
19 september 2024
01 december 2024 14 minuten lezen
Twence is een publiek bedrijf, in handen van 15 gemeenten in de regio, dat het restafval van debgemeenten verwerkt en verbrandt. Uit de verbranding wordt...
Twence is een publiek bedrijf, in handen van 15 gemeenten in de regio, dat het restafval van debgemeenten verwerkt en verbrandt. Uit de verbranding wordt duurzame energie gewonnen.
Zo overtuigd als Oldenzaal en nog twee andere gemeenten zijn van de voordelen van de verkoop van Twence, zo vanzelfsprekend vinden de overige twaalf gemeenten in de Twenteregio hun aandeelhouderschap in hun lokale afvalverbrander. Datzelfde geldt voor vele tientallen gemeenten in Noord- en Zuid- Holland, Flevoland, Friesland en Groningen. Ze willen hun afvalcentrale juist niet kwijt, sterker nog Enschede, Hengelo en Losser grijpen juist deze buitenkans aan om hun belang in Twence te vergroten. Ook staan er lokale Duitse gemeenten, zoals Münster, te popelen om aandeelhouder te kunnen worden, maar dat kan vooralsnog niet.
Deze tegenstrijdigheid is opmerkelijk en een teken aan de wand!
Hoe zit die afvalmarkt nu in elkaar? Dat vergt enige uitleg. De afvalverbrandingsmarkt in Nederland bestaat grotendeels uit een 9-tal afvalverbrandingsbedrijven (AVI’s) verspreid over ongeveer 12 locaties.
Van de 9 zijn 4 private bedrijven en 5 publiek, in bezit van samenwerkende gemeenten, zoals Twence. In deze markt bestaat geen optimale concurrentie werking. Bijna de helft van de afvalverbrandingcapaciteit is in handen van twee grote private bedrijven. Een van deze bedrijven is in handen van een groot Chinees conglomeraat die, tot nu toe zonder succes, rechtzaken voert met als doel een verbod op inbesteding van gemeenten bij hun eigen lokale AVI. Om te grote macht van deze bedrijven te voorkomen heeft de Nederlandse mededingingsautoriteit in het verleden de verkoop van de publieke Amsterdamse afvalverbrander aan dit Chinese bedrijf verboden. Een belangrijk aspect van afvalverwerking is ook het vervoer van het afval naar de AVI. Vanuit duurzaamheid en kosten van vervoer wil je dat het afvalverwerkingsbedrijf dicht bij zit. Daarmee heeft een lokale afvalverbrander als het ware een soort van lokale monopolie en dat alleen al is naar onze mening een hele goede reden, waarom je dat niet zou moeten privatiseren. Bij onvoldoende marktwerking is privatisering in algemene zin vaak geen gelukkige keuze. In Oldenzaal verzorgt Twentemilieu het vervoer van afval en dit is ook een samenwerkingsverband van Twentse gemeenten.
Het beleid, Van Afval Naar Grondstof (VANG), van de Nederlandse overheid is erop gericht om zoveel mogelijk grondsto en terug te winnen uit afval en dus de hoeveelheid afval die verbrand wordt te verminderen. Om een negatieve prikkel voor hergebruik en recycling te voorkomen mocht de huidige capaciteit van afvalverbranding de afgelopen jaren niet meer worden uitgebreid. De capaciteit in Nederland is daarmee dus schaars en beperkt en daardoor op dit moment van grote waarde, echter wanneer het verbrandbare afval vermindert kan er ook overcapaciteit ontstaan die niet meer kan worden benut. In de aanloop naar een circulaire economie zal echter nog decennia behoefte zijn aan verbrandingscapaciteit om stromen te verbranden die (nog) niet kunnen worden gerecycled. Ook bij recyclingprocessen ontstaan residuen en voor sommige reststromen is recycling (nog) niet opportuun vanwege de hoge kosten of omdat de stand van de techniek het nog niet toelaat. Verbranding met terugwinning van energie is dan een betere verwerkingsroute dan storten of verbranden zonder energieterugwinning.
Verbrandingsinstallaties in Nederland hebben door hun hoge energie e iciëntie allemaal de Europese R1-status1 . Iets meer dan de helft van de energie opgewekt door AVI’s wordt beschouwd als hernieuwbaar. In 2014 was dat ca. 17% van de totale hernieuwbare energie in Nederland. Inmiddels is er veel meer zon en wind energie bijgekomen, maar vanuit klimaatperspectief is benutting van de restcapaciteit voor verbranding van restafval uit het buitenland nuttig. Momenteel is in veel Europese landen storten of verbranden zonder energieterugwinning namelijk nog de standaard. Verbranding van buitenlands restafval met energieterugwinning heeft dan voorkeur vanwege vermeden stortgasemissies in het land van herkomst en vervanging van fossiele brandstof in Nederland. Onderzoeken tonen aan dat de extra uitstoot van broeikasgassen door transport van afval ruimschoots wordt gecompenseerd door minder uitstoot van broeikasgassen door verbranding in een energie-e iciënte AVI dan als het afval zou worden gestort of worden verbrand in een AVI die niet of nauwelijks energie produceert. De R1-status houdt in dat een AVI voldoende energie-e iciënt is volgens de voorwaarde van de Kaderrichtlijn afvalsto en om een installatie van nuttige toepassing te zijn.
In Nederland wordt op de meeste plaatsen afval bij de bron gescheiden in glas, papier, FTE, verpakkingen en restafval, waarbij het restafval wordt verbrand.
Daarnaast bestaat nascheiding van rest en verpakkingsafval, waarbij zoveel mogelijk herbruikbaar afval wordt gefilterd en verwerkt tot herbruikbare grondsto en.Het restant dat daarna nog overblijft wordt verbrand.
Omdat ondertussen de nascheidingsmachines steeds beter zijn, wordt bij nascheiding een wat hoger percentage bruikbare grondsto en teruggewonnen, dan bij enkel bronscheiding. Nascheiding is echter nog een stuk duurder en de investering daarin levert minder rendement op. Dat is de reden waarom Twence met instemming van de meerderheid van de aandeelhoudende gemeenten daar (nog) niet voor heeft gekozen. Twence heeft de afgelopen jaren vanuit strategisch oogpunt met name geïnvesteerd in duurzaamheidsactiviteiten, zoals optimale omzetting naar van afvalverbranding naar duurzame energie, biovergisting van mestoverschot, CO2 afvang van afvalverbanding, zonnevelden etc.
De enige regio in Nederland waar in brede zin nascheiding plaatsvindt is in Friesland, waar een bedrijf van zo’n 30 samenwerkende gemeenten in Friesland, Groningen en de kop van Noordland eigenaar van zijn. Ook hebben de twee grote private afvalverbrandingsbedrijven geïnvesteerd in nascheiding, te weten Attero in Wijster (bij Emmen) en AVR in Rotterdam
Het meest ideale is een combinatie van scheiden bij de bron, vervolgens het verpakkings en restafval door nascheidingsinstallaties te halen en daarna pas het residu te verbranden. Het CDA Hart voor Oldenzaal pleit ervoor dat de 15 gemeentelijke aandeelhouders samen blijven werken in de vorm van Twence om te komen tot een lange termijn strategie van investeringen in die richting. De overheid, de techniek en de wens van de samenleving beweegt in die richting, en de gezamenlijke gemeenten zijn daarin aan zet om samen met Twence te kijken welk moment het beste is om ook die stap te zetten. Dat is een kwestie van tijd.
Het CDA doet hierbij een uitdrukkelijke oproep aan de bewoners van Oldenzaal om op te letten op de beslissing waar het college van B&W en de gemeenteraad nu voor staan. Op 16 december moet de raad stemmen over een voorstel van het College van B&W voor verkoop van het belang in Twence per 31 december 2024. Ongeveer 10 jaar geleden is er vanuit de gemeenteraad van Oldenzaal een opdracht gegeven om de aandelen van Twence te verkopen. Het was destijds een voltallige beslissing van de Raad, inclusief die van het CDA. Inmiddels is het CDA middels deze hartenkreet teruggekomen op die beslissing. De beslissing van toen is naar de huidige inzichten achterhaald. Wij pleiten nadrukkelijk tegen verkoop.
Destijds lagen er een aantal overwegingen aan ten grondslag.
Waarom vindt het CDA nu dat het voor Oldenzaal uitermate onverstandig om de aandelen in Twence te verkopen? Hiervoor hebben we de volgende overwegingen en argumenten:
Wat zijn dan belangrijke argumenten waarom Oldenzaal de aandelen zou moeten verkopen:
Als CDA Oldenzaal vinden we het heel belangrijk dat Oldenzaal deze factoren zorgvuldig afweegt voordat ze een definitieve beslissing neemt over de verkoop van hun aandelen. Wij doen deze noodoproep omdat er op dit moment een overweldigende meerderheid in de gemeenteraad is om de aandelen van de hand te doen, en we roepen de achterban van de partijen op om daar nog eens goed over van gedachten te wisselen met hun raadsleden.
In het licht van de huidige marktgegevens en de strategische voordelen van het behoud van de aandelen in Twence, is het voor het CDA Hart voor Oldenzaal duidelijk dat de gemeente Oldenzaal, ondanks alle inspanningen die er zijn gedaan in die richting, dit waardevolle belang niet moet verkopen. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het behoud van de aandelen biedt niet alleen financiële voordelen, maar versterkt ook de positie van Oldenzaal als een duurzame en betrokken gemeente. Laten we samen pleiten voor een toekomst waarin we onze lokale middelen optimaal benutten en bijdragen aan een groenere wereld.