26 mei 2016

Artikel 51 vragen Monstersche Sluis

Op 26 mei 2016 stelde de fractie van CDA Maassluis tezamen met de PvdA en D66 via artikel 51 vragen het volgende aan de orde:

Maandag bereikte ons het bericht dat u en het Hoogheemraadschap van Delfland de stichting Monstersche Sluis hebben laten weten geen machtiging te verlenen voor het aanvragen van een provinciale subsidie ten behoeve van het openstellen van de Monstersche Sluis. De stichting is al jaren bezig om de Monstersche Sluis, een Rijksmonument uit 1604, weer in ere te herstellen door deze weer als schutsluis te laten functioneren. Daarmee kan er een impuls aan onze prachtige historische binnenstad wordt gegeven, ook op het toeristische vlak.

Er kunnen daarmee immers weer schepen kunnen varen tussen het Midden Delflandgebied en de haven. De stichting geeft aan dat diverse varianten zijn uitgewerkt en er een duurzame voorkeurvariant is uitgewerkt. Voor 560.000 euro zou de Monstersche Sluis weer gangbaar kunnen worden gemaakt voor een periode van 30 jaar. De stichting geeft aan dat er een goede kans is dat deze kosten geheel zonder gemeentelijke bijdrage binnen te halen zijn, door middel van subsidies, fondsen en giften vanuit het bedrijfsleven. Daarvoor is een machtiging van de eigenaar van de Sluis essentieel.

 

Het openstellen van de Monstersche Sluis is opgenomen in onze verkiezingsprogramma’s en het coalitieakkoord “Maassluis dichtbij. Verbinden en vooruitzien.” Daarnaast wordt hier door vele vrijwilligers belangeloos al jaren hard gewerkt aan de heropening. Zij zijn zeer negatief getroffen door uw besluit. Daarom hebben wij de volgende vragen aan het college van B&W:

  1. U heeft eerder tegenover de stichting verklaard tezamen met het Hoogheemraadschap van Delfland eigenaar te zijn van de sluis. Welke kosten verwacht u te moeten maken voor onderhoud en beheer in de komende jaren voor de Monstersche Sluis indien deze niet wordt gerestaureerd?
  2. U spreekt in de brief aan de stichting over financiële en juridische risico’s. Kunt u een kwantitatief overzicht geven van de financiële risico’s en welke juridische risico’s de gemeente loopt bij de restauratie van de Monstersche Sluis?
  3. Welke afspraken heeft u met de Stichting gemaakt op het gebied van risico’s, onderhoud, beheer en exploitatie in de voorbereiding, tijdens en na de restauratie van de Monstersche Sluis?
  4. Waarom voorziet u een aansprakelijkheidstelling voor de gemeente als de stichting, als zelfstandige rechtspersoon een subsidie aanvraag doet? Het betreft op dit moment immers slechts het werven van fondsen, niet het aangaan van verplichtingen.
  5. Welke creatieve oplossingen heeft u gezocht om financiële en juridische risico’s voor de gemeente te voorkomen zonder het project te dwarsbomen, bijvoorbeeld door de machtiging af te geven onder een voorbehoud dat de gemeente niet aansprakelijk kan worden gehouden?
  6. De stichting en in hun kielzog meer dan 100 vrijwilligers trekken al sinds 2009 aan dit project. Wij begrijpen van de initiatiefnemers dat er veel vertraging op het proces is ontstaan, bijvoorbeeld dat een brief van december 2014 nog steeds niet beantwoord is. Kunt u in een tijdlijn aangeven hoe dit proces is verlopen? Graag specifiek met data van gesprekken, brieven en antwoorden.
  7. Klopt het dat de provincie subsidiebudgetten heeft voor dit soort projecten, zoals de erfgoedlijnen en trekvaartroutes en dat zij zeer geïnteresseerd zijn in dit project? En gezien uw positieve grondhouding ten aanzien van de openstelling van de sluis, die u steeds in de pers uit; welke initiatieven heeft u zelfstandig ontplooid in de richting van de provincie om aanspraak te kunnen maken kunnen maken op deze budgetten?
  8. Hoe verhoudt uw werkwijze zich tot de op 7 november 2012 ingediende en unaniem aangenomen motie ‘maatschappelijke en particuliere initiatieven’ en de door u na aandringen vanuit de raad in augustus 2014 gepresenteerde nota “participatie in Maassluis” waarin u heeft toegezegd positiever ten opzichte van maatschappelijke initiatieven te staan en meer te werken vanuit wat er wel kan?
  9. In de brief aan de stichting stelt u dat u bereid blijft om met de stichting te onderzoeken of er andere subsidie mogelijkheden zijn en dat u positief blijft in de richting van andere partijen. 0Indien een subsidie verstrekker of een fondsenverstrekker onder gelijkwaardige voorwaarden een subsidie wil of kan verstrekken, handhaaft u dan uw standpunt of bent u dan bereid een afwijzing van de machting te heroverwegen? Graag een toelichting.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.