Koor­zang mag best lui­der klin­ken in pro­vin­ci­aal cul­tuur­be­leid

Het CDA mist de aandacht voor koorzang in het Zuid-Hollandse cultuurbeleid. Provinciaal Statenlid Bas Nootenboom wees er tijdens de bespreking van de discussienotitie Cultuurbeleid op dat meer Zuid-Hollanders lid zijn van een koor dan van een voetbalvereniging en dat er daarom best meer aandacht mag zijn voor zingen met elkaar als cultureel erfgoed. Ook herhaalde hij zijn eerdere oproep om de Zuid-Hollandse pophistorie op te nemen als immaterieel erfgoed.

De provincie Zuid-Holland is rijk aan cultuur en erfgoed, zowel zichtbaar als immaterieel. Tijdens de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen op 22 januari werd gesproken over de rol van de provincie op het gebied van cultuur, ook in samenhang met economie, ruimtelijke ordening en onderwijs. Het CDA ziet hierin voor de provincie een belangrijke taak weggelegd. Een actieve culturele omgeving inspireert en verbindt namelijk en heeft een positieve invloed op het welbevinden van mensen.

Woordvoerder Bas Nootenboom benadrukte bij de bespreking van het cultuurbeleid ook het belang van educatie over kunst en cultuur voor jongeren: “Het is goed dat kinderen ontdekken dat er meer is dan een smartphone om naar te kijken en te luisteren!”

Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders zeer geïnteresseerd zijn in cultureel erfgoed. Bijna 90% van de bevolking van 12 jaar en ouder bezoekt of leest hier wel eens over en 38% (zo’n 6 miljoen Nederlanders) zet zich in hun vrije tijd actief in voor materieel of immaterieel erfgoed. Sinds 2021 is het budget dat Zuid-Holland uittrekt voor cultuur en erfgoed echter gedaald: onze provincie geeft € 6,08 per inwoner per jaar uit aan cultuur. Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld de provincie Friesland die € 69,70 per inwoner uitgeeft.

Meer weten? Neem contact op met Bas Nootenboom