Oost Gelre | Hoe het CDA omgaat met moties.

21 oktober 2025 4 minuten lezen

Hoe het CDA omgaat met moties.

Bron: https://www.cda.nl/moties

De afgelopen jaren is het aantal moties enorm toegenomen en ook worden er allerlei moties ingediend die eigenlijk overbodig zijn. Daardoor wordt dit belangrijke instrument van de Tweede Kamer bot. Moties hebben tegenwoordig steeds minder impact.

Daarom weegt de Tweede Kamerfractie van het CDA bij elke motie af of zij voor of tegen een motie stemt. Regelmatig gebeurt het dat wij na de stemming vragen krijgen over een voor- of tegenstem.

Graag leggen wij uit hoe wij met de moties omgaan. Soms lijken moties op het eerste oog inhoudelijk goed verdedigbaar, maar ontbreekt bijvoorbeeld de financiële dekking, staat er eigenlijk niets nieuws in of is een motie onuitvoerbaar. En tegenwoordig worden heel vaak spreekt uit moties ingediend die niet de bedoeling hebben om het beleid te veranderen of een probleem op te lossen. 'Spreekt-uit'-moties zijn enkel bedoeld om je eigen standpunt nog een keer te communiceren en daarmee andere partijen aan te vallen.

10 categorieën moties.

Wij hebben 10 categorieën moties op een rij gezet om te laten zien welke moties er zijn en hoe wij met deze moties omgaan. Kortom: waarop baseren wij onze stem als er een motie wordt ingediend?

  • De gratis-bier-motie. Dit is een motie zonder deugdelijke financiële dekking. Een fractie verzoekt de regering in deze motie iets te doen wat geld kost, maar vertelt er niet bij waar dat geld dan vandaan moet komen. We zouden als Tweede Kamer dit soort moties niet moeten indienen en steunen, maar het gebeurt regelmatig toch. Ik geef een voorbeeld: als een partij per motie het kabinet verzoekt om het eigen risico te verlagen, dan lijkt dit sympathiek. Maar de kosten daarvan zijn hoog en het geld zal ergens gevonden moeten worden. Als een fractie er niet bij vertelt dat dit ten koste gaat van het onderwijs, defensie, de zorg of de staatsschuld, dan is dit goedkope politiek en een goede reden voor partijen om tegen deze motie te stemmen.
  • De wappermotie. Deze term is bedacht door collega Lisa Westerveld en heeft terecht het woordenboek gehaald. Het zijn moties die niet bedoeld zijn om het regeringsbeleid te veranderen, maar om ophef te maken. Het zijn moties waar verongelijkt mee kan worden gewapperd. Een fractie suggereert ten onrechte dat de regering of een andere fractie iets van plan is, om dat vervolgens per motie ongedaan te maken. Een voorbeeld hiervan is: ten onrechte suggereren dat de regering en andere partijen een vaccinatieplicht willen invoeren om vervolgens per motie de regering te verzoeken geen vaccinatieplicht in te voeren. Het doel is duidelijk: als de motie verworpen wordt omdat deze overbodig is, kan de indiener op sociale media met veel misbaar betogen dat de regering dus blijkbaar toch een vaccinatieplicht wil invoeren.
  • De treitermotie. De treitermotie is een vergelijkbare categorie, die vooral als doel heeft andere partijen of collega’s politiek te beschadigen. Dit zijn de moties die partijen indienen en de uitslag vervolgens op sociale media delen (de plaatjes met de rode en groene bolletjes), waarbij zij weten dat andere partijen zich moeten verdedigen voor hun voor- of tegenstem. De context en redenen waarom partijen voor- of tegenstemmen wordt weggelaten, maar het doel is bereikt: je politieke tegenstander zwart maken. Dit type motie heeft helaas vaak effect, omdat partijen door het grote aantal moties vaak geen tijd hebben om hun stemgedrag toe te lichten.
  • De mooi-idee-maar-niet-uitvoerbaar-motie. Sommige moties verzoeken een maatregel op oplossing die in zichzelf lovenswaardig is, maar waarvan de uitvoering niet of slecht uitvoerbaar is. Het oordeel van een kabinet kan daarom negatief zijn omdat de motie in de praktijk niet uitvoerbaar is of tot veel complexiteit in de uitvoering leidt. Het bijzondere is dat de Kamer regelmatig klaagt over de problemen in de uitvoering van overheidsbeleid, maar zelf regelmatig moties aanneemt die zorgen voor die problemen in de uitvoering. Dit is ook de kritiek die wordt geuit in de rapporten van de verschillende parlementaire enquêtes.
  • De overbodige motie. Moties zijn regelmatig bedoeld om iets ‘binnen te halen’ wat eigenlijk al is toegezegd door het kabinet, al staand beleid is of al in een coalitieakkoord staat. Het is dan lastig om tegen deze motie te stemmen, want we zijn vaak bang voor ‘beeldvorming’, maar het zou goed zijn als overbodige moties ontraden werden door bewindspersonen en ook niet werden aangenomen door de Kamer. Het zou een flink aantal moties schelen.
  • De dubbel-op-motie. Soms worden moties twee of meerdere vergelijkbare moties ingediend door verschillende partijen. Dan kan het zijn dat een partij voor de ene motie stemt en tegen de andere. Gelukkig worden moties door partijen ook ‘in elkaar geschoven’: er wordt dan één gezamenlijke motie gemaakt. Soms doen fracties dat niet, omdat ze graag de motie op hun eigen namen willen hebben staan.
  • De ‘als-ik-het-zo-mag-lezen-dat’-motie. Wat heel regelmatig gebeurt, is dat een motie door de bewindspersoon een eigen interpretatie krijgt. Je hoort de minister dan zeggen: ‘als ik de motie zo mag lezen dat…’. In de meeste gevallen wordt de motie dan zodanig uitgekleed dat deze weinig meer voorstelt. Het Kamerlid kan dan zeggen dat zijn motie is aangenomen, maar in de praktijk stelt de motie weinig meer voor.
  • De ‘we-bemoeien-ons-met-zaken-waarover-we-niet-gaan’-motie. De Kamer wil zich ook nogal eens bemoeien met zaken waarover ze niet gaat. Bijvoorbeeld beleid waar gemeenten voor verantwoordelijk zijn. De Tweede Kamer moet zich bijvoorbeeld niet bemoeien met parkeerbeleid in een gemeente, want daar is de gemeenteraad voor. Het kan ook gaan om bemoeienis met een toezichthouder of onafhankelijke organisatie. Een tegenstem betekent dan: wij gaan er niet over.
  • De 'spreekt-uit'-motie. In een ‘spreekt-uit’-motie spreekt de Tweede Kamer zich ergens over uit. Steeds vaker zijn deze moties vooral bedoeld om andere fracties klem te zetten. Bijvoorbeeld: ‘spreekt uit dat racisme verboden moet worden’. Racisme is verboden, dus een tegenstem zegt niets. Maar een fractie wil nogal eens op X concluderen: ‘Zie je wel, fractie Y wil racisme niet veroordelen! Fout!’ Het zijn dus meestal ‘treitermoties’. Als CDA-fractie hebben we besloten normaliter geen ‘spreekt uit’-moties te steunen, tenzij er echt een uitspraak van de Kamer nodig is, bijvoorbeeld als het gaat over de steun aan Oekraïne.
  • De priegelmotie. Dat is de motie die onnodig te gedetailleerd is en iets vraagt aan de regering wat ook op een andere manier geregeld zou kunnen worden. Hier zou een toezegging ook kunnen volstaan.

Als toegift op deze tien categorieën verdient nog een bijzondere vermelding de zogenaamde ‘alles-op-alles-zetten’-motie. Sommige moties vragen de regering om zich ergens ‘tot het uiterste voor in te spannen’ of ‘alles op alles te zetten’. Een motie met deze tekst krijgt van de CDA- fractie een rode vlag.

Lees
ver­der