
27 maart 2025
28 januari 2025 4 minuten lezen
Fryslan wil de belangrijkste landbouwprovincie blijven. Deze ambitie sprak CdK Brok recent uit namens het college van Gedeputeerde Staten in zijn nieuwjaarsrede. In de PS-vergadering...
Fryslan wil de belangrijkste landbouwprovincie blijven. Deze ambitie sprak CdK Brok recent uit namens het college van Gedeputeerde Staten in zijn nieuwjaarsrede. In de PS-vergadering van woensdag 29 januari staat het Friese landbouwbeleid op de agenda. De titel “Noflik Buorkje yn Fryslân” is, net als de inhoud van de landbouwbrief, een veilige keuze die geen antwoord geeft op de vraag hoe deze ambitie te realiseren.
Eerlijk zijn over wat moet, en hoopvol over wat kan
De Noordelijke Rekenkamer concludeerde in 2023 dat de provincie door beperkte middelen en budget weinig invloed heeft op de landbouwontwikkeling. Dat ontslaat de provincie echter niet van de verantwoordelijkheid om mede richting te geven aan de toekomst van de landbouw. Politiek Den Haag is hiervoor samen met de sector primair aan zet. Hier zitten ook de instrumenten en de middelen. De sector zit al enkele jaren in een uitzichtloze impasse, met de PAS melders als meest schrijnend voorbeeld. De recente politieke verschuivingen hebben in die situatie niets veranderd, en de versnippering in de agrarische belangenbehartiging maakt het maken van gedragen afspraken lastig. “Waar het visioen ontbreekt verwildert het volk” (Spreuken 29:18) is een wijsheid die ook hier opgaat. De agrarische sector heeft behoefte aan zekerheid. De overheid, ook de provinciale, moeten samen met boerenbestuurders eerlijk zijn over wat moet en hoopvol over wat kan. De provincie is hierbij een belangrijke speler als uitvoerder van het beleid.
Langetermijnvisie
Een van de grootste toekomstige uitdagingen is het voeden van de groeiende wereldbevolking. In 2050 is er volgens rapporten van de VN wereldwijd 70% meer voedsel nodig. Daarnaast zijn ook steeds grotere delen van onze aarde door opwarming niet langer geschikt voor het bedrijven van landbouw. Nederland heeft de kans en verantwoordelijkheid om een grote rol te spelen vanwege onze vruchtbare grond en kennis van voedselproductie. Tegelijkertijd lopen we in Nederland tegen de grenzen van ons huidige systeem aan. Niet alles kan in dit land is ook van toepassing voor de ecologische uitdagingen en ambitie. Onze landbouwproductie zonder plan reduceren zal op wereldschaal geen milieuwinst opleveren en verplaatst de uitdaging naar andere gebieden. Terwijl er voor woningbouw, energievoorziening en andere sectoren wel plannen zijn, ontbreekt een duidelijke visie voor de landbouw. Er is dringend behoefte aan een langetermijnvisie voor de landbouw, die de sector richting en een helder toekomstperspectief biedt. Een van de grootste obstakels die visievorming in de weg staat is het juridische moeras rondom stikstof en de natuurherstelwet. Met de kennis van nu is dit, ook met de hand in eigen CDA boezem, het gevolg van het uitstellen of administratief oplossen van fundamentele keuzes in het zoeken naar een juiste balans tussen economie en ecologie.
Regie nodig
Zonder regie en overheidssteun gaat de Nederlandse landbouw de door het rijk gestelde klimaat-en natuurdoelen niet halen. Er is op basis van al bestaande doelen een groot inkomensverlies te verwachten. Het gaat om verplichte maatregelen zoals het afschaffen van de derogatie, zaaien van vanggewassen, verhogen van het waterpeil in veenweidegebieden et cetera. De maatregelen zullen leiden tot een substantiële emissiereductie, maar de financiële gevolgen op het boerenerf zijn te groot. Ook extensiveren is een mooie politieke wens maar met grondprijzen van 65.000 tot 100.000 euro per hectare moet een boer dat wel zien terug te verdienen. Hulp van de overheid is noodzakelijk om inkomensverliezen te verkleinen en de continuïteit van bedrijven te waarborgen. Er liggen concrete opgaven voor milieu, water, biodiversiteit en klimaat, inclusief deadlines. Maar dat geldt niet voor het beleid dat hieraan ondersteunend moet zijn. Het is daarom essentieel dat er weloverwogen keuzes worden gemaakt over de toekomst van de landbouw. Deze keuzes gaan over de inrichting van Nederland, maar ook over de internationale positie van de Nederlandse landbouw en de verhouding tussen landbouw en natuur. Het uitstellen van deze keuzes zal de problemen verergeren. Hierbij zullen alleen de sterkste en meest kapitaalkrachtige bedrijven overleven en is van de in de landbouwbrief genoemde en gewenste ‘boerdiversiteit’ geen sprake meer.
Friese ambitie
Terug naar Fryslân. De agrarische sector draagt substantieel bij aan onze economie en speelt een cruciale rol in het beheer van het landschap, de leefbaarheid en de cultuur van het platteland. Wanneer wij de landbouwprovincie van Nederland willen zijn, moeten we minder focussen op kwantiteit en meer op kwaliteit, dit betekent gezond voedsel produceren binnen de grenzen van bodem, landschap en klimaat. Onze provincie heeft hierin landelijk gezien een voorsprong door de van oorsprong sterk ontwikkelde grondgebonden bedrijfsvoering. Fryslân kan vooroplopen in het vinden van een duurzaam evenwicht tussen landbouw, natuur en economie. Hiervoor moeten we niet blijven hangen in het verleden maar kiezen voor een duidelijke ontwikkelrichting en onze landbouw als A merk positioneren. Op dit moment grossiert Fryslân in het aantal praatgroepen en initiatieven rondom de transitie van de landbouw. Zeker na het afschieten van het FPLG is er behoefte aan regie. De CDA fractie pleit in de Statenvergadering voor meer regie en ambitie en het vormen van een coalitie van partijen met een duidelijk mandaat, een sterke wil om te ontwikkelen en het besef dat niet alles bij het oude blijft.
Aebe Aalberts
Voorzitter CDA Statenfractie
27 maart 2025
25 maart 2025
30 januari 2025