27 december 2018

Inbreng Startnotitie Woonvisie

Afgelopen 20 december is er in de raad een besluit genomen over de Startnotitie Wonen welke het college na bespreking in de vergaderingen van 6 en 13 december unaniem gesteund zag. Het CDA heeft in de vergaderingen een aantal accenten meegegeven aan het college, waaronder het onderzoeken van een sociale makelaar, gefaseerd bouwen en borging van het kleinschalige karakter van onze kernen.

 

Woordvoerder Wonen, Janno Meijer sprak de volgende tekst uit:

“De CDA-fractie is blij met deze eerste versie van de Startnotitie Woonvisie voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

In de Startnotitie valt te lezen dat “op basis van onderzoek naar de behoefte […] [maken we] inzichtelijk voor welke doelgroepen we gaan bouwen.” Wordt er met dit onderzoek ook geanalyseerd wordt wat de grenzen zijn aan bouw? De wethouder gaf aan dat dit onderdeel vormt van de Woonvisie, maar dat dit bij de Omgevingsvisie aan de orde komt.

 

Het CDA heeft behoefte aan gefaseerde bouw. Dat klinkt wat als een open deur, want woonwijken worden niet van vandaag op morgen gerealiseerd (gegeven de huidige vraag- en het aanbod een groot helaas). Wij bedoelen daarmee dat we in de bestemmings- en bouwplannen ruimte willen behouden om op toekomstige ontwikkelingen in te spelen. Met de innovaties die in de bouwsector plaatsvinden, moet rekening gehouden worden in de plannen. De wethouder steunde deze visie.

 

Voor het CDA is het tegelijkertijd van groot belang dat er onder de noemer “vraaggericht bouwen” geen afbreuk wordt gedaan aan die zaken die onze gemeente kenmerken. Zo vindt het CDA het belangrijk dat we onze groene identiteit behouden en koersvast zijn. Dat wil zeggen: vasthouden aan de dorpse kernen en kleinschaligheid die onze gemeente karakteriseren. Dit hangt nauw samen met hetgeen ook wel een lokale wooncarrière wordt genoemd. Hoe beoogt de gemeente dit speerpunt uit de Uitvoeringsagenda te realiseren, wetende dat veel jonge inwoners slechts in Pijnacker-Nootdorp woonachtig kunnen blijven wanneer er sociale woningbouw beschikbaar is? In aanvulling werd gevraagd wat de ervaringen van het college zijn wat betreft de afspraken ten aanzien van sociale huurwoningen, zoals gemaakt in de woningmarktregio Haaglanden? Het opstellen van een nieuwe woonvisie biedt volgens het CDA gelegenheid de toegevoegde waarde van deze afspraken onder de loep te nemen. Daarbij kan mogelijk een sociaal makelaar worden ingezet. Een sociaal makelaar is iemand die goed weet wat er speelt onder huurders en (sociale) kopers en die doorstroomkansen op kilometers afstand “ruikt” met als doel een betere match tussen vraag en aanbod op de woningmarkt. Dit beleidsinstrument wordt in sommige gemeenten al – met succes – gebruikt.

Centraal moet staan de dialoog met ouderen, starters, potentiele doorstromers en inwoners met binding, zodat de Woonvisie een gedragen visiedocument wordt. Maar, het CDA vindt het ook uiterst belangrijk dat de politie en andere – niet direct bij woningbouw betrokken – partijen intensief bij de formulering van de Woonvisie worden betrokken. Specifieker vindt het CDA dat een veilige en leefbare woonomgeving begint bij de manier waarop woningen worden gebouwd en een wijk wordt ingericht. Daarbij vindt het CDA het ook enorm belangrijk dat er oog blijft voor de ontsluiting en voorzieningen.

Het CDA is de mening toegedaan dat er bij het bouwen van nieuwe woningen aandacht moet zijn én blijven voor het architectonisch geheel. Het CDA is groot voorstander van plaatselijke, duurzame bouw waarbij oog is voor kwaliteit, maar spreekt nadrukkelijk uit dat leefbaarheid en veiligheid zwaarder wegen dan pracht en praal (zonder oog voor het praktisch nut). 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.