27 april 2020

Programma datagedreven sturing

In de laatste gemeenteraadsvergadering is gesproken over het programma datagedreven sturing. Het doel van dit programma is om versterking te geven aan de informatiefunctie van de gemeente Teylingen. Het CDA Teylingen is niet heel enthousiast over het programma, ondanks dat wij het wel belangrijk vinden om data te verzamelen als gemeente, zodat we weten wat de inwoners willen. Wij hebben daarom niet voor het programma stemt, tijdens de laatste gemeenteraadsvergadering.
 
Wilt u meer weten, lees dan de hele inbreng van het CDA Teylingen bij het agendapunt

Inbreng CDA Teylingen:
Raadsvergadering 23 april.
 
AP 13 Programma datagedreven sturing.
 
Geachte voorzitter,
 
In de commissie DEB heeft u kunnen horen dat de CDA-fractie niet overliep van enthousiasme bij dit raadsvoorstel Programma datagedreven sturing.
Dat is niet omdat wij niet inzien dat het belangrijk kan zijn voor gemeenten om data te verzamelen en zo te weten wat hun inwoners willen.
In een rapport van Berenschot uit 2018 in opdracht van de VNG staat heel goed verwoord wat datagedreven sturing voor gemeenten kan opleveren.
We vinden het dan ook jammer dat hier in ons eigen raadsvoorstel niet naar dit rapport wordt verwezen.
 
Na de commissievergadering is de CDA-fractie niet op andere gedachten gebracht.
Wij zullen daarom tegen dit raadsvoorstel stemmen.
Voor ons blijven de maatschappelijke nut en noodzaak in het voorstel niet goed uitgelegd en dus ook niet te controleren.
Het kostenplaatje vinden we onvoldoende onderbouwd.
Het is niet duidelijk wat er precies gaat gebeuren en wanneer,  en er worden geen concrete doelen benoemd.
Prioritering voor ondermijning en de monitor sociaal domein maar dit is tevens zeer complex wat betreft privacy en eigenaarschap van data, waarvoor we binnen HLT op dit moment, naar ik heb begrepen, nu ook geen functionaris gegevensbescherming meer hebben.
Kortom dit raadsvoorstel is voor ons onvoldoende.
 
Daarnaast heeft de CDA-fractie er problemen mee dat  bij de begroting 2020 allerlei ingewikkelde manoeuvres moesten worden gemaakt om de begroting sluitend te krijgen vanwege de slechte financiële perspectieven. (In de begroting maatregelen om extra inkomsten te genereren, opbrengsten om oud beleid te vervangen door nieuw beleid en maatregelen om kosten te verminderen.) En dan 5 maanden later komt dit voorstel naar de raad om maar liefst 623.000 euro uit te geven inclusief een greep uit de kas van de algemene reserves van 103.845 euro.
Als het raadsvoorstel nu zo duidelijk en concreet was dat je er niet om heen kan, maar nee dat is absoluut niet het geval.
 
We zitten bovendien in crisistijd. Een paar dagen geleden las ik in Binnenlands Bestuur dat het tekort bij gemeenten minstens 1 miljard euro zal bedragen en dit zal door de coronacrisis niet beter worden en de grootste kostenpost blijft hierbij het sociaal domein.
 
Wat mij verder van het hart moet voorzitter, en waarin wij flink teleurgesteld zijn, is dat bij  de begrotingsbehandeling vorig jaar in november een amendement is aangenomen over de inzet van de algemene reserve. Het college moet eerst opnieuw afspraken maken met de raad over de inzet van de algemene reserves voordat zij komt met voorstellen die (deels) financieel gedekt moeten worden met middelen van de algemene reserves. Het onderwerp zou geagendeerd worden voor de vergadering van de commissie DEB in februari en dat is niet gebeurd.
Voorzitter ik rond af.
Wij stemmen tegen het voorstel, met als belangrijkste argumenten, dat waar eerder afspraken zijn gemaakt om raadsvoorstellen te verbeteren, dit voorliggende raadsvoorstel van slechte kwaliteit is, zonder concrete doelen en daarom niet te controleren door ons als raad.
Verder een amendement over algemene reserves waar we niets meer over hebben vernomen en  waar andere fracties kennelijk makkelijk overheen stappen, of zich er niets van aantrekken zo lijkt het, maar waarbij ik hier nu online nog een laatste poging doe mijn collega’s op andere gedachten te brengen en hun mening te heroverwegen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.