In de eerstvolgende commissievergadering Werk & Middelen werd de regionale Bedrijventerreinenstrategie 2030 besproken. In de strategie staat het toekomstperspectief van Leidse bedrijventerreinen beschreven. Volgens CDA-Fractievoorzitter Joost Bleijie is de bedrijventerreinenstrategie vooral een transformatie-agenda. “In de strategie gaat het vooral over het transformeren van Leidse bedrijventerreinen naar woningbouw. De Rooseveltstraat, De Waard, maar ook de Lammenschansweg zijn nu nog bedrijventerreinen met veel Leidse arbeidsplaatsen en veel bedrijven die al decennialang in Leiden zijn gevestigd. Voor hen houdt het volgens deze strategie in 2030 op omdat er plaats gemaakt moet worden voor woningen. De wethouder van Economische Zaken heeft het in het college dik verloren van de wethouder van Bouwen en dat is voor een wethouder die zegt pal te staan voor Leidse bedrijvigheid echt teleurstellend.”

Bleijie neemt als voorbeeld bedrijventerrein De Waard. Een bedrijventerrein waar veel ‘gewone’ Leidse bedrijven gevestigd zijn. “Tegen deze bedrijven zegt de Bedrijventerreinenstrategie dat ze tot 2030 kunnen blijven ondernemen, maar daar wordt geen investeringsagenda aan gekoppeld. De bedrijven mogen blijven zitten, maar verder laat Leiden ze links liggen. We weten allemaal wat dat betekent als er in 2030 een nieuwe woningbouwopgave op Leiden af komt: Transformeren. Bedrijven op De Waard hebben met deze bedrijventerreinenstrategie gewoon geen perspectief. Hun (investerings)scoop is veel verder dan 2030. Daarom zullen wij pleiten voor niet 10 maar 20 jaar bestaanszekerheid voor dit terrein.”

Bij de Rooseveltstraat is het college in de strategie volgens Bleijie duidelijker. “Zij moeten daar gewoon weg. Probleem is echter dat er geen ruimte is in de regio om deze bedrijven uit te plaatsen. Er is veel te weinig ‘harde plancapaciteit’. Dat betekent dus dat we tegen de bedrijven zeggen dat ze moeten vertrekken maar dat er geen plek in de Leidse regio is waar deze bedrijven naar toe kunnen. Dan jaag je berdrijven gewoon de stad uit zonder alternatief. Let wel, deze bedrijven zijn heel belangrijk voor de werkgelegenheid van heel veel Leidenaren. Wij roepen het college dan ook op om eerst alternatieven locaties in de vorm van harde plancapaciteit in Leiden of in de Leidse regio te realiseren voordat we instemmen met een transformatie-agenda. Bedrijven moeten wel een alternatief hebben en een alternatief in Benthuizen of De Zilk is voor Leidse bedrijven geen alternatief.”

Bleijie twijfelt ook aan de democratische legitimatie van de besluitvorming over de RBS. “Het is een regionaal document door meerdere college in de Leidse regio vastgesteld. Een document dat in dezelfde vorm in de gemeenteraden van de Leidse regio wordt besproken. Wethouder Van Delft heeft al aangegeven niet met substantiële wijzigingen terug te regio in te willen. De rijen worden dus gesloten. We kunnen leuk moties indienen over de openingstijden van de brug bij bedrijventerrein De Waard, maar het maken van een pas om eerst harde plancapaciteit te regelen of andere ingrijpende wijzigingen zullen bij voorbaat geen steun krijgen. Dat holt echt mijn controlerende en kaderstellende rol als Raadslid uit. Dat zagen we bij de behandeling van de Retailvisie ook en dat is ons niet goed bevallen.”

Heeft u vragen over de Regionale Bedrijventerreinenstrategie of wilt u de CDA-fractie iets meegeven, mail dan naar [email protected]

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.