06 maart 2021

Kan het CDA de zittende premier verslaan?

Kan het CDA de zittende premier verslaan?

Onze demissionaire premier stevent vooralsnog onbedreigd af op een ruime verkiezingszege. De onderliggende tendens: de status van het premierschap groeit, het aanzien van de Kamer slinkt. De coronacrisis dient als een belangrijke verklaring voor de ruime voorsprong in de peilingen. De VVD-voorman komt meer in beeld dan wie ook en kan zich profileren als leider in crisistijd. Kiezers scharen zich in tijden van nood nu eenmaal vaak achter de zittende macht – het rally around the flag fenomeen. Een concept dat in de politieke wetenschappen wordt gebruikt om de steun van de bevolking op korte termijn voor politieke leiders tijdens periodes van crisis te verklaren. Toch kan dat niet de hele verklaring zijn. Het verschil is groter geworden, maar de demissionaire premier stond er ook voor de uitbraak van corona al goed voor. Zelfs het falen van de overheid bij de toeslagenaffaire deed uiteindelijk amper afbreuk aan zijn status. Dat kan aan zijn kwaliteiten liggen, zoals zijn bewonderaars menen. Of aan de onbeholpenheid van zijn tegenstanders, zoals andere commentatoren betogen. Maar ook een meer fundamentele vraag dringt zich op: heeft een zittende premier in een versplinterd politiek landschap zoveel voordelen dat het steeds moeilijker wordt om hem te verslaan?

Status

Zeker is dat premiers al een tijd stevig in het zadel zitten. Ter illustratie: de laatste bijna 40 jaar heeft Nederland vier premiers gehad; in de 35 jaar daarvoor waren het er tien. De status van de man in het Torentje is ook onmiskenbaar veranderd. Het premierschap geldt bij verkiezingen nu als de hoofdprijs. Wie serieus genomen wil worden, moet zich presenteren als een kandidaat-premier. Dat is lang niet altijd zo geweest. In een ver verleden was het voorzitterschap van de ministerraad niet meer dan een coördinerende functie die de vicevoorzitter van de Raad van State erbij deed. Ook na de Tweede Wereldoorlog werd de positie lang niet altijd opgeëist door de grootste partij. Leiders van de KVP bleven liever in de Kamer zitten. Eind jaren zeventig veranderde die houding. PvdA-leider Joop den Uyl voerde in 1977 als eerste campagne met de slogan: ‘Kies de minister-president.’ De PvdA’er won, maar door een mislukte formatie werd Dries van Agt uiteindelijk de premier, al was het niet van harte. Van Agt probeerde later nog onder het premierschap uit te komen. Hij wilde liever vakminister zijn. Pas onder zijn opvolger Ruud Lubbers werd de premier een ‘Macher’, de man om wie alles draait. Dat heeft onder andere te maken met de verpersoonlijking van de politiek. Tijdens de verzuiling stemden mensen ongezien op hun partij. Die loyaliteit is verdwenen. Dus worden personen belangrijker. In de strijd tussen personen werkt de fragmentatie van media en politiek in het voordeel van een zittende premier. Kok en Lubbers waren tot het bittere einde populair. Net als bij Rutte nu werden al hun karaktertrekken positief uitgelegd. Het onduidelijke taalgebruik van Lubbers leek een briljant politiek instrument om tegenstanders het bos in te sturen. De korzeligheid van Kok paste bij zijn status als vader des vaderlands.

Tegenmacht

Een andere tendens die in het voordeel van het Torentje werkt: de toegenomen fixatie op bestuurlijke daadkracht en de afbrokkelende status van de Tweede Kamer. De politieke cultuur in Nederland is drastisch veranderd. Het zwaartepunt is verschoven van het parlement naar het bestuur. Dat is begonnen in de jaren tachtig, toen regeringen volmachten kregen om de economische crisis aan te pakken. Het proces heeft zich daarna voortgezet. Van bestuurders wordt krachtig leiderschap verwacht, de Kamer wordt steeds meer gezien als een stelletje lastpakken dat niet te moeilijk moet doen. Vooral onder Rutte III wordt het parlement institutioneel overvleugeld. Alles wordt rond-, voor- en achterom de Kamer geregeld. De demissionaire premier doet dat heel openlijk: hij maakt met de polder of met klimaatpartijen afspraken over gevoelige kwesties of moeilijke hervormingen. Pas in de laatste fase loopt hij dan nog een keer naar de Kamer. Die mag bij het kruisje tekenen. Het parlement slaagt er niet meer in om een tegenmacht te vormen. Dat is niet alleen in Nederland, maar in alle westerse democratieën.

Premiersbonus

Het ministerschap wordt vaak uitgelegd als de ultieme beloning voor een Kamerlid. Het verloop in de Tweede Kamer is groot: na één of twee termijnen is het tijd voor de volgende carrièrestap. Veel kiezers voelen zich meer vertegenwoordigd door de regering dan door het parlement. De Tweede Kamer is door de afgenomen invloed dan ook een minder aantrekkelijk podium geworden om een zittende premier uit te dagen. Het is geen toeval dat het CDA bij deze verkiezingen een minister als lijsttrekker naar voren schuift, en geen Kamerleden. Een bestuurder maakt meer indruk bij de kiezer. De mening van iemand met gezag weegt het zwaarst, of hij nu gelijk heeft of niet. Onverslaanbaar is een zittende premier niet. Een zittende leider kan verrassend kwetsbaar blijken. Als je lang regeert, moet je constant mensen teleurstellen. Het gaat vaak niet over wat je wel hebt bereikt, maar steeds meer over de dingen die je niet hebt waargemaakt. Het komt erop neer dat mensen liever iets willen behouden dan iets veranderen. Mensen hebben liever de duivel die ze kennen dan de duivel die ze niet kennen.

Verzekerd van publiciteit

Voorlopig is het bijna onbegonnen werk om de zittende demissionaire premier te verslaan. Zelfs na de inschattingsfouten bij het test- en vaccinatiebeleid, of het falen in de toeslagenaffaire, slagen tegenstanders er niet in hem in de verdrukking te krijgen. Rutte heeft veel troeven in handen. Hij is verzekerd van publiciteit en zijn premierschap en bestuurlijke rol verschaffen hem autoriteit bij kiezers die toch al neigen naar behoudzucht. Maar wat gebeurt er als de sluimerende onvrede over het coronabeleid tot uitbarsting komt, of de besmettingscijfers snel stijgen? Komende week wachten nieuwe besluiten en Kamerdebatten over eventuele versoepelingen van maatregelen, waaronder de avondklok. Een week voor de verkiezingen spreekt de premier het land toe: dat kan hem een boost geven, maar ook het verwijt opleveren dat hij zijn twee rollen vermengt. Het is spannend of de stemming omslaat. Dat kan door sociale media vreselijk snel gebeuren. Deze laatste campagneweken hebben we precies de mix van onvrede, crisis, angst en onzekerheid waarin politieke overwegingen hun basis vinden. Dat is explosief en kan de positie van Rutte als haast onaantastbare crisisleider onzeker maken.

 

The New Deal

Het CDA vertelt in deze campagne haar verhaal aan Nederland. Een verhaal over investeren in een sterke en eerlijke economie, een betrouwbare en dienstbare overheid en een krachtige samenleving, waarin iedereen zich thuis voelt. 
Inmiddels heeft de partij ruim 2.5 miljoen mensen kunnen bereiken op sociale media. In deze laatste fase van de campagne vestigt het CDA aandacht op het plan om Nederland er weer bovenop te helpen na Corona: The New Deal, naar het voorbeeld van Franklin Delano Roosevelt, de 32e president van de Verenigde Staten. Met de New Deal initieerde Roosevelt een programma tegen de sociale en economische gevolgen van de Grote Depressie. Zijn New Deal was een uitgebreid sociaal en economisch hervormingspakket om Amerika uit de diepe crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw te loodsen. De New Deal deed wat het moest doen en was niet ideologisch, maar heel pragmatisch en op vele fronten baanbrekend. Het was een uniek voorbeeld van leiderschap, optimisme en vertrouwen in eigen kunnen, dat we ook nu weer nodig hebben.

Nu doorpakken

Naar zijn voorbeeld wil lijsttrekker Wopke Hoekstra het CDA-verhaal om zetten in daden met het driestappenplan waarmee hij de economie na corona weer aan de praat wil krijgen. In de eerste plaats wil hij ondernemers helpen met een doorstart, nu zij flink ingeteerd hebben op hun buffers. Ten tweede wil hij weeffouten in de samenleving repareren en tenslotte fors meer dan nu investeren in met name kennis en innovatie. Daarvoor zou het budget moeten worden verdubbeld, naar 40 miljard euro. 

Is het überhaupt nog wel mogelijk de zittende demissionaire premier te verslaan? Nog een aantal dagen te gaan, er is nog veel werk aan de winkel voor Wopke Hoekstra. Doorpakken, de verbinding zoeken en een echte sámenleving is het plaveisel dat moet leiden naar het Torentje. Met zijn lengte en uitstraling torent Wopke Hoekstra nu al boven iedereen uit.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.