29 maart 2017

CDA enthousiast over plannen Feyenoord City

Vandaag wordt in de commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte gesproken over de plannen voor Feyenoord City. De CDA-fractie is enthousiast over de plannen, maar heeft nog wel een aantal vragen. Hieronder vindt u de bijdrage van onze woordvoerder op dit onderwerp, Danielle Knieriem.

Onze fractie is erg blij met de richting die we met deze plannen ingaan. Een nieuw stadion op een schitterende locatie waardoor Feyenoord mee kan in de vaart der volkeren en de stad weer een icoon rijker is. Een investering van honderden miljoenen euro's in een gebied dat elk steuntje in de rug buitengewoon goed kan gebruiken. Het behoud en hergebruik van onze mooie Kuip. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle neveneffecten op het vlak van werkgelegenheid, onderwijs en sportdeelname. Dit project heeft alles in zich om onze stad nog mooier te maken.

Ons enthousiasme hierover is groot, maar dat betekent niet dat we geen vragen hebben. Sterker nog; juist omdat het project zo mooi kan worden, willen we dat het draagvlak ervoor zo groot mogelijk is; nu, tijdens de uitvoering en ook als alles op zijn plek staat. Deze vragen zijn grofweg in drie categorieën in te delen; namelijk het proces, de ruimtelijke invulling en mobiliteit.

Allereerst met betrekking tot het proces. Gezien de tijdsduur van de uitvoering en de tussentijdse stappen die moeten worden genomen, begrijpen we dat er wordt gesproken van fasen in de uitvoering. Toch vrezen we dat een zodanig nadrukkelijke fasering ertoe kan leiden dat het totaalplaatje dat we nu voor ogen hebben, nooit tot stand zal komen. Wat dit betekent, kunnen we een paar kilometer verderop zien bij de stilgevallen uitvoering van het Centrumplan IJsselmonde. Het kan wel, maar het is niet wat we willen en niet wat we hadden afgesproken. Bij een groot project als Feyenoord City kunnen we ons dergelijke haperingen niet veroorloven. We horen graag van de wethouder hoe de gemeente die continuïteit in de uitvoering van Feyenoord City, inclusief Strip-Zuid en Kuippark, kan en zal borgen.

Een ander punt ten aanzien van het proces heeft betrekking op de participatie van omwonenden, zoals de bewoners van de Veranda. De invulling hiervan wordt nu voorzien middels de gebiedscommissie. Gelet op de grootte van het project vinden wij dit te mager. Graag zouden we van de wethouder horen hoe hij de participatie wil borgen op een wijze die zowel de omwonenden zo kort mogelijke lijntjes geeft als de raad in stelling brengt.

Dan komen we bij de ruimtelijke invulling. Voor ons is de menselijke maat daarbij leidend. De omgeving van de huidige Kuip is stenig, donker en daarmee vrij onaantrekkelijk. Feyenoord City moet geen betondorp worden, maar een groene plek waar een gezinsvriendelijk verblijf voor omwonenden en bezoekers mogelijk is. Onze fractie is dan ook blij met de aandacht die in de position paper wordt gevraagd voor de openbaarheid van het gebied en het feit dat het zelfs als voorwaarde wordt neergelegd voor gemeentelijke steun. Wat ons betreft wordt deze duidelijke lijn doorgetrokken in de commerciële invulling van het gebied, al was het maar om te voorkomen dat de onlangs gehoorde term 'McDonalds aan de Maas' blijft hangen. Ondanks de duidelijke voorwaarden dreigen we nu een aantal kansen te laten liggen die het gebied nog meer 'eigen' kunnen maken. Zo zou het in dat kader mooi zijn wanneer omwonenden en andere Rotterdammers worden betrokken bij de keuzes die er bij de inrichting van de buitenruimte zullen worden gemaakt. Het moet immers een gebied van en voor alle Rotterdammers worden, laten we daar dan ook zo vroeg mogelijk ruimte voor bieden. Wij horen graag van de wethouder of hij hier mogelijkheden voor ziet.

Daarnaast hebben we al meermaals de duidelijke wensen van bewoners van de Veranda gehoord. Zij vragen al geruime tijd om meer groen en speelruimte in hun buurt. Zou het geen prachtig gebaar zijn richting deze mensen wanneer we deze wensen meenemen in het gigantische project dat in hun achtertuin wordt gerealiseerd? Juist omdat het zo'n groot project is, is het essentieel dat we rekening houden met de mensen die de gevolgen ervan als geen ander zullen ervaren.

Het zou overigens fantastisch zijn wanneer het gezinsvriendelijke karakter van Feyenoord City niet alleen zou worden doorgetrokken naar de Veranda, maar ook tot in het stadion. Het gezinsvak dat we hebben gezien in het stadion van Schalke '04 is daar een prachtig voorbeeld van.

Tot slot is daar de mobiliteit. Er is, zowel binnen als buiten deze zaal, al veel gezegd over de mobiliteitsplannen rondom het nieuwe stadion. De ambities die op het vlak van autogebruik zijn gesteld, zijn groot en bewonderenswaardig. Tegelijkertijd ontkomen ook wij niet aan de vraag of ze wel haalbaar zijn. Vele achtereenvolgende regeringen en colleges hebben getracht het autogebruik in het algemeen te ontmoedigen en te verminderen, maar tevergeefs. Om nu als Rotterdam te verwachten dat er binnen vijf jaar een dusdanig grote gedragsverandering zal optreden waardoor het autogebruik met meer dan driekwart zal afnemen, lijkt ons wat overmoedig. Is het niet mogelijk om die ambitie na te streven en er tegelijkertijd rekening mee te houden dat mensen wel met de auto komen? Wij denken dan aan een extra afrit op de A16 ter hoogte van P+R Beverwaard en een uitbreiding daarvan en aan een betere ov-verbinding vanuit het noordoosten van de stad (P+R Kralingse Zoom en Capelsebrug) richting Feyenoord City. Hoe kan in elk geval worden ontmoedigd dat stadionbezoekers de wijken rondom het nieuwe stadion vol zetten, zoals nu telkens weer het geval is rondom de Kuip?

Kort samengevat heeft onze fractie nog een aantal grote vragen waarop we een antwoord willen. Toch zeg ik niets nieuws wanneer ik u allen vertel dat de CDA-fractie blij is met de richting die nu is gekozen en de plannen die nu voor liggen. Het is in het belang van de omliggende wijken, de Feyenoordfamilie en de stad Rotterdam als geheel dat we nu knopen doorhakken. Hopelijk kunnen we dat op 20 april vol overtuiging doen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.