"De kiezer heeft gesproken. Er ligt een duidelijke uitslag en het CDA neemt de uitslag over: wij stemmen tegen dit voorstel.”, aldus fractievoorzitter Joost Bleijie. Daarnaast constateert het CDA dat er een flink maatschappelijk verlies is. Bleijie: “Dit referendum heeft diepe sporen nagelaten in wijk. Buren kijken elkaar met de nek aan. In grote delen van onze stad is de sfeer totaal verpest dankzij dit referendum. De Leidse saamhorigheid heeft een flinke klap gekregen.”

Het CDA ziet dat het College niet heeft geluisterd naar de inwoners. Bij de participatietrajecten en inspraakmomenten werden de zorgen van wijkbewoners nauwelijks gehoord door de gemeente. Bleijie: “Als de gemeente slim was geweest, had men open het gesprek met de wijkbewoners aangegaan. Dan was dat referendum ook nooit nodig geweest. Dit heeft het CDA altijd naar voren gebracht. Maar het was gericht tegen dovemansoren. En zie hier het resultaat: een nee tegen het plan én een gespannen sfeer tussen wijkbewoners!”

Het CDA heeft zich de afgelopen jaren hard gemaakt voor een beter plan. Bleijie: “Wij hebben altijd, ook bij andere projecten zoals LEAD, het College opgeroepen om Leidenaren serieus te nemen. Mensen zijn niet dom en willen over de inhoud praten. Niet over de kleur van de plinten. Samen maken we de stad.”

De uitslag van het referendum is duidelijk. Bleijie: “Het CDA zal tegen het voorstel van de gemeente stemmen. Wij nemen dus de uitslag van het raadgevend referendum, en daarmee het advies van de Leidenaar, uiterst serieus.”

Duo-raadslid Tobias Sandoval Garcia: “Tot slot is het belangrijk om niet stil te blijven staan. De vergroening van het schoolplein blijft hard nodig. De tegels bij de Lorentzschool verdwijnen niet vanzelf.” Tevens moet er ook snel een passende oplossing voor de  hockey worden gevonden. Sandoval Garcia: “Het CDA hecht grote waarde aan een fitte en vitale stad. En dat kan alleen worden bereikt met genoeg ruimte en mogelijkheden voor sportclubs. Kortom: werk aan de winkel voor de gemeente!”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.