CDA | Woordvoering referendum

06 maart 2025 4 minuten lezen

Woord­voe­ring refe­ren­dum

Het komt niet vaak voor dat in de gemeente Nijkerk een aanvraag wordt gedaan voor een referendum. Deze vraag lag echt in februari op tafel voor een referendum over de opvang van asielzoekers. Onderstaand leest u het standpunt van de CDA-fractie.

20-02-2025

Dank u wel voorzitter,

Vandaag ligt een voorstel voor zoals we die niet vaak in deze gemeenteraad zien. Er is een verzoek ingediend voor het houden van een referendum over het plan van aanpak voor de opvang van asielzoekers.

Voorzitter, we zien dat met 560 geldige verklaringen de drempel tot het doen van een dergelijk verzoek is gehaald. Daarnaast heeft de referendumcommissie een advies uitgebracht of het onderwerp in aanmerking komt tot het houden van een referendum. Daarbij merkt de referendumcommissie op dat een referendum zal leiden tot een vertraging, waardoor de wettelijke termijn voor het realiseren van opvangplekken niet gehaald wordt. Volgens de referendumcommissie raakt dit aan de vraag of de gemeente hier nog beleidsvrijheid in heeft.

Voor het CDA is dit echter geen argument: de wettelijke termijn (1 juli 2025) zal, vanwege de zorgvuldigheid van het proces, ook zonder referendum niet gehaald worden. De conclusie van de referendumcommissie is dan ook dat er geen sprake is van een uitgezonderd besluit, en dat het dus aan de gemeenteraad is om de weging te maken of er dringende redenen zijn om het referendum niet te houden.

Voorzitter, verschillende inwoners hebben forse inspanningen geleverd om dit inleidende verzoek aan de raad te doen. Daarom vindt het CDA dat we dit verzoek serieus moeten weten. Als fractie hebben we dan ook lang doorgepraat over de consequenties van zo’n referendum, en wat argumenten voor en tegen het houden van zo’n referendum zijn.

Wanneer we kijken naar het inleidende verzoek lezen we dat het referendum volgens de indieners betrekking heeft op de vraag of de gemeente gehouden dient te worden aan het aantal te bieden asielopvanglocaties conform het verdeelbesluit van 16 december 2024 (dat zijn 153 plekken) of blijft vasthouden aan het oorspronkelijke aantal van 278 opvangplekken.

Uiteraard heeft het referendum betrekking op het volledige raadsbesluit, maar hier volgens het inleidende verzoek voor de initiatiefnemers de kern.

En voorzitter, hier zit voor het CDA ook de kern. Dit maakt namelijk dat het referendum feitelijk twee uitkomsten kan hebben:
1. Het referendum heeft als uitkomst dat het raadsbesluit moet worden aangenomen, waarbij het aantal 278 blijft.
2. Het referendum heeft als uitkomst dat het raadsbesluit moet worden afgewezen, waarbij, conform wat de initiatiefnemers aangeven, het verdeelbesluit van 16 december 2024 als basis van een nieuw raadsbesluit zal moeten worden genomen, oftewel 153 opvangplekken.

Voorzitter, het CDA begrijpt goed dat er een aanvraag voor een referendum over dit besluit is gedaan. Sterker nog: ook het CDA heeft een nadere onderbouwing gevraagd waarom vastgehouden zou moeten worden aan 278 opvangplekken, en of er geen mogelijkheden zijn voor het aanbrengen van een fasering.

Voorzitter, het CDA vindt het belangrijk dat we voor onszelf, als raad, eerlijk wegen of, als er een referendum komt, het denkbaar is dat het aantal opvangplekken daadwerkelijk naar beneden gebracht kan worden. Voor het CDA hangt dat af van de consequenties.

In die consequenties hebben we inzicht mogen krijgen. Daaruit kunnen we het volgende opmaken.

Het terugbrengen van het aantal opvangplekken naar 153 heeft als consequentie dat het ministerie niet langer bereid zal zijn om te voldoen aan het normbedrag waarmee de noodzakelijke maatregelen in het plan van aanpak worden bekostigd.
Dat heeft als eerste gevolg dat er minder ingezet kan worden op dagbesteding en werk. Daardoor ontstaat het risico op verveling en overlast. Iets wat het CDA onacceptabel vindt, wij vinden juist dat alles op alles gezet moet worden om verveling en overlast te voorkomen.
Het tweede gevolg is dat we onszelf in de voet schieten, omdat het op basis van informatie van het ministerie zeer aannemelijk is dat het aantal benodigde plekken eerder zal stijgen dan dalen. Daarmee bestaat het risico dat wanneer we het aantal nu omlaag brengen, we in 2026 mogelijk een grotere opgave in Nijkerkerveen en Hoevelaken moeten realiseren dan het aantal plekken wat we nu voorstellen. Ook dat vindt het CDA onwenselijk.
En tot slot: het terugbrengen van het aantal zet het nemen van goede veiligheidsmaatregelen op de tocht. Terwijl voor het CDA juist het borgen van veiligheid een cruciale voorwaarde is. En juist veel inwoners hebben aangegeven dat het echt een vereiste is dat de veiligheid goed geborgd wordt.

Voorzitter, voor het CDA is er dan maar 1 conclusie mogelijk: het is niet verantwoord om het aantal opvangplekken op dit moment terug te brengen, omdat dit ertoe leidt dat we als gemeente Nijkerk alsnog asielzoekers zullen moeten opvangen, maar dan zonder de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen op de opvanglocaties. Dat is voor het CDA op voorhand onacceptabel, referendum of niet.

Dat stelt het CDA voor de vraag: moet het referendum dan wel plaatsvinden? Het CDA ziet met de punten die ik zojuist heb genoemd dringende redenen om dit niet te doen. Ook wanneer door een referendum de raad verzocht zou worden om het aantal plekken omlaag te brengen, vindt het CDA de risico’s die met dat verzoek gepaard gaan te groot om aan dit verzoek te voldoen. Opvang moet plaatsvinden onder de juiste voorwaarden. En dat is met het omlaag brengen van het aantal simpelweg niet mogelijk, sterker nog, dit leidt tot forse risico’s op het gebied van veiligheid, op het gebied van mogelijke overlast, en het risico dat we binnen een jaar een nog grotere opgave krijgen die dan in Nijkerkerveen en Hoevelaken zou landen.

Dat maakt dat de CDA-fractie dringende redenen ziet om niet in te stemmen met het inleidend verzoek.

Tot zover voorzitter.

Lees
ver­der