07 september 2011

Het was mij het weekje wel (column Teun Hardjono)

Het was me het weekje wel


De week van 20 juni gaf een verhelderend inzicht in de uitdagingen waar we in Gouda mee te maken hebben. Op de maandag werden we als raadsleden geïnformeerd over de stand van zaken bij de verschillende samenwerkingsverbanden die de Gemeente Gouda de afgelopen jaren al dan niet vrijwillig is aangegaan . Samenwerkingsverbanden die niet zelden belangrijke, de burger direct rakende diensten betreffen. Van elk samenwerkingsverband waren de jaarverslagen, de plannen en de begrotingen toegestuurd, echter wel op een zodanig tijdstip dat vrijwel geen enkel raadslid die tot zich kon nemen. Een blijk van de afstand die er is gegroeid tussen de raad en organisaties die namens de Gemeente diensten uitvoeren of de gemeente vertegenwoordigen in belangrijke overleggen. Toezicht wordt nu vrijwel uitsluitend door het college gedaan. Soms als bestuurder zodat er nog enig invloed is op het beleid, maar ook als commissaris waardoor de afstand tot het dagelijks bestuur van die organisatie behoorlijk groot is. De ontwikkelingen bij Cyclus zijn daar een indringende illustratie van. Daar komt bij dat die organisaties en zeker als ze privaatrechtelijk verzelfstandigd zijn, van nature de neiging zullen hebben zich op de eigen continuïteit te richten, wat niet vanzelfsprekend in het verlengde ligt van de politieke en bestuurlijke wensen van de raad. Alle reden dus om in de toekomst daar nog eens kritisch te kijken. Extra nodig omdat de keus wat de positie van Gouda moet zijn, bij elk van de samenwerkingsverbanden anders lijkt te liggen. Wil Gouda een grote stad worden? Bijvoorbeeld door te fuseren met Waddinxveen of zelfs met de gemeenten in de Krimpenerwaard. Wil Gouda een centrum gemeente zijn met een hoogwaardig maar ook concurrerend aanbod naar de om haar heen liggende gemeenten of volgt Gouda de ontwikkelingen die je in het bedrijfsleven ziet, in de richting van een onderdeel zijn van een uitgebreid netwerk waar ketensamenwerking centraal staat, met het leveren van een toegevoegde waarde aan het netwerk hét succes criterium en dienstbaarheid als passende houding.

Op de woensdag daarna vond van vier tot elf het debat over de voorjaarsnota plaats. De hele nota gaat over bezuinigingen. Hoe verdeelt Gouda een bezuiniging van 15 miljoen over een vrije bestedingsruimte van ca 60 miljoen. Gouda Positief, Trots op Nederland, Gouda 50+ en Gemeente Belangen Gouda, samen ongeveer 25% van de raad, hadden ons kort daarvoor verrast met een brief aan de provincie waarin verzocht wordt Gouda onder curatele te stellen. Onder meer door te betogen dat: “de overige partijen en het College over onvoldoende bestuurscapaciteit beschikken om de benodigde snelle “turnaround”te realiseren”. Trots op Nederland deed daar nog een schepje bovenop door met een bezuinigingsvoorstel te komen dat uitgaat van een reductie van 20% op het ambtenarenapparaat met als enig argument “gelijke monniken, gelijke kappen”. Onze fractie voorzitter stelde in haar betoog dat het CDA de voorstellen vanuit onze uitgangspunten beoordeelt. Ze begon dan ook, wijs genoeg, die nog maar weer eens met het noemen. Ze wees er op dat je die ook op basis van objectivistische rationele ideologie kan beoordelen, maar dat in gaat tegen alles waar het CDA voor staat. Het objectivistische rationalisme is een filosofisch systeem dat door Ayn Rand is uitgewerkt gebaseerd op: rationalisme, objectieve kennis, atheïsme, rationeel egoïsme, met in politiek opzicht kiezen voor een: laissez-faire kapitalisme en minarchisme (=nachtwakerstaat). Uiteindelijk dus om zeep helpen van de democratie. Jan de Laat van Gouda Positief reageerde daarop door expliciet aan te geven dat dit voor hem juist wel het leidend principe is. Dat weten we dan ook weer, waarbij men zich kan vragen of de partijen die zo makkelijk met Gouda Positief meegaan zich dat wel realiseren, evenals de kiezers die gestemd hebben op Gouda Positief.

Hoog tijd dus voor ons als CDA duidelijk te maken waar wij voor staan. Opgemerkt is reeds dat de voorjaarsnota vrijwel geheel in het licht van de bezuinigingen staat. Opvallend vind ik daarbij dat het begrip “kaders stellen” iedere partij voor in de mond ligt. Kaders stellen is grenzen aangeven. Volgens mij moet de Gemeente de tijd nemen te reflecteren op haar taak en op grond daarvan richting kiezen in plaats van grenzen stellen. Een deel van de financiële problemen van Gouda vindt ook haar oorzaak in een teruglopend bezoekersaantal en een verminderde aantrekkelijkheid als woon- werk- en vestigingsstad. Gouda heeft vele aantrekkelijkheden zoals het historische centrum, maar die hebben andere steden ook. Misschien om eens “out of the box” te denken en andere bijzondere punten te onderstrepen. Recent hadden we de Kerkennacht, we de hadden The Passion in onze stad, de Ark van Noach legde aan, we hebben onze kaarsjesavond, de Goudse Glazen, de Jeruzalem Kapel, een museum met prachtige altaarstukken, tal van mooie en bijzondere kerken. We hebben een band met Erasmus, we zijn de stad Coornhert en er is vast meer. Misschien tijd om Gouda te profileren als stad waar spirituele en religieuze tradities, symbolen en bronnen te vinden zijn. In ieder geval tijd om onze CDA uitgangspunten nog weer eens nadrukkelijk naar voren te brengen en die te koppelen aan het vele mooie dat onze stand te bieden heeft.


Teun Hardjono.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.