CDA Alblasserdam | Algemene Politieke Beschouwingen 2025
PerspectiefnotaAlgemene Politieke Beschouwingen

09 juli 2025 11 minuten lezen

Alge­me­ne Poli­tie­ke Beschou­win­gen 2025

Voorzitter,

Vandaag spreken we over de Perspectiefnota 2026-2029: een van de grootste bezuinigingsopgaven die Alblasserdam in lange tijd heeft gekend. We realiseren ons dat deze opgave – zo is benadrukt – iedereen in ons dorp zal raken. Als CDA-fractie voelen we de ernst hiervan. Tegelijkertijd erkennen we dat het college met deze perspectiefnota een noodzakelijke weg inslaat. Wij als coalitiepartij steunen de hoofdlijnen van de voorgestelde aanpak. Het is helaas onvermijdelijk en sluit in de kern aan bij wat wij al langere tijd bepleiten: breed besparen, keuzes durven maken, maar onze gemeenschap zoveel mogelijk heel laten.

Al jaren waarschuwen we voor het zogenaamde “ravijnjaar” 2026: het jaar waarin de Rijksbijdrage fors daalt en gemeenten zoals de onze in financiële diepte dreigen te storten. Die tijd is nu aangebroken. De realiteit is dat we het met minder geld moeten doen. Tegelijk constateren we dat de kosten, vooral in het sociaal domein, onverminderd stijgen. Het gevolg is een begrotingstekort dat oploopt tot miljoenen als we niets doen. Kortom, ingrijpen is onvermijdelijk en moeilijke keuzes staan voor de deur.

Wij staan klaar om die verantwoordelijkheid te nemen. Maar we willen het wel op de juiste manier doen: financieel daadkrachtig, zonder het hart uit onze samenleving te snijden.
De perspectiefnota laat er geen twijfel over bestaan waarom we in deze situatie zitten.

Minder inkomsten vanuit Den Haag: Vanaf 2026 krijgt Alblasserdam fors minder uit het Gemeentefonds. We worden gekort op onze uitkering juist op het moment dat de druk op onze voorzieningen toeneemt.

Hogere kosten in het sociaal domein: Tegelijkertijd zien we dat de uitgaven voor zorgtaken die van het Rijk naar de gemeente zijn gekomen, blijven stijgen. Vooral de jeugdzorg en de WMO drijven onze kosten op. Alblasserdam geeft nu al meer uit aan bijvoorbeeld jeugdhulp dan we van het Rijk voor die taak ontvangen – en dat verschil wordt elk jaar groter. In cijfers: zonder maatregelen stevent de post “sociaal domein” af op een structureel tekort van vele miljoenen. We zien het nu al in 2025: er moest ruim €2 miljoen extra vrijgemaakt worden voor jeugdzorg vanwege een paar zeer zware gevallen. Dat soort bedragen kunnen we als kleine gemeente niet onbeperkt blijven opvangen.

Weinig ruimte om te schuiven: Wat de situatie extra lastig maakt, is dat een groot deel van onze uitgaven vastligt in wettelijke taken of langlopende verplichtingen. Denk aan bijstandsuitkeringen, afvalinzameling, onderhoud van infrastructuur, veiligheidsdiensten. De speelruimte zit dus in het “vrije” deel van de begroting – en laat dat nou precies de dingen zijn die wij zo belangrijk vinden voor de leefbaarheid: onze verenigingen, cultuur, preventieve zorg, sport, enzovoort. Hier komt dus de pijn te liggen als we niets doen om het anders op te lossen.

Het college kiest daarom voor een driedelige aanpak: meer lokaal oppakken, soberder uitvoeren en een beroep op eigen kracht. Concreet houdt dit in: taken dicht bij huis organiseren als dat goedkoper kan dan regionaal, zichtbaar het voorzieningenniveau verlagen (bijvoorbeeld minder onderhoud en minder subsidie), en partners en inwoners vragen om zelf meer bij te dragen of over te nemen.

Wij herkennen in deze aanpak veel van onze eigen uitgangspunten.

Voorzitter, hiermee komen we op wie en wat deze maatregelen raken. Kortom: wat betekenen deze bezuinigingen voor onze inwoners en het maatschappelijk middenveld?

Laat mij twee kerngebieden uitlichten:

1. Jeugdzorg en het sociaal domein.
Het sociaal domein is de grootste kostenpost, en dus ligt daar een groot deel van de bezuinigingsopgave. Het voorstel is onder meer om jeugdhulp anders te organiseren: meer lichte, algemene hulp lokaal en minder zware, specialistische zorg regionaal inkopen. In theorie kan dit kosten besparen en is het idee erachter juist – normaliseren waar mogelijk, specialiseren waar nodig Maar de praktijk is weerbarstig. Onze zorgen hierbij zijn tweevoudig:

Kwaliteit en toegankelijkheid van hulp: Als we strenger gaan normaliseren – dus pas hulp bieden als het echt niet anders kan – bestaat het risico dat problemen verergeren voordat er hulp komt.

Preventie vs. dure nazorg: We lezen dat er gekort wordt op “voorkant”-voorzieningen, zoals jongerenwerk, buurtaanpak en armoedebeleid. Dat baart ons zorgen. Juist deze relatief goedkope preventieve activiteiten kunnen voorkomen dat er later veel duurdere zorg moet worden verleend. Het CDA wil niet dat we nu een kleine besparing boeken om later met grote kosten én menselijk leed geconfronteerd te worden.

Daarnaast worden minimaregelingen versoberd en eigen bijdragen verhoogd. We begrijpen de gedachte dat we in economisch betere tijden ons armoedebeleid royaal hebben ingericht en dat dit nu teruggeschroefd wordt naar regionaal gemiddelde niveaus. Maar voor de mensen om wie het gaat – vaak werkende armen of gezinnen die nét boven de bijstand zitten – betekent dit een extra duw in een toch al moeilijke tijd van inflatie en hoge kosten. Wij vragen aandacht voor deze groep. Door behoud van de sociale vangnetten. Ik kom daar later op terug.

2. Maatschappelijk middenveld: verenigingen, cultuur en vrijwilligers.
Verenigingen, kerken, sportclubs, cultuurinstellingen, vrijwilligersorganisaties – ze vormen het sociale weefsel van ons dorp. We hebben telkens benadrukt: het afbreken van voorzieningen is makkelijk, maar het weer opbouwen kost enorm veel tijd en energie. Die waarschuwing blijft wat ons betreft staan. Natuurlijk ontkomen we er niet aan om ook hier en daar pijnlijke keuzes te maken. Maar dat moeten we met de grootste terughoudendheid doen.

Concreet een paar punten van zorg en aandacht:

Verenigingen en sport: Het voorstel omvat o.a. huurverhogingen voor sportclubs en minder onderhoud op sportvelden en groen. Dat betekent in de praktijk dat clubs met hogere kosten en meer eigen kluswerk te maken krijgen. Onze sportverenigingen draaien op vrijwilligers en hebben de afgelopen jaren al veel voor de kiezen gehad (denk aan corona). Laten we hen niet overvragen. Ga in overleg met de sportverenigingen help hen met fondsenwerving en waarderingsubsidie waar mogelijk. We willen immers dat meer inwoners van Alblasserdam actief zijn door middel van sport en beweging.

Cultuur en bibliotheek: De bibliotheeksubsidie wordt teruggebracht richting regionaal gemiddelde. Dat doet pijn, maar we begrijpen de benchmark-gedachte. Wel willen we hier nadrukkelijk bepleiten dat de bibliotheek haar kernfuncties kan behouden. Twee derde van onze kinderen is lid van de bieb; dat is iets om trots op te zijn en te koesteren. Een dorp zonder volwaardige bibliotheek is voor ons en voor heel veel Alblasserdammers onwenselijk. Wij vertrouwen erop dat de bibliotheek door eigen inzet , meer leden, meer vrienden , meer efficiency er in kan slagen toch zoveel mogelijk de bezuiniging van E 120.000,00 in 2028 te realiseren. En dat ook het college erin slaagt om samn met de bibliotheek de volwaardige bibliotheek voor het dorp te behouden.

Ook onze sport en cultuurcentra (Landvast, Blokweer, Zwembad en Molenzicht) worden minder gesteund en moeten meer eigen inkomsten genereren. We vragen het college om de vinger aan de pols te houden: lukt het hen om dat gat te dichten door meer verhuur of efficiency? Als blijkt dat hier onhaalbare doelen staan, moeten we tijdig bijsturen. Gebruik de uitgestoken hand van deze vrijwilligersbesturen om samen deze voorzieningen in stand te houden, maar geef deze besturen ook perspectief en lange termijn afspraken.

Brughuis: We hebben de reactie gelezen van het Brughuis en de adviesraad sociaal domein. Hier spreekt duidelijk de intentie uit om in 2028 toe te groeien naar een bezuiniging van 400k. Tegelijkertijd is er zorg over de ingroei richting dit bedrag vanwege de fusie die voor de deur staat. Hierom willen we het college oproepen, middels een motie, de ingroei te vertragen en een bedrag van 100k in 2026 en 50k in 2027 beschikbaar te stellen.

Vrijwilligers en mantelzorgers: Er wordt een groot beroep gedaan op de ‘eigen kracht’ van de samenleving. In Alblasserdam weten we dat die kracht groot is – denk aan de vele vrijwilligers, mantelzorgers en burgerinitiatieven. Maar eigen kracht komt niet uit de lucht vallen; die moeten we blijven faciliteren. Mantelzorgers verdienen ontlasting en waardering (het faciliteren van respijtzorg blijft belangrijk). Vrijwilligers verdienen ondersteuning, bijvoorbeeld via een goede verzekering of een jaarlijkse waarderingsactie. Het college stelt voor te bezuinigen op de waarderingssubsidies, is dat nu verstandig? De gemeente kan misschien minder doen, maar dan moeten we degenen die het overnemen, des te meer waarderen. Kan het college deze keuze heroverwegen?

Gegeven deze situatie heeft het CDA een aantal duidelijke uitgangspunten, die we als rode draad de afgelopen jaren hebben gehanteerd en ook nu weer benadrukken:

Ingrijpen moet, maar met beleid en menselijkheid. We accepteren de realiteit dat er fors bezuinigd moet worden – niets doen is geen optie. Keuzes moeten we zorgvuldig afwegen. Wij steunen de koers van het college dat erop gericht is de lasten te spreiden en eerst efficiëntie te zoeken voordat voorzieningen verdwijnen.

Behoud van sociale basisnetten. Onze eerste zorg is en blijft dat de meest kwetsbaren niet de dupe worden. Het sociale vangnet moet intact blijven. Dat betekent voor ons: basisvoorzieningen in zorg, minima-ondersteuning en veiligheid zoveel mogelijk overeind houden. Een voorbeeld: we begrijpen de noodzaak om het armoedebeleid te versoberen, maar we verwachten ook dat het college oog houdt voor schrijnende gevallen en maatwerk blijft bieden waar inwoners écht klem komen te zitten.

Het middenveld ondersteunen waar het kan. Zoals gezegd willen wij het maatschappelijke middenveld – verenigingen, vrijwilligers, buurthuizen – zo veel mogelijk ontzien. Dat is niet alleen emotie; het is ook strategie. Een sterk middenveld kan juist helpen om dure professionele zorg en overheidstaken te verlichten. Wij blijven dus investeren in samenwerking met sportclubs, kerken, welzijnsstichtingen, etc., zodat zij hun werk kunnen blijven doen. Als de gemeente minder kan doen, zal de Alblasserdamse gemeenschap meer moeten doen, maar doet moeten ze wel kunnen.

Eerlijk verdelen en breed zoeken. We hebben het vaak gezegd: de pijn moet eerlijk verdeeld worden. Niet alleen onze inwoners, maar ook de gemeentelijke organisatie en regionale samenwerkingspartners moeten een duit in het zakje doen. Wat ons betreft blijft de lat hoog: als er €4 miljoen moet worden gevonden, dan moet ook grofweg de helft daarvan uit regionale samenwerking en interne efficiëntie komen. We hebben in eerdere jaren opgeroepen tot coalities in de regio om de GR’en tot besparen te bewegen. Die oproep herhalen we.

Een positief punt in deze bezuinigingsdiscussie is dat het ons misschien dichter bij elkaar kan brengen. Als overheid minder doet, zullen inwoners en organisaties meer samen moeten doen. Dat kan onze gemeenschapszin versterken – maar alleen als wij als gemeente die initiatieven omarmen en waarderen. Het CDA zal er bovenop zitten dat waar de “eigen kracht” van de samenleving wordt gevraagd, het college die eigen kracht ook serieus ondersteunt.

Sprekende voorbeelden zijn daarvoor:

Landvast, het ParticiPand en de BSSA.

Landvast: Omarm het resultaat uit het overleg met het bestuur van Landvast, een taakstellende bezuiniging van 100.000 euro in 2028, maar respecteer ook de meerjarenafspraken en geef het bestuur zekerheid.

Het ParticiPand; omarm het plan van het gebruikerscollectief, behoud en verduurzaam het pand. Behoud de maatschappelijke functie en steun de overgang van Voedselbank en kledingbank. Werk dit plan in overleg verder uit, betrek daar ook de mogelijke oplossing voor Jeugdpunt bij. Zij verdienen ook steun vanuit de gemeente.

Zet ook vol in op optimale opbrengst voor woningbouw op het terrein van de oude Brandweerkazerne en de Postduif. Zet een grondexploitatie op en betrek daarin de kosten van Randweg 106.

De BSSA en Molenzicht. Geef het bestuur van de BSSA en Moelenzicht vertrouwen en zekerheid op langere termijn en kom samen tot de oplossing. Denk daarbij aan het behouden van het schoolzwemmen om een tariefsverhoging van 50-60-% te vermijden en andere zaken uit de inbreng van de BSSA bij de raadsvergadering van 13 mei jl.

Noodzakelijke keuzes – wat (nog) niet en wat liever wel
In de perspectiefnota is een lijst opgenomen met noodzakelijke keuzes: opties die nu niet zijn meegenomen, maar die alsnog nodig zijn als we er in 2028 nog niet zijn of als er tegenvallers komen. Het CDA wil hier duidelijk over zijn, want ook dit is een kwestie van continuïteit van ons standpunt:

Sommige maatregelen uit die lijst steunen wij níet. Het college geeft zelf aan dat een aantal van die opties erg ingrijpend zou zijn en liever niet wordt uitgevoerd. Wij sluiten ons daarbij aan. Laat ik het duidelijk zeggen: voorzieningen als onze bibliotheek, landvast, het lammetjeswiel, participand of het zwembad en sportcentrum blokweer zijn voor ons van wezenlijk belang. Volledige sluiting of verkoop daarvan is voor het CDA onbespreekbaar. Die rode lijnen willen we vandaag helder uitspreken, zodat onze inwoners weten dat we niet lichtvaardig tot zulke stappen zullen overgaan.

Andere maatregelen uit de lijst kunnen wat ons betreft juist nú al worden opgepakt. Er staan namelijk ook opties tussen die minder pijn doen aan de samenleving en eerder te maken hebben met efficiënter bestuur of het afstoten van niet-kernactiviteiten. Ons standpunt is: waar mogelijk moeten we die “noodzakelijke keuzes” niet uitstellen tot morgen, maar vandaag al inzetten om de werkelijk lastige keuzes te voorkómen. Concreet denken we bijvoorbeeld aan het de bijdrage visitorsmanagement, anders organiseren participatie, stoppen met de subsidie op de warenmarkt, stoppen met welstand en uitstellen investering fietslus. We vragen het college daarom om deze lijst niet in een la te laten liggen tot 2027, maar bij de uitwerking van de begroting 2026 te bekijken welke van die maatregelen al verantwoord zijn om uit te voeren. Dat geeft lucht en vertrouwen richting een sluitende begroting in 2028.

Conclusie – Verantwoordelijkheid nemen met oog voor de samenleving
Voorzitter, afrondend. Alblasserdam moet fors bezuinigen; dat is de harde werkelijkheid. Het CDA is bereid die werkelijkheid onder ogen te zien en zijn verantwoordelijkheid te nemen. Tegelijk zullen wij blijven vechten voor het behoud van onze sociale samenhang en voor bescherming van de zwakkeren. Die balans – financieel gezond worden zonder het hart uit onze gemeenschap te halen – is de kern van onze inzet, nu en de komende jaren.

We steunen de ingeslagen koers, maar blijven waken over de menselijke maat.

Maak verstandige keuzes: wat vandaag wordt afgebroken, krijgen we morgen niet zomaar terug.

De pijn moet gedeeld worden door iedereen met schouders. Inwoners, ja – maar ook de gemeente zelf, de regio, en wie het kan dragen.

Houd perspectief: samen sterker uit de crisis. Ondanks alle zorgen ben ik hoopvol. Alblasserdam heeft een sterke gemeenschap. In het verleden hebben we vaker gezien dat juist in moeilijke tijden inwoners en overheid samen oplossingen vinden. Die cohesie is onze kracht. Laten we die koesteren en benutten. Als we nu verstandig handelen, komt er weer een tijd na 2028 waarin we kunnen opbouwen. Laten we ervoor zorgen dat tegen die tijd de basis nog intact is, zodat we snel uit het dal kunnen klimmen.

Voorzitter, wij hebben vertrouwen in dit college en in onze mede-raadsleden dat we samen deze kwesties het hoofd kunnen bieden. Er liggen zware beslissingen voor ons, maar ook een gedeelde wil om Alblasserdam financieel gezond en sociaal sterk te houden.

Ik sluit af met een woord van hoop. Alblasserdam heeft in het verleden vaak zijn veerkracht getoond. Onze inwoners, verenigingen, kerken en ondernemers hebben een groot hart. Wij hebben een traditie van omzien naar elkaar. Die kracht is onze grootste troef om deze crisis te boven te komen. Laten we die koesteren en niet ondermijnen.

Dank u wel.

Lees
ver­der