers begeleidt bij het vinden van de juiste aardgasvrije warmtetechniek
De gemeente moet bewoners beter informeren over energiebesparende maatregelen. In het Warmteplan Delft 2021 moet een voorziening komen waarbij de gemeente initiatiefnemers uit heel Delft met maatwerk begeleidt bij het vinden van de juiste aardgasvrije warmtetechniek. Zo kunnen bewoners die op eigen initiatief wíllen bijdragen aan de energietransitie dat ook met vertrouwen doen, onafhankelijk van waar in Delft men woont. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Net voor Kerst was CDA een van de initiatiefnemers van een motie die juist hierover gaat: kan de gemeente inwoners helpen met het nemen van maatregelen om eerder van het gas af te gaan, ook (juist!) als je in wijken woon die volgens het warmteplan later aan de beurt zijn.

OPENBARE RUIMTE EN GROEN

14. Waar groen verdwijnt moet aantoonbaar compensatie plaats vinden van voldoende omvang
Groenverlies door ruimtelijke ingrepen waarbij de bestemming groen wijzigt, moet worden gecompenseerd door tenminste een derde van de grondwaarde te besteden aan nieuw gebiedsgroen. Dit groen komt bij voorkeur in de directe omgeving, binnen twee jaar na vergunningverlening. Voor herplant van bomen geldt een minimale maat van 30-35 cm (stamomtrek op 1 m hoogte). 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: De motie ‘Huisje Boompje…’ die het CDA afgelopen periode indiende riep op om projectontwikkelaars te laten betalen voor groen in de buurt van hun project, zodat de omgeving leefbaar blijft en ook huidige bewoners profiteren.

15. De hoeveelheid groen per inwoner in Delft moet tenminste gelijk blijven
Delft heeft relatief weinig groenoppervlak. Het aantal vierkante meters groen per inwoner moet gelijk blijven wat betekent dat bij nieuwe ontwikkelingen voldoende groen wordt toegevoegd. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Dit zouden we graag zien. Of het helemaal realistisch is, is nog wel de vraag: het aantal inwoners van Delft zal nog met enige tienduizenden groeien terwijl de oppervlakte van Delft gelijk blijft. Maar om de stad leefbaar te houden in een verdichtende stad en om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen is groen essentieel. Het gaat ons vooral ook om de kwaliteit van groen ipv het aantal m2: liever een park met hoge kwaliteit groen dan een groter verwaarloosd grasveldje. 

16. Er moet een masterplan speeltuinen ontwikkeld worden. Speelplekken en pleintjes worden opgeknapt en aangepast naar de wens van de buurtbewoners
Er is te weinig speelruimte voor kinderen terwijl buiten spelen belangrijk is voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Er moet daarom meer geïnvesteerd worden in de hoeveelheid en de kwaliteit van speelruimte. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Het is voor hun ontwikkeling en sociale contacten belangrijk dat kinderen buiten kunnen spelen in een veilige omgeving. Speeltuinen spelen daar een belangrijke rol in. Het is goed om naar de mening van omwonenden te luiteren om te horen waar in een buurt behoefte aan is. We zouden het ook toejuichen als de buurtbewoners zich ook na het opknappen of aanleggen van een speeltuin verantwoordelijk voelen, bijvoorbeeld door toezicht te houden of de speeltuin schoon te houden en de gemeente tijdig te informeren als er iets is dat door de gemeente opgelost moet worden.

PARTICIPATIE

17. Omwonenden van een bouwplan moeten daarover rechtstreeks en tijdig geïnformeerd worden door de initiatiefnemer, gemeente toetst hierop
Bewoners moeten nu zelf moeite doen om te achterhalen welke plannen er zijn in hun directe omgeving. Dit voorstel verplicht de initiatiefnemer belanghebbenden rechtstreeks en adequaat te informeren. Bij vergunningverlening toetst de gemeente op deze inspanning. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: De nieuwe Omgevingswet legt een nog grotere verantwoordelijkheid bij een initiatiefnemer van een plan: participatie is in veel gevallen een verplichting van de initiatiefnemer en in situaties waarin participatie niet verplicht is, stimuleert de gemeente het. Het is goed dat de gemeente bij het nemen van het besluit hierop toetst. Eerlijke verhaal is wel dat er situaties zijn waarin de gemeente volgens de wet een vergunning niet mag weigeren zelfs als er geen participatie heeft plaatsgevonden door de initiatiefnemer. Zou de gemeente dit wel doen, dan is dat eenvoudig voor de rechter ongedaan te maken en dat leidt alleen maar tot extra kosten en frustraties.

18. Wanneer de gemeente keuzes moet maken. worden bewoners actief betrokken en de belangen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen
Bij ruimtelijke plannen waarover besluitvorming plaatsvindt in de gemeente moeten bewoners vaker actief vanaf de start worden betrokken, waarbij het participatieniveau, zoals informeren of (mee)beslissen, duidelijk is. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Het CDA is voorstander van betere participatie van buurtbewoners bij ingrijpende besluiten in hun buurt. Omdat ook buurtbewoners verdeeld kunnen zijn en verschillende meningen en belangen kunnen hebben, moet uiteindelijk de gemeente (afhankelijk van het soort besluit het college of de gemeenteraad) de knoop doorhakken. Belangrijk daarbij is dat de verschillende meningen en belangen zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen.  

19. De mening van omwonenden moet vaker meewegen bij besluitvorming in de raad
Bij veel besluiten met potentieel belangrijke gevolgen voor de omgeving wordt bij het voorstel geen rekenschap gegeven van de mening van omwonenden. Standaard moet bij zulke besluiten inzicht worden gegeven in het ‘gevoelen van de buurt’. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: We nemen aan dat de eerste zin geen wens is maar een beschrijving hoe de praktijk op dit moment ervaren wordt. Zoals ook bij de vorige vragen gezegd, hecht het CDA veel belang aan de gevoelens van de buurt. We erkennen ook dat er verschillende meningen in een buurt kunnen zijn, en het is aan de politiek en het bestuur om die meningen in kaart te brengen en tegen elkaar af te wegen.

20. Referenda en burgerinitiatieven moeten eenvoudiger mogelijk worden
Maak referenda makkelijker door lagere drempels en minder uitsluiting van onderwerpen. Dat geldt ook voor burgerinitiatieven. Bewoners kunnen hierin ondersteund worden vanuit de gemeente. 

Antwoord CDA: ONEENS

Het CDA is groot voorstander van participatie en betrokkenheid van omwonenden en belanghebbenden, maar geen voorstander van referenda. Veel beslissingen zijn niet terug te voeren zijn op een eenvoudige vraag die met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kan worden en waarbij de mening van de helft + 1 van de Delftse inwoners per definitie het juiste besluit is.

21. Er moet een ‘omgevingstoets’ komen bij ingrepen in de buurt
Het is belangrijk dat kleine ingrepen in de wijk, zoals herinrichting of onderhoud van de buitenruimte, snel worden opgepakt. Input vanuit de buurt is hierbij belangrijk; bij besluitvorming moet inzicht worden geboden in reacties vanuit de omgeving. 

Antwoord CDA: EENS

Toelichting: Eens, met de toevoeging dat het CDA ook graag betrokkenheid van de buurt ziet. Zeker bij kleine ingrepen hoeft de gemeente niet alles te doen (of laten uitvoeren door bedrijven die ingehuurd worden), maar zouden betrokken buurtbewoners dit ook zelf ook, gefaciliteerd door de gemeente. Samen klein onderhoud aan de buurt plegen verhoogt de sociale cohesie.  Dus input vanuit de buurt waarbij ook een aanbod ligt ‘wat willen en kunnen we als buurt zelf doen en welke ondersteuning hebben we nog nodig van de gemeente’ wordt wat het CDA betreft met extra voorrang behandeld.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.