16 september 2020

Kavish Partiman pleit voor een nieuw evenwicht tussen markt, overheid en samenleving

Deze vreemde tijd houdt ons een spiegel voor, zo betoogt CDA-fractievoorzitter Kavish Partiman tijdens de algemene beschouwingen van 2020 in de gemeenteraad van Den Haag. Hij wil eerlijk in die spiegel kijken, om samen met de inwoners van Den Haag na te denken over wat echt van waarde is. “Als CDA willen we samen op zoek naar een nieuw evenwicht tussen markt, overheid en samenleving. De markt en de overheid  zouden weer meer ten dienste moeten staan van die sterke Haagse samenleving.” Dat betekent volgens Partiman een overheid als krachtig schild, waarop je kunt vertrouwen. “Zo moeten we het weer gaan hebben over een overheid die de regie neemt door middel van volkshuisvesting.”

Op het gebied van duurzaamheid waarschuwt het CDA voor experimenten: “zet op weg naar die duurzame stad de stappen waarvan we weten dat ze werken, zoals het isoleren van de woningvoorraad. Laat dure en riskante experimenten op kosten van onze inwoners achterwege”, zegt Partiman.  In het verleden zijn in goede tijden de financiële reserves van de gemeente Den Haag opgebouwd, waardoor nu in moeilijke tijden de druk op inwoners wat verlicht kan worden. “Laten we ook in de toekomst blijven bouwen aan dit fundament van financiële verantwoordelijkheid, aldus de CDA-fractievoorzitter: “zo vormen we een overheid waar onze inwoners op kunnen bouwen.”

Lees hieronder de volledige spreektekst van Kavish Partiman bij de Algemene Beschouwingen 2020:

CDA Den Haag bepleit een nieuw evenwicht tussen markt, overheid en samenleving

In de afgelopen periode zijn velen getroffen door het coronavirus. Hagenaars zijn dierbaren verloren. En we zijn nog niet uit deze zware tijden. Wij willen daarom vanuit deze plek ons hartelijk medeleven betuigen met allen die geraakt zijn in deze zware tijd.

Deze zware en vreemde tijd houdt ons tegelijk een spiegel voor. Laten we de moed hebben om in die spiegel te kijken. Om te kijken, rustig, maar met open vizier, en samen, constructief, naar onszelf.  Wát zijn de dingen die we écht belangrijk vinden? Hoe moet onze wereld, hoe moet die stad waarvan we zo houden, dat prachtige Den Haag, er uit zien ná deze bewogen periode?

We weten niet precies wat ons nog te wachten staat. Maar we kunnen wel samen spreken met elkaar, over wat waardevol is. Wat het CDA betreft toont deze crisis aan, dat we op zoek moeten naar een nieuw evenwicht tussen markt, overheid en samenleving. In dat nieuwe evenwicht zouden markt en overheid weer meer ten dienste moeten staan van de Haagse samenleving, van de Hagenaars die samen die sterke Haagse samenleving vormen.

Want, kijkend in de spiegel, zien we hoe belangrijk dat samen-leven voor ons is. We voelden ons de afgelopen periode soms alleen, velen van ons wáren soms heel alleen. We merkten dat we elkaar nodig hebben, en dat het daarom draait: om samenleven, elkaar helpen, er voor elkaar zijn. Voorzitter, laten we dit onthouden bij onze zoektocht naar een nieuw evenwicht.

Wat het CDA betreft hebben we hiervoor een sterke overheid nodig, die er is voor de Hagenaar, en niet andersom. Een overheid waarop je kunt vertrouwen, een overheid als krachtig schild voor mensen die het moeilijk hebben of er ‘tussendoor’ dreigen te vallen.

Vindt het college met ons dat een overheid waarop je kunt vertrouwen en die zekerheid biedt, dat zo’n overheid betekent dat we het weer moeten gaan hebben over volkshuisvesting? Hebben we op het gebied van wonen niet juist een visible hand nodig, een overheid die zichtbaar de regie neemt en door middel van volkshuisvesting de Hagenaar veel meer zekerheid gaat bieden? Graag een reactie van het college.

Terecht zet het college samen met de woningbouwcorporaties al in op het tegengaan van het tekort aan sociale woningen. We moeten op zoek naar een nieuw evenwicht in de relatie met omliggende gemeenten. Het gaat namelijk niet om een Haags tekort, maar om een tekort van de regio Haaglanden. Aan de oplossing zouden alle  gemeenten die deel uitmaken van deze regio een bijdrage moeten leveren. Kan Den Haag hierin een leidende rol vervullen? Zo ja, hoe ziet het college dit voor zich?

In het nieuwe evenwicht willen we een leefbare stad, met groen, ruimte, sport, cultuur, onderwijs en mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Voordat besloten wordt hoeveel huizen ergens komen, moet volgens ons de gemeente aan zet zijn om na te denken over ruimte voor sport, groen, leven, recreatie, ontmoeten, onderwijs en verenigingen. Dat is nu veelal andersom. Ziet het college mogelijkheden om meer na te gaan denken over wat we als stad aankunnen met de faciliteiten die we hebben? In plaats van steeds verder uit te breiden en daarna pas te kijken of het wel past? Graag reactie van het college hierop.

Goed luisteren naar onze inwoners zou op nummer één moeten staan. Maar is ons idee van participatie wel juist? Leveren de huidige participatietrajecten wel echte inspraak op? Horen we daar wel de echte zorgen? Het gevaar ontstaat dat een klein groepje mondige burgers goed gehoord wordt, terwijl dit vaak niet representatief is voor de hele wijk. Voor de zomer is dit flink misgegaan met het plaatsen van pollers in de Schilderswijk, nu merken we ook dat het mis dreigt te gaan in het Zeeheldenkwartier. Los van de inhoud van de besluiten wil ik de vraag poneren of het participatietraject wel voldoet aan de eisen die wij eraan stellen? En ligt hier niet ook een grote taak voor ons als raadsfracties? Luisteren we goed naar de zorgen in de stad, juist naar de mensen die niet overal aangehaakt zijn? En maken we wel de juiste vertaalslag, naar een verhaal over het algemeen belang, het belang van alle inwoners? En niet het particuliere of het bestuurlijke belang?

Op het gebied van er zijn voor je burgers, juist op het moment dat zij ons nodig hebben, verdient dit college een groot compliment. In het verleden hebben we reserves opgebouwd, vet op de botten. Juist daarom kunnen we nu, in deze moeilijke tijden, een sterke overheid zijn en de druk voor velen wat verlichten. Waar anderen niet altijd hechten aan een sluitende begroting, hebben wij in vette jaren zuinigheid betracht, lasten laag gehouden en reserves opgebouwd. Laten we ook in de toekomst blijven bouwen aan dit fundament van financiële verantwoordelijkheid.

Op het gebied van jeugdzorg en welzijn betekent het vinden van een nieuw evenwicht dat we de problematische slingerbeweging die we zien in het welzijnswerk een halt zouden moeten toeroepen. De problemen los je niet op door er maar veel geld en overheidsplannen tegenaan te gooien. En die andere kant van de slinger, het bezuinigen op en afbreken van het welzijnswerk, werkt ook niet. Met plussen of minnen op hetzelfde systeem behouden we dezelfde problemen. Niet het huidige systeem zou leidend moeten zijn, maar de hulp waarvan ouders aangeven dat ze die nodig hebben. Betekent het zoeken van een nieuw evenwicht niet dat we veel meer zouden moeten gaan redeneren vanuit de hulpvraag? Veel ouders vertrouwen andere partners vaak veel meer, zoals de verschillende levensbeschouwelijke organisaties in onze stad. Zij horen vaak veel beter wat er achter de voordeur speelt. Wellicht kunnen we zo nieuwe prikkels creëren om de problemen aan te pakken?

Bij het nieuwe evenwicht van de toekomst hoort een duurzame stad. Nu de eneco-gelden er zijn moeten we dan ook durf tonen door grote stappen te zetten op weg naar die duurzame stad. Het verwisselen van tweetakmotoren voor tegoed in het OV en het aanleggen van wat groene daken is leuk, maar dit zijn geen grote stappen. Het verduurzamen van onze oude woningvoorraad, beginnend met isolatie, is wel een grote stap, die echt bijdraagt aan een duurzamere stad. We weten dat dit werkt en hoeven niet te vrezen dat experimenten ten koste zullen gaan van de minder draagkrachtigen. Want experimenten met alternatieve vormen van warmte moeten wat ons betreft nog even overgelaten worden aan de wetenschappers. De portemonnee van de gemiddelde Hagenaar kan dure miscalculaties echt niet opvangen.

Wat betreft ons economisch beleid: hoe we ons geld verdienen zal waarschijnlijk gaan veranderen. We zullen onze economie daarop aan moeten passen. Het uitstellen van de bezuiniging op economie geeft de mogelijkheid om op deze vraagstukken innovatief in te spelen. Wij zijn dan ook benieuwd hoe het college dit vorm zal geven. Want op de oude voet doorgaan met miljoenen minder zal een negatief effect hebben. Onze benadering zal anders moeten. Graag hoor ik van het college hoe zij dit voor zich ziet?

Voorzitter, het CDA wil het gesprek aan gaan, over wat van waarde is. We willen luisteren naar de raad, naar het college, en vooral naar onze inwoners, over wat zij belangrijk vinden, over wat zij zien als ze in de spiegel kijken. Samen, constructief, willen we bouwen aan Den Haag. Wat mij betreft gaan we gezamenlijk op zoek naar een nieuw evenwicht, waarin de Haagse samenleving centraal staat. Bij deze mijn symbolisch uitgestrekte hand om samen na te denken, om samen te werken. Op naar een nieuw evenwicht tussen markt, overheid en samenleving.

Voorzitter, dank u wel.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.