27 oktober 2020

CDA presenteert zijn kandidatenlijst

Het CDA heeft zijn kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen vastgesteld. Een mix van vernieuwing en ervaring, met kandidaten uit alle hoeken van het land. Lijsttrekker Hugo de Jonge staat als partijleider op nummer één en zijn running mate Pieter Omtzigt op nummer twee. De man van het harmoniemodel en de man van de confrontatie. Het duo zit aan elkaar vast sinds de lijsttrekkersverkiezingen begin juli. De Jonge won die strijd om het leiderschap nipt met 50,7 procent van de stemmen. Omtzigt kreeg 49,3 procent van de CDA-leden achter zich. Op plek drie staat een nieuwe, Brabantse kandidaat: Inge van Dijk. Zij is nu wethouder in Gemert-Bakel en voorzitter van de provinciale CDA-afdeling Brabant. Ook op plek tien een opmerkelijke naam: Lucille Werner. Zij is maatschappelijke actief en gaat dat nu voortzetten vanuit een volksvertegenwoordigende rol. Bijzondere vermelding verdient Rick Brink, nu Minister van Gehandicaptenzaken en eerder CDA-fractievoorzitter in Hardenberg, op plek 24.

Strategische koers

Het CDA probeerde de afgelopen jaren de komende campagne goed voor te bereiden. Het wetenschappelijk instituut schreef een rapport over de nieuwe strategische koers van de partij, dat als basis kan dienen voor het verkiezingsprogramma. Daarmee verlaat het CDA de lijn rechts van het midden, gericht op een kleinere overheid en nationale trots. De partij neemt afstand van de ontevreden en angstige burger en wil hoop en perspectief bieden op een betere toekomst. In het rapport Zij aan zij over de koers tot 2030 staat ook een interessante passage over de stijl van de partij die meer lijkt aan te sluiten bij De Jonge dan bij Omtzigt: Het CDA is tegen ‘een wereld van polarisatie’.  En verder: ‘We zullen er altijd samen uit moeten komen om iets voor elkaar te krijgen’.

Als team opereren

In de campagne zullen De Jonge en Omtzigt als een team moeten opereren. CDA’ers betogen dat beide mannen een belangrijke rol krijgen, maar niemand kan voorzien welke vorm de verkiezingsstrijd krijgt. Door corona blijft het uitdelen van folders op straat waarschijnlijk achterwege en treffen de politici de kiezer vooral online. De nieuwe rol van Omtzigt krijgt stukje bij beetje vorm. CDA’ers benadrukken dat hij bij ieder partijoverleg op topniveau betrokken is. In september werd hij vicevoorzitter van de fractie in de Tweede ­Kamer. Het werk dat daarbij hoort, blijft de tweede vicevoorzitter Madeleine van Toorenburg doen, want Omtzigt geeft de portefeuilles die hij als Kamerlid heeft niet op (vooral Belastingdienst, pensioenen en ­Europa). En daaraan heeft hij zijn handen vol. Sinds de zomer zit Omtzigt bij het zogeheten bewindspersonenoverleg van het CDA. Dit is een belangrijk onderling ­beraad van ministers en staatssecretarissen, de fractievoorzitters in Eerste en Tweede Kamer en vaak ook de partijvoorzitter aan de vooravond van de wekelijkse ministerraad. Met dat overleg probeert het CDA, net als coalitiegenoten VVD, D66 en ChristenUnie dat doen met hun eigen bewindspersonenoverleg, op donderdagavond de klokken gelijk te zetten.

Europa

Interessant is vooral wat het CDA formuleert over Europa. Omtzigt is heel kritisch over het beleid van de Europese Centrale Bank en over steun aan Zuid-Europa en zit op één lijn met de minister van financiën, Wopke Hoekstra. Hugo de Jonge praat niet veel over Europa, want hij is onervaren op het terrein van de buitenlandse politiek. Als hij het ­onderwerp aansnijdt, slaat hij een veel vriendelijker toon aan dan Omtzigt. Hij borduurt voort op zijn basishouding: het CDA is tegen polarisatie, het is een partij die bruggen bouwt en de samenwerking zoekt. Zoals Omtzigt een bondgenoot heeft in Hoekstra, zo heeft De Jonge steun aan Ben Knapen, ex-staatssecretaris voor Europese Zaken en een vurig pleitbezorger van Europese samenwerking. Knapen is voorzitter van de commissie die het partijprogramma schrijft. De benadering van Europa is een voorbeeld van het verschil in stijl tussen Omtzigt en De Jonge. De eerste is confronterend, de tweede vooral constructief. De een is op zoek naar het betere, de ander naar het compromis. Om iets te bereiken kan de stijl waarmee de politicus opereert een groot verschil maken.

Eigen accenten

In lezingen zetten De Jonge en Omtzigt afgelopen maanden hun eigen accenten. De lijsttrekker hield in september de Abel Herzberglezing en schetste grote lijnen zoals van hem bekend: ‘Solidariteit en lotsverbondenheid bieden ons de weg uit de crisis’. Hij memoreerde dat de coronacrisis ‘de tekortkomingen van het liberalisme aan het licht heeft gebracht’. Pieter Omtzigt was op 2 oktober te gast bij de Stichting Sociale Christendemocratie. Verbetering van de ­relatie tussen overheid en burger is zijn thema. Het Kamerlid pleit voor het ‘kalibreren van de rechtsstaat’. Het vertrouwen van de burger in de overheid is geschaad door onder meer de kinderopvangtoeslagaffaire en om dat te repareren is controle en transparantie nodig. ‘Controle en transparantie zijn geen tekenen van wantrouwen. Zij zijn juist een essentieel onderdeel van elke functionerende organisatie en een teken van groot zelfvertrouwen.’

Evenwichtskunst

Om te laten zien dat De Jonge en Omtzigt als tandem kunnen opereren, vierden zij samen het veertigjarig bestaan van de partij op 10 oktober. Een gesprek met de twee kopmannen aan een Hollandse keukentafel werd online uitgezonden. Omtzigt: ‘De overheid moet een schild zijn voor de zwakkeren en niet het zwaard van Damocles.’ De Jonge: ‘Het CDA kan stad en platteland verbinden. Omzien naar elkaar is overal belangrijk.’ Voordat de champagne op tafel kwam, spraken de twee nog over hun jeugd. Hoe Omtzigt met zijn dwarsfluitspel nog in een symfonieorkest belandde en hoe bij De Jonge, als zoon van een ­dominee, het schieten van besjes bijkans een waagstuk werd. De lijsttrekker en zijn running mate moeten alle zeilen bijzetten om tot half maart de kiezer te overtuigen van de ideeën van het CDA. Evenwichtskunst is vereist. De uitlatingen van Omtzigt mogen niet te veel uit de pas lopen bij de opvattingen van De Jonge en andersom. Het gaat nog spannend worden!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.