Tijdens het ontwikkelen van de woonvisie ziet het CDA dat veel geluiden van burgers niet gehoord worden. Bij het ontwikkelen van de woonvisie, maar ook bij het gebruik van de WVG zijn veel zienswijzen van inwoners binnengekomen bij de gemeente. Meeste zienswijze worden door de gemeente als niet relevant bestempeld (niet ontvankelijk verklaard). CDA voorspelt dat door deze houding vele malen bezwaar aangetekend gaat worden. Ze komen daarom met een voorstel waardoor plannen meer draagvlak krijgen en daardoor ook sneller tot realisatie kunnen komen.

Het college heeft een proces gestart om te komen tot een nieuwe woonvisie. Daarvoor wordt de woonvisie uitgebreid met een bijlage met actuele keuzes. Voordat deze is vastgesteld is het college al met alle kernen in gesprek gegaan over de visie per kern. Dat is een vreemde volgorde, omdat de kernvisie een afgeleide zou moeten zijn van de woonvisie. Veel inwoners kunnen dit proces ook niet meer volgen en vragen naar meer duidelijkheid.

Tegelijk met de ontwikkeling van de visies heeft de gemeente het recht van eerste koop gevestigd op verschillende percelen in de gemeente. Daarmee lopen ze vooruit op de locaties waar mogelijk gebouwd gaat worden. Dat heeft bij veel inwoners kwaad bloed gezet. Ze voelen zich niet betrokken, maar begrijpen ook niet waarom het college voor bepaalde percelen heeft gekozen.

Het communiceren van de visies heeft meer dan 800 reacties van inwoners opgeleverd. Bij binnenkomst van de reacties beoordeelt de gemeente de reacties. Inwoners hopen dat hun reactie invloed heeft op het beleid of de keuzes die gemaakt worden. Helaas wordt in de praktijk vaak geconstateerd dat reacties van inwoners niet ontvankelijk worden verklaard. Daardoor hoeft de gemeente niet in te gaan op de argumenten in de reactie. Het resultaat is dat inwoners zich niet gehoord voelen en hun recht elders proberen te halen. Wat veelal leidt tot bezwaarprocedures op verschillende plekken.

CDA Lochem vindt de bezwaarprocedures een symptoom van gemiste kansen. Veel inwoners hebben een reactie ingestuurd en meeste mensen willen mee denken aan nieuwe plannen. Veel inwoners zijn niet tegen de nieuwe plannen, maar wel tegen specifieke onderdelen daarvan. Daarom introduceert CDA Lochem de BER, zodat nieuwe (bestemmings)plannen samen met inwoners gemaakt worden. Door die co-creatie zal de buurt eerder nieuwe ontwikkelingen omarmen waardoor minder bezwaren binnenkomen en realiseren in een veel hoger tempo kan.

BER: Buurt Effect Rapportage

CDA introduceert de Buurt Effect Rapportage (BER). De BER is een procedure met als hoofddoel het buurtbelang volwaardig mee laten wegen bij de voorbereiding en vaststelling van bestemmingsplannen en besluiten. Plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke gevolgen hebben voor de Ruimtelijke Ordening, gewoon gezegd; de buurt waarin mensen wonen.

Met de nieuwe omgevingswet wordt de wet gebundeld en gemoderniseerd. Door de nieuwe wet krijgen nieuwe plannen een samenhangende aanpak. Met de BER wordt dat versterkt op het gebied van burgerparticipatie. Zowel initiatiefnemer als ook belanghebbenden gaan samen de ontwikkeling in de buurt vormgeven. De gemeente zal verantwoordelijk worden voor de begeleiding tijdens de BER-procedure.

Doelen van de BER:

  •  Participatie inrichten ter voorkoming van frustratie bij initiatiefnemers en bewoners/omwonenden.
  • In een vroeg stadium de inwoners meer inspraakmogelijkheden geven in een (nieuwbouw) ontwikkelingstraject, opdat wijzigingen nog goed mogelijk zijn.
    In een vroeg stadium de bewoners meer afspraakmogelijkheden geven in een (nieuwbouw) ontwikkelingstraject, opdat wijzigingen nog goed mogelijk zijn.
  • Vermijden van langlopende en/of verkorten van procedures en rechtszaken, dus minder
    rechtszaken bij de RvS.
  • Deelnemende partijen stimuleren tot onderlinge compromis met bindende voorwaarde, wat resulteert in geen bezwaar voor de projectontwikkeling.

Deze worden bereikt door het volgen van onderstaande BER-procedure:

A.) Initiële bod
De gevolgen van het initiatief voor de buurt systematisch, transparant en objectief in beeld te brengen in het zogenoemde buurteffectrapport (BER). Bij diverse planeffecten kunnen maatregelen voorgesteld worden aan betrokken partijen. Bij het initiële bod kunnen de volgende onderwerpen aan bod komen:
- Aantal woningen in het plan;
- Duurzaamheidsmaatregelen die de omgeving positief beïnvloeden;
- Landschappelijke inpassingen of toepassen van groen(e buffers);
- Toepassen van voorkeursrecht voor een specifieke doelgroep;
- etc.
Deze eerste stap wordt “het bod” genoemd binnen de BER. Initiatiefnemer kan daarmee de intenties, mogelijkheden en keuzes delen met de buurt.

B.) Gezamenlijke rapport
Samen met de buurt tot een vaststelling van de BER komen. Vaststelling is alleen mogelijk als initiatiefnemer en belanghebbenden samen tot een rapportage komen. Eventueel met eigen passages (standpunten) in het rapport, echter wel met een gezamenlijke conclusie. Het resultaat is het BER-rapport.

C.) Kwaliteitscontrole
De kwaliteit van de BER bij plannen en complexe besluiten te laten toetsen door een onafhankelijke commissie, de Commissie BER. Die geeft een waarborging van de volledigheid van de rapportage.

D.) Toetsing
De BER wordt een vast onderdeel bij bestemmingsplannen. De gemeenteraad kan toetsen op aanwezigheid van een BER en of de uitkomst kan rekenen op steun/draagvlak van betrokken partijen.
In eerste aanleg is de BER bedoeld voor bestemmingsplanprocedures. Bij gebleken geschiktheid is de BER wellicht breder toepasbaar bij kwesties inzake indeling en inrichting van de openbare ruimte. Denk hierbij aan een verkeersbesluit, vergunningstrajecten of andere procedures op het gebied van RO.

Waarom is de BER goed?
Op deze wijze worden bewoners eerder betrokken bij de ontwikkelingen in hun eigen buurt. Door een betere volgorde van inspraak te hanteren zullen overleggen meer op basis van gelijkheid plaatsvinden. Tevens zullen processen sneller doorlopen kunnen worden na vaststellen van de BER  resulterend in minder bezwaren en meer draagvlak voor de ontwikkeling. Goed doorlopen BER procedures hebben een stimulerende werking op andere potentiële projecten.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.