13 april 2021

Chique herensociëteit

Ooit ademde de Tweede Kamer een sfeer van een chique herensociëteit, waar de aanwezigen zich wisten te gedragen. De voorzitter van het parlement was vanzelfsprekend een man. Een man van de klok bovendien. De voorzitters die in de 19e eeuw de vergaderingen presideerden hielden een scherp oog op het uurwerk. Geen pretentieuze coterie en geen debatten tot diep in de nacht. Van tien tot vier overdag moest genoeg zijn. Als het rijtuig van de voorzitter was komen voorrijden, liet hij een bord rondgaan met het woord ‘Genoeg’. De spreker moest dan afronden. Alle anderen dienden hun vergaderstukken bij elkaar te pakken en de vergaderzaal te verlaten.

Teleurgesteld

Vroegere voorzitters interrumpeerden tijdens een debat hoogstzelden. Er werden in de Handelingen maar weinig van dit soort verbale interventies geturfd. Khadija Arib liet verbaal weten als een betoog te langdradig werd. ‘Wilt u afronden?’, zei ze dan, of woorden van gelijke strekking. Inmiddels heeft zij teleurgesteld de voorzittershamer overgedragen. Met een ruime meerderheid in de eerste ronde heeft de Tweede Kamer Vera Bergkamp (D66) tot haar nieuwe voorzitter gekozen. Met haar belofte een bondgenoot te zijn voor de Kamerleden in de strijd om een betere informatiepositie van het parlement, won ze van mede-uitdager Martin Bosma en Khadija Arib. Er was slechts één stemronde voor nodig. Daarin kreeg Bergkamp een meerderheid van 74 van de 139 geldig uitgebrachte (geheime) stemmen, Arib 38 en Bosma 27 stemmen. Het debat met de drie kandidaten voorafgaand aan de stemming liet zien welke zware taak er op de schouders van de nieuwe voorzitter rust. De Tweede Kamer likt nog steeds de wonden van de Verkenning, met de schoffering van Kamerlid Pieter Omtzigt in de vorm van ‘functie elders’.

Erebaan

Het voorzitterschap van de Tweede Kamer gold in de vorige eeuw vooral als een erebaan voor één jaar, bovendien als een opstap naar een volgend mooi ambt na afloop, bijvoorbeeld Commissaris van de Koning(in), lid van de Raad van State of burgemeester. En lang was het niet eens per se vanzelfsprekend dat de voorzitter als een leeuw vocht voor zijn volksvertegenwoordigers. In de eerste decennia van het Koninkrijk der Nederlanden leek de voorzitter vaak eerder een verlengstuk van de macht van de vorst. Vooral de conservatieven stonden bekend om hun goede relaties met koning Willem III.

Handtekening van het staatshoofd

De Tweede Kamer koos de voorzitter weliswaar uit haar midden, maar de uitslag had nog lang de status van een officiële voordracht. Het staatshoofd moest zijn of haar handtekening zetten onder de benoeming. Dat veranderde met de Grondwetswijziging van 1983. Voortaan verliep de hele procedure via de Kamer zelf. En in plaats van voor één jaar werd de voorzitter voortaan voor de duur van een kabinetsperiode verkozen.

Dualisme

In lijn met de politieke ontwikkelingen bevorderde men later het dualisme en nam meer afstand van de regering. Het zou nog ruim twee decennia duren voordat het ‘Mijnheer de Voorzitter’ gemeengoed werd. De vooraanstaande liberaal Johan Rudolph Thorbecke was in 1850 de eerste parlementariër die de debatten naar Brits voorbeeld via de vergaderleiding liet lopen. Lang beschikte de voorzitter van de Tweede Kamer ook over een eigen ambtswoning. Die lag aan het Buitenhof tussen de Gevangenpoort en de Galerij Prins Willem V, ooit het eerste openbare museum van Nederland. Anne Vondeling (PvdA) was de laatste Kamervoorzitter die er gebruik van maakte. Ongeveer 25 jaar geleden wisselde het pand van eigenaar: sindsdien is het onderdeel van de Galerij Prins Willem V.

Achterstallig onderhoud

Politiek is er in de afgelopen eeuw veel veranderd. Wat zich de afgelopen weken op en om het Binnenhof afspeelde is het gevolg van achterstallig onderhoud dat in de verkiezingsstrijd aan bod had moeten komen. De tijdens drie kabinetten Rutte gevestigde bestuursstijl had de inzet van de verkiezingen moeten zijn. Maar over de toeslagenaffaire is het in de campagne amper gegaan en de politieke cultuur waarin die ramp zich kon voltrekken, was zelden onderwerp van debat. Er is nauwelijks gesproken over het achterhouden van informatie door bewindspersonen, over wit- of zwartlakken, of over de verhouding Kamer en kabinet. In plaats daarvan was er hoffelijkheid over en weer. Na de verkiezingen kwam het allemaal naar buiten. Het mislukken van de Verkenning door de dames Jorritsma en Ollongren heeft de formatie van een nieuw kabinet volledig op zijn kop gezet. De Kamer had hen om een feitenrelaas gevraagd. Maar hun brief van twee kantjes riep vooral vragen op. Ze schreven dat een eindverslag sturen niet kon, omdat zij hun opdracht al hadden ingeleverd. Wel noemden zij het zeer ongepast dat ze zich hadden bemoeid met personele aangelegenheden. Dit had volgens hen niet mogen gebeuren. De heftige botsing met moties van afkeuring en wantrouwen, was eigenlijk een uitgestelde campagne.

Vertrouwen herstellen

Herman Tjeenk Willink, de éminence grise, is inmiddels begonnen aan zijn opdracht. Niemand weet hoe dit afloopt en of het vertrouwen kan worden hersteld. Het persoonlijke doet ertoe in de politiek. Persoonlijk vertrouwen maakt of kraakt de samenwerking tussen partijen. Bij de huidige bestuursstijl ontbreekt het daaraan en vooral aan transparantie en openheid. Tjeenk Willink benoemde dat veelzeggend: Wat in veertig jaar is opgebouwd, is niet in veertig dagen opgelost. Een nieuw kabinet zal daar iets aan moeten doen. Minder dichtgetimmerde regeerakkoorden en een andere cultuur op ministeries.  Uit een onderzoek van EenVandaag Opiniepanel blijkt dat de bevolking onze demissionaire premier kundig vindt. Maar betrouwbaarheid, daar scoorde hij ook vóór vorige week al niet hoog op. Hij leeft voor het landsbestuur, daarbuiten is er weinig wat op hem wacht. Ni is hij is bezig zich razendsnel de nieuwe regels eigen te maken, zodat hij weer in genade kan worden aangenomen. Een kamerlid noteerde het in andere bewoordingen: ‘Het pluche is van hem. Krampachtig houdt hij zich vast aan deurposten en tapijten.’

 

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.