21 september 2020

Update Regionale Energiestrategie (RES)

Sinds eind 2019 mag ik voorzitter zijn van de raadsbrede werkgroep energietransitie. Nog even in herinnering: de energietransitie is wereldwijd, Europees en landelijk ingezet om verbeteringen in het klimaat te bereiken. Afspraken zijn gemaakt waar ook wij als gemeente Krimpenerwaard ons aan moeten houden. Maar ook aan willen houden. We willen werken aan een wereld waarin ook onze kleinkinderen kansen hebben op een gezond leefklimaat. En daar voeg ik aan toe: wij moeten ook onafhankelijker worden van landen die verbrandingsstoffen leveren, zoals het Midden Oosten en Rusland. Voor een schone en stabiele economie moet het roer om. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan: toen we van turf naar kolen overgingen kostte dat banen, maar het leverde ook nieuwe banen op. Toen in de 60-er jaren de kolenmijnen in Limburg gingen sluiten, ontstond er veel rumoer, maar er kwamen ook nieuwe kansen. Het Groningse gas heeft Nederland veel opgeleverd, maar op dit moment zijn er ook alle redenen om de gaswinning te stoppen. Opvallend aan al deze energietransities is dat het allemaal verbrandingsstoffen waren, maar dit werd wel steeds schoner in gebruik. Nu staan we dus weer voor een nieuwe energietransitie. Ook deze zal weer kansen maar ook zorgen en gedoe opleveren. Het is zaak onze ogen, maar ook onze harten goed open te houden!

Drie elementen van energietransitie:

  1. Laat ik beginnen met een transitie die een beetje ongemerkt verloopt: de transitie binnen het transport. Elektrische treinen hadden we al volop. Maar meer en meer zien we nu hybride auto’s, volledig elektrische auto’s en zelfs elektrische bestelbusjes en vrachtauto’s verschijnen en zullen verschijnen. Nog een beetje de vraag wat de rol van waterstof zal worden. Mogelijk komt die techniek bij auto’s ook volop in beeld. Op de paar resterende diesellijnen wordt volop geëxperimenteerd met waterstoftreinen. Eén ding is zeker: elektrische transport zal invloed gaan hebben op het elektriciteitsnetwerk.
  2. Dan een transitie die op kortere termijn op ons gaat afkomen: transitievisie Warmte. Dit is een opgave voor iedere gemeente om hierop plannen te maken. Op langere termijn is het immers de bedoeling dat de warmte in onze woningen en andere panden niet meer met verbrandingsenergie uit kolen, gas en olie wordt opgewekt. Hoewel daar voorlopig nog voldoende van lijkt te zijn, zijn er toch voldoende redenen om daar van af te stappen. Denk bijvoorbeeld maar aan Groningen. Ook uit deze transitie zal een stevige elektriciteitsvraag naar voren gaan komen. Dit is echter nog niet (volledig) in beeld. We weten wel dat dit groot zal zijn.
  3. Tot slot de energietransitie van de bestaande elektriciteit. Nu wordt deze nog volop opgewekt in kolen-, gas- en olie-centrales. Ook dit moet anders. De doelstelling is om in 2030 de huidige energieopwekking voor de helft duurzaam te doen; lees: met zonnepanelen en windmolens. Aan alternatieven wordt ook wel gewerkt, maar tot 2030 is daarvan nog geen elektriciteitsopbrengst te verwachten. We moeten het dus doen met zonnepanelen en windmolens. Dit deel van de energietransitie wordt niet per gemeente, maar regionaal opgepakt. Er wordt in 30 regio’s gewerkt aan de zogenoemde “regionale energiestrategie” (RES). In ons geval gaat dat om de regio Midden Holland: Zuidplas, Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Gouda en Krimpenerwaard werken hier samen aan de RES.


De politieke behandeling van de RES:
In de werkgroep Energietransitie komen de woordvoerders van de verschillende partijen op dit onderwerp raadsbreed samen, bouwen kennis op, delen visies en ervaringen. De werkgroep doet voorstellen aan de raad voor inhoudelijke behandeling van de energietransitie in het algemeen en (de laatste tijd) de RES in het bijzonder. In januari 2020 maakten we een uitgangspuntennotitie-RES, die op 4 februari werd vastgesteld in de Raad.

In april, mei en juni vergaderden we als werkgroep regelmatig digitaal. In die tijd kwam er steeds meer zicht op de conceptteksten voor de RES. Als werkgroep formuleerden we een zienswijze op deze concepten. Begin juli lag er een regiobreed opgestelde “voorlopige concept-RES”. Tijdens de Raad van 14 juli stelden we daar de zienswijze op dit voorlopige  concept vast.

In de maanden juli en augustus werkten ambtenaren en wethouders aan de “Concept RES” (niet meer voorlopig dus). Wij merkten dat aan al onze zienswijzen tegemoet was gekomen. Wat de werkgroep betreft ligt er dus niets meer in de weg om het Concept-RES vast te stellen tijdens de raad van 29 september.

Zijn we er dan? Nee, zeker niet! In juni 2021 moet er een “RES 1.0” liggen. Dat is dus de eigenlijke tekst van de regionale energietransitie. Goed om te weten: om de twee jaar zal er een nieuwe versie uitkomen (RES 2.0, RES 3.0 etc.). Dit is nodig om goed rekening te kunnen blijven houden met technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Om van concept RES naar RES 1.0 te komen is dus zo’n 7,5 maanden tijd. En dat is kort! Daarom geven vele raden aan waar aan gedacht moet worden bij de verdere uitwerking. Dit gebeurt met moties. Tijdens een bijeenkomst van alle vijf raden is gesproken over de verdere uitwerking. Moties werden daar zo veel mogelijk met elkaar gedeeld en op elkaar afgestemd.

Wat vinden we als CDA Krimpenerwaard belangrijk?
Een paar onderwerpen raak ik kort aan:

  • Echt zorgen dat zo veel mogelijk inwoners en bedrijven mede-eigenaar worden van energieopwek.
  • Grondeigenaren zijn zeker mensen die de kans moeten krijgen om deel te nemen aan energieopwek.
  • Voor iedereen moet het haalbaar en betaalbaar blijven; energiearmoede dient voorkomen te worden. Voor iedereen! In dat kader heeft het CDA samen VVD, VGBK en D66 een (op 16 september aangenomen) motie ingediend voor het opstellen van een energiefonds. Een zogenoemd “revolving fund”. De kosten gaan immers voor de baat bij investeringen in energieopwek en energiebesparing. Om iedereen deel te laten nemen, is het dus nodig om geld ter beschikking te kunnen stellen aan mensen met een goed plan dat zicht geeft op terugverdienmogelijkheden.
  • We willen bij energieopwek dat allereerst zo veel mogelijke gebruik wordt gemaakt van bestaande harde oppervlaktes zoals (stal)daken.
  • Zonnepanelen op weilanden willen we – vanwege landschap en de grond – zo lang mogelijk voorkomen; eerst alle (stal)daken. Honderden hectaren zonnepanelen op de grond zien we echt als een schrikbeeld.
  • Windmolens kunnen wat ons betreft wel, op voorwaarde dat de direct omwonenden en grondeigenaren actief participeren, er achter staan en straks dus ook deelnemen in de opbrengsten.
  • We moeten de komende 10 jaren niet alleen met deze invulling bezig zijn (hoewel dit voor veel werkgelegenheid kan zorgen!), maar we moeten ook verder kijken. Aansluiten op landelijke onderzoeken naar alternatieven. Hoe zit het straks met waterstof? Moeten we ons gasnet daarvoor geschikt maken? Is het mogelijk om een Torium-centrale op de Maasvlakte te bouwen? En wat betekent dat voor het kabelnetwerk? Enz. Enz. Zoals Johan Cruijff ooit zei: “je hoeft niet hard te lopen; je moet wel op tijd beginnen!”.

Kortom: een enerverend onderwerp waarover we de komende tijd nog vaak zullen spreken!

Kees Larooij
raadslid CDA Krimpenerwaard

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.