In het manifest ‘red de fusie’ komt student Jeroen Salden op voor het behoud van studentenfusies, nadat bekend werd dat de Rijn- en Schieflat waar hij woont wordt gesloopt en er studio’s voor in de plaats komen. Door een rekensom waarin huursubsidie al ingecalculeerd wordt gaat de voorkeur van de ontwikkelaar uit naar studio’s, omdat er meer mee te verdienen valt, schrijft Salden in het manifest.

Raadslid stedelijke ontwikkeling Josine Heijnen signaleert een bredere trend. “Nieuwe ontwikkelingen zijn heel vaak studio’s zonder gezamenlijke ruimte.” Op het Utrechtse jaagpad is een Belgische investeringsmaatschappij bezig met plannen, in de Lammenschansdriehoek zijn 1250 studio’s opgeleverd. “En de vraag is natuurlijk: is er zoveel vraag naar zelfstandige woonruimte voor studenten? Of is het inderdaad zoals Salden schrijft, dat het aanbod de vraag gaat bepalen?”

Voor Heijnen is dit onderdeel van een breder probleem. “We zien het ook bij ontwikkelingen zoals LEAD, de Lorentz of de Kaasmarkt. Gaan wij de Leidse woningnood oplossen met zes woningen van 8 ton op de Kaasmarkt? Zijn de tweekamerwoningen in de Lorentz met ruim 1000 euro huur per maand een oplossing voor Leidse starters? Gaan we gezinnen huisvesten op 10 hoog?”

Afgelopen dinsdag vroeg Heijnen naar aanleiding van het manifest de wethouder naar de stand van zaken in de studentenhuisvesting. “Als er inderdaad signalen zijn dat het aanbod komt door die rekensom van huursubsidie, moet daar gemeentelijk beleid op komen.” Wethouder Fleur Spijker herkende deze zorgen, maar verzekerde de commissie dat de balans tussen projecten met fusie en helemaal zelfstandig een goede is. Met dat antwoord is Heijnen blij. “In het algemeen blijven we kritisch op de grote bouwprojecten van de afgelopen jaren. Los daarvan zou ik iedere student adviseren: ga op kamers. Je denkt misschien eerst ‘de douche wil ik niet delen’ maar achteraf is dat een van de leukste dingen aan je Leidse tijd.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.