CDA Regiotour Noord-Brabant
20 november 2017

Verkiezingsprogramma: 6. Eerlijke economie

6.  Eerlijke economie

Het CDA streeft naar een eerlijke economie. Een eerlijke economie betekent dat mensen moeten kunnen profiteren van een goed economisch klimaat en dat iedereen de kans krijgt om met zijn talenten een eerlijk inkomen te verwerven. Maar het betekent ook rekening houden met leefbaarheid en de leefomgeving. Ondernemers gaan dan ook niet alleen voor eigen winst, maar werken waar dat kan samen met onderwijsinstellingen en overheden. In een eerlijke economie houden we ook rekening met de andere taken die mensen naast hun werk in het leven hebben, zoals vrijwilligerswerk, mantelzorg of andere zorgtaken. Wij willen kortom goed zorgen voor wat van waarde is, de lokale economie stimuleren en een de werkgelegenheid laten groeien.

Gemeenten kunnen beperkte, maar belangrijke delen van de economie beïnvloeden. Veel mensen werken in het midden- en kleinbedrijf (MKB), dat in belangrijke mate afhankelijk is van lokale en regionale keuzes en ontwikkelingen. Lokale ondernemers maken zelf de belangrijkste keuzes. Maar de gemeente Lansingerland kan wel bepaalde randvoorwaarden scheppen voor het stimuleren van een florerende plaatselijke economie en bedrijven ondersteunen door bijvoorbeeld de regeldruk te verminderen of een gunstig vergunningenbeleid te voeren.

6.1.    Bedrijvigheid

 

Wat is ons doel?

Bedrijvigheid en ondernemerschap dragen bij aan de vitaliteit en de leefbaarheid van Lansingerland. Naast de bedrijvigheid in het algemeen is historisch gezien en ook in de huidige tijd de glastuinbouw de economische motor van Lansingerland. Duurzame werkgelegenheid kan worden bevorderd door het koesteren van de glastuinbouwsector, en dus de kennis, en door het gericht aantrekken van bedrijven en instellingen (onderwijs, kennis, transport) die hier economische waarde aan kunnen toevoegen.

Het CDA kiest vanuit zijn uitgangspunt van rentmeesterschap nadrukkelijk voor het stimuleren van sociaal ondernemerschap, waarbij de winst van het bedrijf bijdraagt aan het geven van kansen aan mensen en aan duurzaam produceren. Voor het CDA zijn met name familiebedrijven en MKB-bedrijven de motoren waar de samenleving op draait.

Hoe willen we dat bereiken?

·        Het bedrijvenloket moet servicegericht zijn voor het bedrijfsleven. De accountmanager moet binnen het overheidsapparaat zorgen dat de ondernemer antwoorden krijgt via het bedrijvenloket op de gestelde vragen. Ook moet de accountmanager samen met de ondernemer kijken hoe het initiatief van de ondernemer binnen de wettelijke regels gerealiseerd kan worden.

·        Er moeten duidelijke en waar mogelijk minder regels komen, zodat ondernemers snel aan de slag kunnen met hun bedrijf en meer gestimuleerd worden tot investeren. De gemeente gaat ook in overleg met andere instanties, zoals veiligheidsregio, hoogheemraadschap en provincie. De regels van verschillende overheden moeten logisch op elkaar aansluiten.

·        Het aanvragen en verkrijgen van alle benodigde vergunningen moet door de gemeente zorgvuldig en vlot worden gerealiseerd. Eenvoudige vergunningsaanvragen worden ruim binnen de beslistermijn afgehandeld en verlengingen van de beslistermijn worden tot een minimum beperkt.

·        Voor het CDA zijn levendige kernen van zeer groot belang voor een prettige leefomgeving van de inwoners van Lansingerland. De detailhandel en de horeca zijn hierbij van groot belang. De gemeente moet samen met ondernemers en eigenaren van panden in gesprek om de centra toekomstbestendig te maken. Uitgangspunten om tot een prettig verblijfsklimaat te komen zijn gevarieerde detailhandel, diversiteit in horeca met gezellige terrassen, culturele voorzieningen en een aantrekkelijk schoon en veilig openbaar gebied. Goede bereikbaarheid voor auto’s, fietsers en voetgangers met goede parkeervoorzieningen zijn daarbij ook van essentieel belang.

·        Voor het behoud en zo mogelijk versterken van een aantrekkelijk winkelgebied in onze dorpscentra is het CDA tegen grote winkelvoorzieningen buiten de dorpscentra zoals outletcenters en grote supermarkten.

·        Daarnaast is het CDA tegenstander van de mogelijke komst van het Holland Outlet Mall in Zoetermeer, vanwege de ontwrichtende werking hiervan op onze centra.

·        De gemeente moet in samenspraak met de winkeliersverenigingen stimuleren om tot Bedrijf Investering Zones (BIZ) te komen voor de centrumgebieden voor zowel gebruikers als eigenaren.

·        De gemeente stimuleert parkmanagement of BIZ op alle bedrijventerreinen. De gemeente betaalt het basisonderhoud, de bedrijven betalen de plus zodat de bedrijventerreinen er representatief uitzien.

·        De gemeente moet samen met ondernemersorganisaties regelmatig netwerkbijeenkomsten organiseren, zodat er op informele laagdrempelige wijze contact is tussen bedrijfsleven en overheid voor het uitwisselen van ideeën, kennis en contacten.

·        De uitvoering van de in het najaar 2017 vastgestelde economische visie wordt met kracht in gang gezet.

 

6.2.    Werkgelegenheid

 

Wat is ons doel?

Bevordering van werkgelegenheid is van groot belang. Het CDA beschouwt betaald werk als de beste vorm van sociale zekerheid. Lansingerland is een economisch dynamische gemeente. Door o.a. de aanwezigheid van veel moderne glastuinbouwbedrijven zijn er in Lansingerland diverse tuinbouw-gerelateerde bedrijven gevestigd. Door verkoop van grond op onze bedrijventerreinen versterkt dat de economie in Lansingerland en daarmee meer werkgelegenheid. Lansingerland moet bij het aantrekken van bedrijven inzetten op versterking van de met name tuinbouw-gerelateerde bedrijven die werkgelegenheid bieden. Het Werkgeversservicepunt en de SOB Oostland zijn de organisaties die de verbinding vormen tussen vraag en aanbod van werkgelegenheid en opleidingsbehoefte.

Hoe willen we dat bereiken?

·        De gemeente moet actief bedrijven blijven benaderen en hen wijzen op de aantrekkelijke vestigingsmogelijkheden die Lansingerland biedt. De bedrijfsterreinen moeten geclusterd aangeboden worden, zoals agro-gerelateerd, onderzoek/veredeling en distributie.

·        Met het gereedkomen van het station Lansingerland-Zoetermeer eind 2018 bij het vervoersknooppunt Bleizo moet dit kansen bieden voor het aantrekken van bedrijven. Hier moet door de Gemeenschappelijke Regeling Bleizo actief op ingezet worden.

·        Door vestiging van meer bedrijven uit dezelfde sectoren die aansluiten op de reeds gevestigde bedrijven versterkt dit de werkgelegenheid. De onderwijsmogelijkheden dienen hierop nog meer gericht op aan te sluiten.

·        Bedrijven moeten gestimuleerd worden om mensen die werkloos zijn aan een baan te helpen. Voor het in dienst nemen van mensen die al langer werkloos zijn kan een stimuleringspremie voor werkgevers dit proces bevorderen.

 

6.3.    Glastuinbouw & greenport

 

Wat is ons doel?

·        Lansingerland en de glastuinbouw zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Lansingerland is immers een belangrijke speler in de Greenport Westland-Oostland. Wij zijn ook de tweede glastuinbouwgemeente in Nederland. Lansingerland is een toonaangevende gemeente voor glastuinbouw en het CDA vindt dat dat in de toekomst zo moet blijven. De tuinbouw heeft veel ruimte nodig. Zorgvuldig planologisch beleid is noodzakelijk.

 

De Greenport Westland-Oostland is een van de mainports van Nederland. De tuinbouwsector is een zeer innovatieve bedrijfstak en is op haar gebied een wereldspeler. Het is van groot belang dat de tuinbouwsector deze voorsprong internationaal behoud en zich toekomstbestendig kan ontwikkelen.

Bij de warmtetransitie die de komende jaren moet gaan plaatsvinden, kan de tuinbouwsector een innovatieve en belangrijke rol spelen daar moet de samenleving in onze regio van profiteren.

Hoe willen we dat bereiken?

·        De tuinbouw staat de komende jaren voor grote uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, warmtetransitie, waterzuivering en nieuwe teeltmethoden. Dit vraagt van de gemeente om een proactieve houding en regionale samenwerking met de andere gemeenten in het Oostland en Westland waarbij ook intensief moet worden samengewerkt met de provincie en rijksoverheid. Dit met volle aandacht voor digitalisering, ontwikkeling en toepassing van technologie voor milieuvriendelijke productie.

·        Samen met de overkoepelende tuinbouworganisaties moet door de gemeentes worden overlegd en samengewerkt om tot de noodzakelijke doelstellingen te komen.

·        Economie, vervoer en ruimtelijke ordening hebben veel invloed op elkaar. De tuinbouwclusters moeten goed bereikbaar zijn voor vervoer van goederen en personen. Dit geldt ook voor de verbinding met de Mainport Rotterdam en naar de verzamellocaties voor handel en logistiek binnen de eigen gemeente.

·        Het CDA wil dat Lansingerland het huidige areaal (ca. 1000 ha.) glastuinbouw behoudt. De gemeente moet ervoor zorgen dat tuinbouwlocaties zoveel mogelijk geclusterd worden tot duurzame hoogwaardige glastuinbouwgebieden. Herstructurering van verouderde tuinbouwgebieden maakt daar deel van uit.

·        De realisering van de Agri-Railterminal draagt bij aan goed en duurzaam transport van de tuinbouwproducten. Hierbij kan het bedrijventerrein Hoefweg-Zuid mogelijk uitgroeien tot een handels- en distributiegebied voor tuinbouwproducten.

·        Een goede afstemming van aanbod (tuinbouw) onderwijs op de (tuinbouw) arbeidsmarkt is van belang. De scholingsmogelijkheden voor de tuinbouw moeten daarom, in samenwerking met de omliggende gemeenten, verbeterd worden. Het SOB Oostland moet daarvoor worden gestimuleerd. Het CDA streeft er naar om één of meerdere afdelingen van een HBO-Groen opleiding te vestigen in Lansingerland.

·        Met een vestiging van de Wageningen UR hebben we een voornaam kenniscentrum in Lansingerland. De gemeente moet samen met de tuinbouworganisaties er naar streven indien de mogelijkheden zich voor doen om te faciliteren er meer kenniscentra zich in Lansingerland vestigen.

6.4.    Duurzaamheid

 

Wat is ons doel?

Een zoveel mogelijk toekomstbestendige, energieneutrale en circulaire gemeente die we aan toekomstige generaties willen doorgeven, is voor de komende raadsperiode één van de speerpunten van het CDA. In een eerlijke economie gaat het om meer dan groene energie, afvalrecycling en energiebewustzijn. Het gaat ook om een duurzame arbeidsmarkt die zich laat kenmerken door goed en nabij (vak)onderwijs waar het leren van vaardigheden hoog in het vaandel staat. 

Verder vraagt een duurzame toekomst om een forse investering in de economie en infrastructuur van ons land. Als goede rentmeesters vinden wij dat economische ontwikkeling en zorg voor natuur en milieu hand in hand gaan. Daarnaast sluit het CDA vooral aan bij initiatieven van bewoners, instellingen en ondernemers, en biedt hen de ruimte.

Hoe willen we dat bereiken?

·        Het CDA wil dat de groene reserve (weidegronden, recreatie en andere niet-bebouwde of voor bebouwing bestemde oppervlakte) binnen de gemeente zo snel mogelijk in kaart wordt gebracht. Gronden uit deze te inventariseren groene reserve wordt alleen nog in uitzonderlijke situaties in ontwikkeling gebracht en/of verkocht.

·        Bij verduurzaming koppelt het CDA mobiliteitsbeleid aan ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld door samen met de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag (MRDH) een parkeergarage te bouwen bij station Rodenrijs om de bereikbaarheid te verbeteren.

·        De gemeente geeft het goede voorbeeld. Het CDA wil dat de gemeente gunningscriteria opneemt op het gebied van duurzaamheid in het aanbestedingsbeleid en het inkoopbeleid.

Het CDA streeft naar een gemeentelijk inkoopbeleid gebaseerd op 100% gerecyclede materialen en/of 100% recyclebaarheid tegen het eind van de raadsperiode.

·        De gemeente breidt de mobiele telefonie-app uit met een digitaal loket voor burgerinitiatieven, -vragen, -klachten of -tips over verduurzaming van de lokale omgeving.

·        Het CDA is voorstander van een jaarlijks terugkerende voorlichting op basis- en middelbaar onderwijs over duurzaamheid, bijvoorbeeld door gastdocenten uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

·        De gemeente is verantwoordelijk voor het inzamelen van huishoudelijk afval. In de overeenkomst met de inzamelaar wordt gestreefd naar zo veel mogelijk recycling van afvalproducten. De reststroom die overblijft, wordt nuttig gebruikt (energieopwekking of anderszins). Het streven moet zijn: 1) voorkomen van primair grondstoffengebruik, 2) voorkomen van afval, 3) hergebruik en 4) recycling. In 2022 heeft de gemeente een afvalscheidingspercentage van 60% en in 2026 65%.

·        Het CDA wil dat inwoners en ondernemers desgewenst in staat gesteld worden een container voor plasticinzameling te hebben in plaats van het verzamelen van plastic in de zakken.

·        Het huidige afvalbrengstation is verouderd. Er worden plannen opgesteld voor een nieuw afvalbrengstation dat duurzaam, gebruiksvriendelijk, veilig en toekomstbestendig is.

·        Bij de evaluatie van het bestaande afvalinzamelingscontract staat duurzaamheid en circulariteit, naast tariefstelling centraal. De afvalstoffenheffing gaat waar mogelijk verder omlaag.

·        Tegen de verrommeling van de plantsoenen en de groene reserve wordt waar mogelijk intensief handhavend opgetreden, zowel qua illegale afvalstort, lozingen naar het oppervlaktewater en in het riool of anderszins. De gemeente trekt hierbij nauw op met de waterschappen.

6.5.    Energietransitie

 

Wat is ons doel?

Energietransitie is de omslag naar een lager energiegebruik, opgewekt met hernieuwbare energie. Nederland loopt ver achter op de doelstellingen voor duurzame energie en behoort tot de hekkensluiters in de EU. Fossiele brandstoffen zoals aardolie, aardgas en kolen zorgen nu nog voor ongeveer 95 procent van ons energieverbruik. Maar 5 procent van het energieverbruik wordt opgewekt met hernieuwbare, duurzame energie. Een probleem dat vooral op lokaal niveau opgelost moet worden.

‘De wereld mooier achterlaten dan dat we haar aantreffen’, ofwel goed ‘rentmeesterschap’ vormt de kern van de CDA-visie op energietransitie. Het CDA is van oudsher de partij van het maatschappelijk initiatief en het zo laag mogelijk in de samenleving neerleggen van verantwoordelijkheden. Ook op het gebied van energietransitie is lokaal maatwerk de sleutel.

De meerwaarde vanuit het CDA-gedachtegoed is om vanuit de samenleving zelf - via gedrag, houding en acceptatie - de energietransitie te bewerkstelligen, in plaats van bovenaf aan de samenleving op te leggen. Door de verantwoordelijkheid en uitvoering zo laag mogelijk in de samenleving terug te leggen, kan er draagvlak worden gevonden. Dit willen wij nadrukkelijk samen oppakken met de provincie Zuid-Holland en de betrokken waterschappen om in de regio de verbindingen met de inwoners en het bedrijfsleven te leggen.

Hoe willen we dat bereiken?

·        Het CDA wil dat de gemeente, naar het voorbeeld van de provincie Zuid-Holland en waar mogelijk met aangrenzende gemeenten, een Energiekansenkaart opstelt om inzicht te krijgen in de kansen die er zijn op het gebied van hernieuwbare en duurzame energiebronnen.

·        De gemeente koopt tegen eind 2018 in Nederland opgewekte groene energie in die haar volledige energiebehoefte afdekt.

·        De gemeente stimuleert dat inwoners en maatschappelijke organisaties deelnemen aan coöperaties voor duurzame energieopwekking, zodat het energieverbruik van deelnemers tegen het eind van de raadsperiode voor 25% is afgedekt door groene energieopwekking.

·        In navolging van het lokale Windvogel-initiatief wil het CDA ook het ontstaan van een regionale energiecoöperatie (tussen deelnemers uit Lansingerland en één of meerdere aangrenzende gemeentes) stimuleren, zoals een vereniging voor collectief bezit van windmolens.

·        Bij de aanleg van windmolens moeten de omwonenden daar zelf profijt van hebben, bijvoorbeeld door een lagere energierekening, door mede-aanhoudeelhouder te zijn of een jaarlijkse investering in de lokale gemeenschap. Ook wanneer windmolens die met subsidie zijn neergezet na afloop van de subsidieperiode met winst worden doorverkocht, vloeit een deel van de opbrengst terug naar de samenleving.

·        Het CDA streeft ernaar dat tegen eind 2020 zonnepanelen zijn geplaatst op de daarvoor geschikte daken van maatschappelijk vastgoed binnen de gemeentegrenzen. Het CDA wil bovendien binnen vijf jaar het volledige maatschappelijk vastgoed verduurzamen waardoor ze voldoen aan de bepalingen van de wet milieubeheer.

·        Het aantal oplaadstations voor elektrische auto’s wordt zodanig uitgebreid, dat inwoners tegen het eind van de raadsperiode binnen loopafstand een oplaadstation kunnen bereiken. Bij herinrichting van openbare gebieden houdt de gemeente rekening met vergroting van het aantal laadstations.

·        Het CDA dringt aan op duurzaam bouwen bij nieuwbouwprojecten, zoals het mogelijk maken van duurzame energieprojecten in bestemmingsplannen, de nul-op-de-meterwoningen en geen bouwleges vragen bij duurzame investeringen. Het CDA is er voorstander van dat voor nieuwe woningbouwprojecten alleen nog een omgevingsvergunning worden afgegeven als deze woningen energieneutraal zijn. Het CDA wil dat het gebruik van aardgas bij nieuwbouwprojecten van woningen stopt.

·        Isolatie van bestaande gebouwen is een van de meest effectieve manieren om de uitstoot van CO2 terug te dringen: energie die niet wordt afgenomen hoeft niet te worden bespaard. Het CDA stimuleert particulier initiatief, binnen de gemeentelijke mogelijkheden, om woningen, bedrijven en gebouwen in Lansingerland voor het jaar 2030 te isoleren. Bij bestaande bouw kunnen samen met (woningbouw)coöperaties de sociale huur- en koopwoningen energiezuiniger worden gemaakt.

·        Het CDA streeft er naar dat biogas kan worden ingezet bij bestaande gasleidingen in samenwerking met betrokken partijen. De gemeente stimuleert niet alleen dat bestaande woningen van gas los gaan, maar faciliteert dit waar mogelijk ook door inwoners hiervoor financieringsmogelijkheden aan te reiken.

·        Uiterlijk in 2050 moeten alle woningen samen energieneutraal zijn.

In het Omgevingsplan wil het CDA (in samenwerking met betrokken partijen zoals de netbeheerder en woningcorporaties) technologieneutrale voorwaarden kunnen stellen aan de keuze voor de toekomstige energie-infrastructuur.

6.6.    Prettige leefomgeving

 

Wat is ons doel?

In Lansingerland is het een prettig wonen. In de wijken is veel groen aanwezig en samen met de groene schil om Lansingerland is er sprake van een parkstadachtige omgeving. Op het achterstallige groenonderhoud wordt een inhaalslag gemaakt. Waar mogelijk zijn mooie bloemperken aanwezig en is er variatie in de wijze waarop het beheer van groen plaatsvindt. In onze drukke omgeving vraagt de bestrijding van geluid, stof, stankoverlast en de zorg om het water bijzondere aandacht.

Hoe willen we dat bereiken?

·        Voor de kwaliteit van het groenonderhoud zetten we in op niveau B. Op zichtplekken in de centra en rond stations wordt gestreefd naar een hoger niveau. Op plaatsen geschikt voor extensief beheer wordt ecologisch beheer zo veel mogelijk toegepast, met aangepast maaibeleid voor vergroting biodiversiteit.

·        Alle inwoners en bedrijven zijn aangesloten op de riolering. Beheer en onderhoud van riolering vindt planmatig plaats.

·        Samen met de waterschappen werkt de gemeente aan een constante verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Uitgangpunt hierbij is de kaderrichtlijn water. De gemeente ondersteunt initiatieven om te voorkomen dat medicijnresten en andere vervuilende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De gemeente spoort de waterschappen aan tot handhaving van niet toegestane lozing van bedrijfsafvalwater ter voorkoming van emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen (nutriënten) en overige vervuilende stoffen;

·        De gemeente ondersteunt initiatieven voor inzameling van niet gebruikte medicijnen samen met apothekers. Emissie van overige vervuilende stoffen wordt bij de bron aangepakt of gesaneerd

·        Het klimaat verandert sneller dan gedacht. Onze omgeving is daar niet op gemaakt. De riolering en het watersysteem kunnen normale buien aan, maar op toenemende hoosbuien zijn ze niet gemaakt. De gemeente zet daarom afkoppelsystemen op waardoor regenwater niet meer in het riool belandt. Verder zetten we in op groene tuinen en minder verstening;

·        In samenspraak met de Stichting Stop Geluidsoverlast HSL ziet de gemeente erop toe dat de middelen die het Rijk heeft toegezegd voor vermindering van de geluidsoverlast op een doelmatige en effectieve manier worden ingezet.

·        Het CDA is tegen iedere vorm van uitbreiding van de geluidscontouren van Rotterdam – The Hague Airport. Het beperkte economische voordeel weegt niet op tegen de lasten die een deel van onze inwoners ondervinden als gevolg van de geluidsoverlast van de vliegtuigen.

·        Het uitplaatsen van de helikopters naar een andere plek in de regio om meer vliegtuigen te kunnen laten vertrekken en landen binnen de geluidsruimte van Rotterdam – The Hague Airport is voor de overlast in Lansingerland nadelig. Het CDA verzet zich daarom tegen deze maatregel.

·        De aanleg van de verlengde A16 is voor het CDA een onomkeerbaar feit. In de aanlegfase zien wij erop toe dat minimaal de toegezegde geluidsmaatregelen en de natuurcompensatiemaatregelen worden genomen en waar mogelijk aanvullende maatregelen. Om dit te bereiken werkt het CDA nauw samen partijgenoten in de Tweede Kamer, Provinciale Staten en omliggende gemeenten.

·        Bouwen in Wilderszijde kan alleen binnen een verantwoorde geluidscontour. Nadere studie voor deze bouwlocatie is noodzakelijk om een goed leefklimaat te waarborgen voor toekomstige bewoners.

6.7.    Mobiliteit

 

Wat is ons doel?

Lansingerland heeft een centrale positie in de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag. Als gevolg daarvan hebben wij de maken met grote uitdagingen op het gebied van mobiliteit, die zowel kansen als uitdagingen met zich mee brengen.

De bouw van de verlengde A16 zal de komende jaren veel impact hebben op ons gebied. Wij zullen moeten anticiperen op de gevolgen van de komst van deze nieuwe Rijksweg. Daarnaast moeten we blijven investeren in de mobiliteitsvraagstukken binnen onze kernen. Het mobiliteitsplan Berkel is nog niet voltooid, dat heeft prioriteit. Daarnaast is het van belang dat een dergelijk mobiliteitsplan ook voor Bergschenhoek en Bleiswijk wordt opgesteld. Veiligheid van kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers heeft daarbij prioriteit. Ook wordt er rekening gehouden met de opkomst van de elektrische fiets.

Binnen de metropoolregio wordt steeds meer gediscussieerd over uitbreiding van het LightRail netwerk, zoals de RandstadRail. Een discussie die Lansingerland moet aangrijpen om een metrolijn te realiseren op het tracé van de huidige ZoRo busbaan.

Hoe willen we dat bereiken?

·        We zetten de intensieve discussie met de Provincie Zuid Holland voor uitbreiding van de N209 en N471 krachtig voort. Uitgangspunt is dat beide wegen volledig twee keer twee baans worden, met vergaande maatregelen zoals ondertunneling zodat de overlast voor omwonenden niet toeneemt. Zo voorkomen we dat Lansingerland vast komt te zitten als de verlengde A16 open gaat.

·        Waar mogelijk worden de fietsoversteken over de N209 aangepast naar een fietstunnel.

·        Het mobiliteitsplan Berkel wordt volledig uitgevoerd en zal volledig afgerond zijn in 2022. Het CDA zal geen enkele concessie doen ten opzichte van het eerder door de Raad aangenomen plan.

·        Er wordt een mobiliteitsplan Bleiswijk en Bergschenhoek opgesteld, om in beeld te krijgen op welke plekken doorstroming en verkeersveiligheid aangepakt moeten worden. Onderdeel van dit plan in Bleiswijk is in ieder geval een “Actieplan Hoefweg”.

·        Als de kans zich voordoet werkt Lansingerland actief mee aan het verrailen van de ZoRo busbaan, zodat we een tweede metrolijn door Lansingerland krijgen.

·        Het fietsveiligheidsplan zal om de twee jaar geactualiseerd worden, met daarbij een actiepuntenlijst van gevaarlijke punten die aangepakt moeten worden.

·        Samen met Veilig Verkeer Nederland en de VNG gaan wij bekijken hoe we de groei van het gebruik van de elektrische fiets op een veilige manier is ons fietsnetwerk kunnen verwerken.

·        Het CDA wil dat er een fietssnelweg komt tussen Zoetermeer en Rotterdam en tussen de drie kernen Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs richting Delft, om langere afstanden af te leggen en recreatief eerder op de fiets te stappen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.