12 december 2025
12 december 2025 5 minuten lezen
Natuurherstel en aanpak stikstofreductie: “Reduceren kan zonder op- en uitkoop.”
Afgelopen week mocht ik aanwezig zijn bij de eerste Walcherse Mestdag, een dag waarbij veehouders en akkerbouwers aanwezig waren. Voorzitter, dit was een zeer inspirerende dag, vrijwel alle geluiden die ik van de agrariërs heb gehoord waren positief. Het contact van de agrariërs met de gebiedsmanager is goed. Ze zien echt mogelijkheden om stappen te zetten, zowel om stikstofuitstoot te reduceren als om hun bedrijf verder te helpen.

Het stikstofprobleem moeten we als het ware zien als een zeer verdichte laag in de bodem. Je kan proberen om in een keer de hele storende laag van bijvoorbeeld één meter los te trekken. Maar dit werkt maar tijdelijk: na een paar jaar zit weer alles verdicht. Want je creëert geen ruimte voor de plantenwortels om dieper te gaan. Beter kan je elk jaar tiencentimeter dieper lostrekken, zorgen dat de bodem bedekt is, zodat de wortels die tiencentimeter ook echt kunnen benutten. Dan duurt het misschien een aantal jaar langer voordat het doel bereikt is, maar je bent wel zeker van je resultaat.
Als CDA-fractie kijken wij ook zo naar het stikstofprobleem, je kan niet in een keer extreme maatregelen treffen, beter kan je elk jaar een stap beter, een stap meer. Maar dat betekent wel dat we nu aan de slag zullen moeten gaan.
Reduceren kan wat het CDA betreft zonder op- en uitkoop. Zonder het wegsaneren van economische activiteit. Juist met innovatie in de industrie, stalmaatregelen en managementmaatregelen in de landbouw en gerichte natuurontwikkeling en verbetering is heel veel winst te behalen.
Laten we als Zeeland hier vol op inzetten. Met de Gebiedsgerichte aanpak: gebiedsregisseurs die de taal van de ondernemers spreken en aan de keukentafel met de betrokkenen in gesprek gaan. Inzetten op vertrouwen. Inzetten op verbetering.
Provincie aan zet
Als CDA-fractie zijn we blij dat de keuze is gemaakt dat alle sectoren, waar wij als provincie Zeeland verantwoordelijk voor zijn, aan zet zijn, en niet alleen de landbouw. Maar voorzitter, laat ons duidelijk zijn dat de belangrijkste uitstootbronnen, namelijk het buitenland en scheepvaart, ook echt zullen moeten leveren. Anders heeft onze inspanning totaal geen nut.
De wetgeving zal aangepast moeten worden. Het is toch niet te verkopen dat een activiteit momenteel geen doorgang kan vinden wanneer er 0,005 mol/ha/jaar uitstoot is. De RKO zal verhoogd moeten worden, de KDW zal uit de wet gehaald moeten worden. Natuurkwaliteit en beheer moeten leidend zijn.
De CDA-fractie zal hier scherp op blijven, het is wat ons betreft echt van belang dat ook het Rijk en Vlaanderen gaan leveren.
We snappen de afwegingen die gemaakt zijn. Maar dat betekent niet dat we het overal over eens zijn.
Zoals gezegd hebben we zeer grote twijfels of sommige maatregelen die genoemd worden wel effect hebben. Wij hebben als Staten meerdere malen aangegeven – omdat we als Zeeland weinig budget hebben en het Rijk vooralsnog niet met voldoende geld over de brug komt – dat we alleen maatregelen moeten treffen die, zowel financieel als met de te verwachten natuurimpact, écht effect hebben. Wij vragen ons af of dit bij maatregel 3, 4, 5 en 6 het geval is.
Vragen aan het college
- Vooralsnog is er €20.000.000,- gereserveerd. Dit klinkt als een hele hoop geld. Echter, wanneer we de bedragen van alle maatregelen bij elkaar optellen komen we tot een veelvoud hiervan. Hoe is het College van plan om dit alles te gaan betalen? Hoe krijgen we het benodigde geld vanuit bijvoorbeeld het Rijk naar Zeeland? In het verleden is dit namelijk moeizaam gebleken. Zonder voldoende Rijksmiddelen is het naar ons idee namelijk een onmogelijke opgave om dit plan uit te voeren
- Kan de gedeputeerde toezeggen dat elke maatregel, wanneer deze verder uitgewerkt is, door Provinciale Staten behandeld gaat worden, om zo nog onze gedachten erover mee te kunnen geven?
- Kan de gedeputeerde ons toezeggen dat, wanneer wordt besloten om niet door te gaan met bepaalde beoogde maatregelen uit dit plan, omdat ze niet kosteneffectief zijn, de beschikbare gelden besteed gaan worden aan maatregelen die wel effect hebben? Bijvoorbeeld om te zorgen dat maatregel 2 op vrijwillige basis over heel Zeeland kunnen implementeren.
Als CDA-fractie zien wij ook kansen. We hebben de afgelopen jaren gepleit voor managementmaatregelen op het boerenerf. Maatregelen waarvoor de landbouwer niét flink hoeft te investeren, maar door op een andere, efficiëntere manier te produceren, wèl stikstof kan reduceren.
Als we kijken naar maatregel 2 Reductie stikstof emissie uit mest, dan is dat volgens ons perfect te behalen met beter management. Denk dan bijvoorbeeld aan het opwaarderen van mest. Het bevorderen van overwinterende groenbemesters en het bevorderen van weidegang.
Wat wij vragen van de Gedeputeerde
- Kan de gedeputeerde ons toezeggen dat we vooral inzetten op maatregelen die de efficiëntie en de kwaliteit van mest en bemesting verhogen en nadrukkelijk niet op het beperken van de hoeveelheid mest per hectare?
- Kan de gedeputeerde ons toezeggen, dat wanneer u voldoende financiële middelen gevonden heeft, Maatregel 2 vrijwillig over heel Zeeland uitgerold zal worden?
- Kan de gedeputeerde ons toezeggen dat biologische landbouw wordt ontzien in Maatregel 2, aangezien deze sector, vanwege het niet gebruiken van kunstmest, al een lage emissie heeft?
De juridische borging van deze managementmaatregelen is echter lastig. Veel bedrijven in het agrocomplex gaan ook niet zorgen dat deze boring er komt, zoals ze bijvoorbeeld wel doen bij stalmaatregelen zoals een Lely Sphere, waar duidelijk een verdienmodel achter zit.
Wat ons als CDA-fractie betreft is hier een voortrekkersrol weggelegd voor onze provincie. Het is noodzakelijk dat er snel beleidsmaatregelen komen waarmee deze managementmaatregelen juridisch geborgd gaan worden. Alleen zo kunnen we de dalende trendlijn van stikstofdepositie ook echt gebruiken om weer vergunningen te gaan verlenen.
- Kan de gedeputeerde ons bevestigen, zoals zijn collega Vael tijdens de Mestdag reeds toegezegd heeft, dat de provincie zich in gaat zetten om deze beleidsmaatregelen te ontwikkelen, om zo managementmaatregelen wel juridisch te borgen? En om dit te bereiken een leidende rol te pakken binnen IPO?
Ook hebben wij moeite met maatregel 8, 9 en 10. De generieke maatregelen over heel Zeeland waarbij we slapende vergunningen en latente ruimte intrekken en gaan afromen bij intern salderen.
Deze maatregelen mogen nooit de ontwikkeling van jonge ondernemers in de weg staan. Wanneer bedrijven stil gestaan hebben in hun ontwikkeling, bijvoorbeeld door ziekte van de ondernemer, ziekte van de dieren, of vanwege het uitblijven van zekerheid vanuit de overheid bij bijvoorbeeld PAS-melders. Ontwikkeling van bedrijven moet ten alle tijden mogelijk blijven.
- Kan de gedeputeerde ons toezeggen dat maatregelen 8, 9 en 10 altijd in overleg gaan met de betreffende ondernemers. En wanneer er plannen zijn voor bedrijfsontwikkeling, dat deze maatregelen dan zeker geen doorgang zullen vinden. Dat deze bedrijven dan echt mogen ontwikkelen?
- Kan de gedeputeerde toezeggen, dat wanneer de maatregelen in de gebieden starten, andere delen van Zeeland ook van het slot kunnen, met betrekking tot de vergunning verlening en de ruimte om PAS-melders te vergunnen?
Voor nu kan de CDA-fractie meegaan met deze zoekrichting, mits onze zorgen gehoord worden en de gedeputeerde ons de gevraagde toezeggingen kan doen. Wij hopen wel dat we hier volgend jaar verder, op de inhoud, over door kunnen praten.
Informatieve links:
Lees
verder

12 december 2025
Actualisatie 2025 Omgevingsvisie en ‑verordening

08 december 2025