22 maart 2023

Debat over de Europese top

In aanloop naar de Europese top van 23 en 24 maart debatteerde de Tweede Kamer met de minister-president om de Nederlandse standpunten mee te geven. Mustafa Amhaouch heeft tijdens het debat aangedrongen op een krachtigere en slagvaardigere Europese Unie. Anders laten we ons leiden door andere spelers op het wereldtoneel. De geopolitieke situatie eist van Europa dat zij actief optreedt. Zowel om Oekraïne bij te blijven staan, als om minder afhankelijk te worden van landen als China, Rusland en ook de Verenigde Staten, als om de Europese economie en industrie op niveau te houden. De Europese Unie loopt nog te vaak achter de ontwikkelingen aan. De reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act laat bijvoorbeeld veel te lang op zich wachten. Wat het CDA betreft, bekent de premier kleur en zorgt hij ervoor dat er in Europa haast gemaakt wordt met de uitwerking van de Green Deal Industrial Plan en de Critical Raw Materials Act zodat Europese bedrijven hun concurrentiepositie behouden. 

Lees hieronder de inbreng van Mustafa.

Voorzitter. Europa is gestart als de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Toen hadden ze het al over de energiekwestie. Eén van de oprichters was Dirk Stikker, naast de christendemocraat Schuman. Die beste meneer Stikker was een partijgenoot van de minister-president. Daar kom ik straks op terug.

De tijd van de bipolaire wereld tussen Amerika en Rusland is allang voorbij. China en de Verenigde Staten, maar ook andere spelers, laten inmiddels steeds sterker hun krachten zien. Het is daarom van essentieel belang dat de Europese Unie geopolitiek krachtiger en slagvaardiger wordt om Oekraïne bij te kunnen blijven staan, strategische afhankelijkheden af te bouwen en onze industrie en economie op peil te houden. We hebben een slagvaardige Unie nodig, die hard terugslaat, de lidstaten bij elkaar houdt en meedoet op het wereldtoneel. Wat gaat de minister-president doen om zijn verantwoordelijkheid te nemen? Wat gaat hij doen om, net als meneer Dirk Stikker, een belangrijke rol te spelen voor de toekomst van Europa in het huidige geopolitieke mijnenveld, waar een van zijn oud-collega's indirect een grondlegger van was?

Voorzitter. De oorlog brak uit en in Europa kwamen wij erachter dat wij er niet op voorbereid waren om onafhankelijk te zijn van Rusland bij het op peil houden van onze energievoorziening. Deze winter hebben we doorstaan. Ik vraag de minister-president hoe het gaat met de voorbereidingen op de volgende winter. Hoe zorgen we dat wij onze strategische afhankelijkheden voor energie structureel afbouwen, maar ook onze mensen en bedrijven in al die regio's niet in de kou laten staan deze winter omdat zij geen energie meer kunnen betalen?

Voorzitter. De Inflation Reduction Act is in augustus 2022 in werking getreden. Weer stonden wij erbij en keken we ernaar. Het discriminatoire handelsbeleid raakt de Europese economie en bedrijven. Wij falen als Unie als het gaat om snel en effectief reageren. Er vinden diplomatieke gesprekken plaats. Natuurlijk is diplomatie altijd belangrijk. Maar ik vraag de minister-president hoe wij als Nederland en de Europese Unie slagvaardiger konden reageren op het geopolitiek machtsvertoon van de Verenigde Staten. Het Green Deal Industrial Plan kwam pas in januari. De Critical Raw Materials Act en de aanpak voor het concurrentievermogen kwamen op 16 maart. Terwijl de VS nu al met belastingvoordelen en subsidies strooit, zitten wij nog in de planfase. Wanneer worden al die mooie plannen vanuit de Commissie omgezet naar concrete uitvoering in wet- en regelgeving? Welke middelen horen hierbij, zoals de toegang tot informatie voor onze mkb- en grootbedrijven?

Voorzitter. Het is niet de eerste keer dat ik uitspreek dat ik mij grote zorgen maak over de mogelijke de-industrialisatie van Europa en Nederland als gevolg van een gebrek aan slagvaardig economisch beleid, ondersteuning van de industrie en het te langzaam afbouwen van strategische afhankelijkheden. Natuurlijk heeft de Europese Unie hier een aandeel in, maar ook Nederland en onze minister-president hebben dat. Wij lezen ook in de geannoteerde agenda dat er een hernieuwbaar staatssteunkader gaat komen om het Europese concurrentievermogen, de bedrijven en de industrie te ondersteunen. We weten dat de minister-president geen fan is van het gebruik van staatssteunkaders en dat we daar terughoudend in moeten zijn. Maar als het erop aankomt dat de Nederlandse maakindustrie, de hightech, de innovatieve bedrijven of het bedrijfsleven in het algemeen hard geraakt worden, is deze minister-president dan bereid om de staatssteunkaders van de Europese Unie wel te benutten om onze bedrijven staande te houden, te vergroenen en de banen in de verschillende regio's te behouden? Is het kabinet bereid om daadwerkelijk snellere en simpelere staatssteunregels te implementeren? Hoe dan precies? Is de minister-president bereid om zich volledig in te zetten om samen met vakbonden, bedrijven, start-ups en het maatschappelijk middenveld te kijken waar de staatssteunkaders die wij van Europa in mogen zetten wel nodig zijn? Ziet de minister-president het risico als alle Europese landen de staatssteunkaders in gaan zetten en wij niet, namelijk dat wij dan wederom de Nederlandse positie verslechteren en ons concurrentievermogen aantasten?

Voorzitter. Het gaat hier om het bredere plaatje. De-industrialisatie en het vertrek van bedrijven betekenen minder banen. Als een maakbedrijf uit de regio vertrekt, worden veel mensen in die regio in één keer werkloos of moeten ze verder gaan reizen naar hun werk. Uiteindelijk verdwijnen voorzieningen in deze gemeenschap. Denk aan grote ontslagrondes bij bedrijven zoals Philips of aan de grote ontslagrondes in het verleden maar ook recent in de tech- en innovatiesector en het verplaatsen van de batterijindustrie. Er wordt nu bijvoorbeeld in Duitsland bewust voor gekozen om die batterijindustrie te verplaatsen naar Canada, waar zij gebruik kan maken van de voordelen van de Inflation Reduction Act. Juist die vergroening hebben wij ook in Europa en in Nederland nodig.

Dank u, voorzitter. Het zijn juist de innovatieve bedrijven die wij ook nodig hebben om een transitie naar de toekomst te maken, te verduurzamen en vooruit te gaan. De minister-president zal zeggen dat dit een onderdeel van de marktwerking is en dat bedrijven nu eenmaal groeien, krimpen, verplaatsen en verdwijnen in de markteconomie. Tot op zekere hoogte ben ik het met de minister-president eens, maar ik geloof — daarover verschillen wij van mening — dat deze banen verdwijnen omdat wij als Nederlandse overheid en als Europese lidstaat ons concurrentievermogen en onze economie niet goed beschermen. Dat moeten wij onszelf aantrekken. Graag een reactie van de minister-president hierop.

Voorzitter. We zien nu dat er sinds de ondergang van de Silicon Valley Bank en de moeilijkheden bij Credit Suisse heel veel onrust heerst in de bankensector. Ik vraag de minister-president hoe groot het risico is dat dit verder gaat escaleren in Nederland en in Europa. Zijn de banken stressbestendig genoeg? Verwacht de premier, gezien de onrust in de financiële sector en de bankenwereld na de ondergang van de Silicon Valley Bank, dat de vervolmaking van de bankenunie weer op de agenda gaat komen? Zo ja, hoe staat Nederland hierin?

Voorzitter. Rest mij om een oproep te doen aan de minister-president om zich in te zetten voor een slagvaardige, sterke geopolitieke Europese Unie. Het concurrentievermogen van de Unie en van Nederland moet een grote prioriteit zijn en blijven. De strategische afhankelijkheden moeten afgebouwd worden en bedrijven moeten optimaal ondersteund worden om groen en toekomstbestendig te worden, ook om in de toekomst tegenwicht te blijven bieden tegen onder andere de gruwelijkheden die Rusland in Oekraïne pleegt, tegen de geopolitieke druk van China op Taiwan en tegen het toenemend discriminatoire handelsbeleid in de wereld. Het is nu tijd voor actie en een slagvaardige geopolitiek, en een sterke Unie voor ons allemaal.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.