26 maart 2021

Vertrekkende Kamerleden

De Tweede Kamerverkiezingen zijn achter de rug; nu volgt de vaak ondoorgrondelijke tijd waarin het nieuwe kabinet wordt gevormd. De verkenners maken overuren over wie met wie (en wie niet).

 En: Wie deze week door het Kamergebouw loopt, komt ze overal tegen: vertrekkende Kamerleden die moeizaam karretjes vol met dozen, tassen en schilderijen voor zich uit duwen. Volgende week treedt de nieuwe Kamer aan en dan moeten hun bureaus leeg zijn. Ondertussen draait de griffie van de Tweede Kamer overuren: Er moeten meer fracties dan ooit worden ondergebracht in het parlementaire gebouwencomplex. En dat is een helse klus.

Ervaring wandelt het Kamergebouw uit

Eén ding staat vast bij deze Tweede Kamerverkiezingen. Er viel iets te kiezen. Tussen 1579 kandidaat-Kamerleden, verdeeld over 37 partijen, om precies te zijn. Dat is een naoorlogs record. Nu blijkt dat de kiezer de Tweede Kamer heeft opgezadeld met liefst zeventien fracties, waarvan er dertien minder dan tien zetels bezitten. Het woord versnippering is nog te zacht uitgedrukt voor het electorale slagveld. Tientallen Kamerleden die graag verder hadden gewild, moeten noodgedwongen afscheid nemen. Bij het CDA gaat het om negen van de negentien Kamerleden, bij PvdA vier van de negen en de VVD liefst 19 van de 32. Waarschijnlijk zullen enkelen toch mogen terugkeren als hun partij straks gaat regeren en collega’s doorschuiven naar het kabinet, maar het totaaloverzicht is zorgelijk. De parlementaire ervaring wandelt en masse het Kamergebouw uit.

Mooie traditie

Ooit, in de tijd van de grote volkspartijen was het nog eenvoudig: het CDA zat in het statige voormalige ministerie van justitie, de VVD in het deel rond de oude Tweede Kamer en de PvdA in het voormalige ministerie van koloniën. Daar zitten ze nog steeds, maar het CDA deelt Justitie met D66 en Forum, en in Koloniën huizen nu ook ChristenUnie, GroenLinks en Partij voor de Dieren. Volgende week zullen sommige fracties moeten verhuizen of inkrimpen, andere fracties kunnen uitbreiden. Dat fracties eigen verdiepingen of gangen hebben, ontstond pas in de jaren zeventig. Tot die tijd zaten Kamerleden van alle kleuren, medewerkers en journalisten kriskras door elkaar. Politici kwamen elkaar vaker tegen, wat het zakendoen eenvoudiger maakte, en het onderlinge begrip vergrootte. Een mooie traditie, die in tijden van versnippering en polarisatie best in ere mag worden hersteld. De strijd om voorname plaatsen speelt zich ook op een ander front af: in de plenaire vergaderzaal. De zetels in de Tweede Kamer zijn van oudsher gerangschikt van links naar rechts. Het maakt voor fracties ook nog uit of ze voor- of achter in de Kamerbankjes zitten. Nu camera’s alomtegenwoordig zijn, willen alle fractieleiders vooraan zitten.

Grote werkdruk

Het is een mooi principe dat ons kiesdrempel-vrije parlementaire systeem ruimte biedt aan allerlei nieuwkomers, zodat zoveel mogelijk burgers het gevoel krijgen dat ze in Den Haag gehoord worden. Maar er is een keerzijde. Deze volledig versplinterde Kamer gaat een aantal belangrijke jaren tegemoet. Niet alleen de parlementaire enquête naar de gaswinning is in aantocht, er komt eenzelfde onderzoek naar de toeslagenaffaire. Nederland zit nog midden in de coronacrisis, een parlementaire enquête naar de bestrijding van de pandemie ligt voor de hand. Een uiterst kritische controle van de regering is noodzakelijk. De kleine, onervaren partijen kunnen deze commissies moeilijk, zo niet onmogelijk bemensen. Met als gevolg dat de werkdruk voor de toch al verzwakte grotere fracties enorm zal zijn. En dat in een periode waarin de bijna langstzittende premier in de geschiedenis krachtig tegenspel verdient. Het zou wat dat betreft al een beetje helpen als de leiders van coalitiepartners van de VVD zich straks niet laten verleiden met een ministerspost, maar vanuit de Kamer een stevige oppositie voeren.

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.