Armoede

Armoede is niet alleen een financieel probleem, maar vooral ook een zaak van niet kunnen meedoen in de samenleving. Daarom wil het CDA een actief armoedebeleid van de gemeente. Ook hier geldt dat de inwoner eerst zelf verantwoordelijk is. Een integrale aanpak met zorg en welzijn is geboden. En hierbij geldt voorkomen is beter dan genezen. Goed toegankelijke en begrijpelijke informatie over de minimaregelingen zowel van de gemeente als het rijk is een basisvoorwaarde. Bij armoedebestrijding ligt er volgens het CDA ook nadrukkelijk een taak voor maatschappelijke organisaties, religieuze organisaties, particuliere initiatieven en het bedrijfsleven. Gelukkig gebeurt daar veel, maar de groep mensen in de bijstand daalt nog niet. Armoede is niet altijd gekoppeld aan een uitkering er zijn ook veel arme werkenden. Het beleid is nu erg gericht op mensen die in de bijstand zitten. Het CDA zou graag meer mensen ondersteunen die het zwaar hebben, wel een baan hebben, maar daar te weinig aan overhouden om normaal te leven.

Het stadsbestuur faciliteert budgetcoaches en buddy’s zodat Hagenaars andere Hagenaars helpen bij het vinden van werk, participatiemogelijkheden en leren omgaan met het beperkte huishoudbudget. 

Het CDA gaat voor meer banen, voor starters, mensen die door willen groeien en herintreders. Werken moet lonen, zodat minder mensen in de bijstand gevangen blijven. Het CDA wil dat Den Haag een aantrekkelijke stad is en blijft, ook voor bedrijven, congressen en evenementen.

De capaciteit en toegankelijkheid van de schuldhulpverlening blijft op peil zodat mensen in een hopeloze situatie weer toekomstperspectief krijgen. Waar mogelijk wordt ingezet op het voorkomen van schulden. Ook hier ondersteunt het stadsbestuur particuliere initiatieven.

De ondersteuning door de gemeente vanuit het sociale beleid en het armoedebeleid dient tijdelijk van aard te zijn. Ook zal de gemeente specifieker aandacht hebben voor armoede en kinderen in armoede.

Het stadsbestuur ontwikkelt een perspectievenbeleid met aandacht voor extra ondersteuning van mensen die buiten hun schuld langdurig in armoede moeten leven (kinderen, ouderen en gehandicapten).

Kortingen via de Ooievaarspas moeten op deze groepen gericht zijn. Met name kinderen moeten niet op sociale achterstand komen te staan.

Armoedebeleid, dat door de rijksoverheid wordt ondersteund, wordt zo specifiek mogelijk ingezet op de doelgroep, waarbij meer inspanning wordt verricht om de doelgroep te benaderen, hiertoe wordt met huisartsen, scholen, sportverenigingen, religieuze organisaties en andere lokale maatschappelijke organisaties samengewerkt.

Voedselbanken blijken helaas noodzakelijk maar moeten wel een tijdelijke oplossing blijven. Bezoekers van de voedselbank hebben vaak meerdere problemen tegelijk, zoals werkloosheid en schulden. De gemeente gaat hen actief benaderen om deel te nemen aan het schuldhulpverleningstraject en het zoeken van werk. 

De gemeente werkt eraan mee dat wanneer jongeren een vrijwillige maatschappelijke dienstplicht hebben vervuld, zij voorrang krijgen bij een baan, zoals in het regeerakkoord is afgesproken.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.