Schrif­te­lij­ke vra­gen uit­brei­ding hoog­span­nings­sta­ti­on Til­burg-Noord

De CDA-fractie begrijpt het maatschappelijk belang van deze uitbreiding en wil de ontwikkeling niet vertragen. Tegelijkertijd maken wij ons zorgen over mogelijke gezondheidsrisico’s voor de omwonenden, met name door het magneetveld dat rond een hoogspanningsstation ontstaat.

Uit onderzoek blijkt namelijk dat langdurige blootstelling aan magnetische velden van circa 0,4 microtesla (µT) samenhangt met een verhoogd risico op leukemie bij kinderen. Hoewel niet bewezen is dat het magneetveld de oorzaak is, hanteert de GGD uit voorzorg deze grens van 0,4 µT als richtwaarde om langdurige blootstelling te beperken.

In Tilburg-Noord staan nu circa 33 woningen (waaronder een deel van de Sibeliusflat) in het magnetisch veld van het hoogspanningsstation, en door de uitbreiding komen hier nog 13 woningen bij (totaal 46 woningen). Daar staat tegenover dat een bovengrondse hoogspanningslijn in de buurt ondergronds wordt gebracht, wat voor een groter aantal woningen juist een afname van het magneetveld betekent. Wij vinden het belangrijk dat deze risico’s goed gemonitord worden en dat er waar nodig beschermende maatregelen worden genomen. We willen bovendien dat hierover duidelijk en begrijpelijk wordt gecommuniceerd met de wijkraad en bewoners, dit zodat ook inwoners zonder technische achtergrond de situatie begrijpen.

De CDA-fractie heeft daarom de volgende schriftelijke vragen gesteld aan het college:

1. Is college op de hoogte van de onrust en vragen die door de voorgenomen plannen rond het hoogspanningsstation aan de Kalverstraat zijn ontstaan? Zo ja, wat heeft het college gedaan om de bewoners te informeren en te betrekken bij deze planvorming?
2. Hoe zorgt het College ervoor dat omwonenden goed geïnformeerd zijn en dat hun zorgen serieus worpden genomen? Is er (of komt er) bijvoorbeeld een informatieavond of inloopspreekuur voor de buurt over dit onderwerp, waar bewoners hun vragen kunnen stellen? Op welke wijze is de wijkraad hierbij betrokken?
3. De bovengrondse hoogspanningslijn richting Boxtel is onder de grond gelegd. Volgens TenneT en de gemeente betekent dit dat voor circa 180 woningen in Tilburg-Noord het magnetisch veld van die lijn verdwijnt. Kan het College bevestigen wat dit concreet betekent voor die woningen? RIVM en GGD wijzen er namelijk op dat ook ondergrondse kabels nog steeds een (zij het veel smaller en zwakker) magneetveld veroorzaken. Wordt verwacht dat de veldsterkte bij deze woningen daadwerkelijk praktisch nul wordt, of nog meetbaar? Op basis waarvan kwalificeert de gemeente dit resterende veld als “verwaarloosbaar”?
4. Hanteert het College het landelijke voorzorgsbeleid met betrekking tot magnetische velden bij deze uitbreiding? Er bestaat sinds 2005 een beleid (gebaseerd op adviezen van de Gezondheidsraad) om nieuwe situaties te vermijden waarin kinderen langdurig blootgesteld worden aan >0,4 µT magneetvelden. De GGD adviseert deze grens uit voorzorg ook te gebruiken bij ondergrondse kabels en stations. In hoeverre is bij de planvorming rekening gehouden met deze richtlijn?
5. Is het College bereid om eventueel in samenwerking met TenneT/Enexis metingen uit te voeren van de magnetische veldsterkte zowel vóór als na de uitbreiding van het station? Zo ja, op welke momenten zullen deze metingen plaatsvinden en zullen de resultaten openbaar worden gedeeld met de omwonenden? Zo nee, waarom niet? Zou het College in dat geval bereid zijn dit alsnog te overwegen, gezien de bezorgdheid bij bewoners?
6. Als metingen of berekeningen uitwijzen dat de magnetische veldsterkte na de uitbreiding hoger uitvalt dan verwacht, is he College dan bereid aanvullende maatregelen ondernemen?
7. Is het College bereid om de situatie op de lange termijn te blijven volgen? Met andere woorden, zal men de nieuwste wetenschappelijke inzichten over laagfrequente magnetische velden blijven monitoren en de betrokken partijen (zoals de gemeenteraad en omwonenden) informeren als er aanleiding is om aanvullende maatregelen te nemen?

De antwoorden worden binnen zes weken verwacht en zullen gepubliceerd worden op de website van de gemeenteraad.