Leiden is een dichtbebouwde stad waar ruimte voor nieuwe woningbouwprojecten schaars is. Nieuwe bebouwing gaat daarom vaak ten koste van openbaar groen, van sportvelden, van bedrijfsterreinen of recreatieplekken. Daar is het CDA geen voorstander van. Om toch aan de opgelegde 8500 woningen te komen is hoogbouw een alternatief. Verschillende plannen om woontorens te bouwen zijn de revue inmiddels gepasseerd. De zogenaamde 'Toekantoren' in Zuidwest en de beoogde torenflats in het wijkpark in de Merenwijk zijn daar voorbeelden van. Maar ook de nog in ontwikkeling zijnde torens bij de Churchilllaan in Zuidwest en het LEAD-project aan de WIllem de Zwijgerlaan gaan flink de hoogte in. 

Het CDA is niet per definitie tegen hoogbouw. In het verleden heeft het CDA ingestemd met de hoogbouwvisie waarin is vastgesteld dat hoogbouw in Leiden niet hoger te laten zijn dan 75 meter om het uit de pas te laten lopen met de reeds bestaande, vaak historische bebouwing van de stad. Het CDA zal dan ook projecten waar hoogbouw in verwerkt is leggen langs deze hoogtemeetlat.

Daarnaast heeft het CDA om andere redenen grote twijfels bij hoogbouw. Nog los van het feit dat hoogbouw de historische skyline van Leiden onomkeerbaar veranderd, betekent hoogbouw ook dat er veel woningen op een kleine ruimte worden gerealiseerd. Daarbij horen dus voldoende parkeerplaatsen, een fatsoenlijke en realistische verkeersafwikkeling en voldoende faciliteiten voor nieuwe bewoners in de wijk. Dit om de leefbaarheid in de wijk waar hoogbouw plaats zal vinden niet te hoog op te laten lopen. Vaak staat hoogbouw op gespannen voet met de leefbaarheid in en van een wijk.

Bovendien ziet het CDA hoogbouw niet als oplossing voor de problemen op de Leidse woningmarkt. Leiden heeft wat betreft het CDA woningen nodig in het zogenaamde 'middensegment'. Ofwel huisjes met een tuintje  waar Leidenaren die nu nog in een starterswoning wonen maar daar eigenlijk uit gegroeid zijn naar toe kunnen. Dat bevordert de doorstroming op de woningmarkt. Starterswoningen zijn er genoeg in Leiden alleen een goede doorstroming niet. Meer starterswoningen bouwen, wat in hoogbouw vaak het geval is, maakt het probleem alleen maar groter omdat al deze starters op termijn niet door kunnen groeien naar een eensgezinswoning.  En die zijn er niet voldoende in Leiden.

Voor het CDA voert Raadslid Roeland Storm het woord. Heeft u vragen of opmerkingen over het CDA-standpunt over hoogbouw, mail dan naar [email protected] 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.