Preek van de Leek door Anne Kuik, in de Zuiderkerk te Nieuw-Amsterdam

Oude Testament, Jona 4, vers 5-11:
5 Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren. 6 Nu liet de HEER God een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de boom. 7 Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de boom door een worm aanvreten, zodat hij verdorde. 8 En toen de zon opkwam, liet God een verzengende wind uit het oosten waaien; de zon brandde zo op Jona's hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven: 'Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.' 9 Maar God zei tegen Jona: 'Is het terecht dat je zo kwaad bent over die boom?' Jona antwoordde: 'Ja, het is terecht dat ik kwaad ben. Was ik maar dood!' 10 Toen zei de HEER: 'Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een boom die in één nacht opkwam en in één nacht weer verging, 11 zou Ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?'

Ik wil met jullie lezen uit Lucas, het moment dat Johannes, de zoon van Zacharias, is geboren. 

Nieuwe Testament, Lucas 2, vers 67-79:
67 Zijn vader Zacharias werd vervuld van de heilige Geest en sprak deze profetie:
68 'Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
Hij heeft zich over zijn volk ontfermd en het verlost.
69 Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
70 zoals Hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten:
71 bevrijding uit de hand van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.
72 Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert Hij zich zijn heilig verbond:
73 de eed die Hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
74 dat wij, bevrijd van onze vijanden
en vrij van angst, Hem dienen zouden,
75 oprecht en toegewijd, ons leven lang.
76 En jij, mijn kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste,
want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor Hem gereed te maken,
77 en om zijn volk bekend te maken met hun redding
door de vergeving van hun zonden.
78 Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel zich over ons ontfermen
79 en schijnen over allen die in duisternis verkeren,
in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.'

Beste gemeente,

Wat een eer en mooi om in Nieuw-Amsterdam de Preek van de Leek te houden.
Natuurlijk bijzonder voor mij, omdat ik hier ben opgegroeid. 

Ik heb hier op school De Bron gezeten. Doordeweeks fietste ik dagelijks, langs het kanaal tussen de beide kerken in, naar de middelbare school. 

En nu ik al een aantal jaar werk in een politieke omgeving waar het er fel aan kan toegaan, heb ik altijd de warmte en steun van mensen in Nieuw-Amsterdam/Veenoord gevoeld. Als ik bij mijn ouders een weekend was en meeging naar de kerk. Leefde de gemeenschap hier – los van mijn politieke kleur – mee en dat vind ik bijzonder.

Maar uiteraard moest ik ook denken aan mijn opa Aad, die jaren aan de overkant van het kanaal heeft gepreekt. En thuis de verhalen levendig, met een zware stem, wist te vertellen.

Als mijn broertje en ik bij opa en oma Annie gingen logeren, mochten we kiezen welk verhaal uit de Bijbel we wilden horen. Karel koos voor David die Goliath versloeg. Of Simson die de leeuw verscheurde. 

En ik voor Jona. Voor een kind een spannend maar ook wonderlijk verhaal, over een man die door een walvis werd opgeslokt en uitgespuugd. 

Nu, jaren later, word ik regelmatig gevraagd om een vergadering te openen en dan zoek ik naar inspirerende verhalen. Dan kom ik ook weer terug bij dat verhaal van Jona. Met de blik van een volwassene lees ik dat verhaal weer anders, met een diepere laag. Ik wil jullie daarin meenemen.

Ik herken mezelf ook wel weer in Jona. Ook al gedraagt ie zich niet zo fraai. Jona krijgt een opdracht om naar Nineve te gaan. De Heer zei tegen Jona: ga op reis naar Nineve, waarschuw de mensen in die grote stad, want ik heb gezien dat ze slechte dingen doen. Jona gaat de andere kant op, komt in een storm, gaat overboord en wordt door een walvis opgeslokt en uitgespuugd. En op de juiste route gezet.
 
Nogmaals krijgt hij de opdracht: ga naar Nineve, waarschuw de mensen in de grote stad vertel hun – nog  40 dagen en dan wordt Nineve helemaal verwoest. Daar schrokken de mensen van en ze betoonden berouw. God zag dat de inwoners van Nineve stopten met hun slechte gedrag. Hij kreeg medelijden en veranderde zijn plan. Hij had gedreigd de stad te verwoesten, maar deed dat niet. 

Jona was daar kwaad over: ja lekker dan, ik word op pad gestuurd en eigenlijk wist ik vanaf het begin al dat u de stad niet zou verwoesten. De heer zegt: joh Jona, heb jij een goede reden om zo kwaad te zijn; wat is jouw reden eigenlijk om kwaad te zijn? Jona blijft hangen in zijn frustratie en woede en zat te wachten op  vergelding.

En ik herken dat eigenlijk wel, die frustratie. Een Jona-achtige reactie in de praktijk heb ik zelf vaak genoeg in het verkeer. Ik kan mezelf helemaal opvreten in het verkeer. Als iemand enorm op mijn bumper zit te kleven of me afsnijdt.  Maar gelukkig word je af en toe ook op andere gedachten gezet.

Ik lees nu bijvoorbeeld een boek over de Dalai Lama en Aartsbisschop Desmond Tutu. Tutu gaf op datzelfde herkenbare gevoel een mooie reactie. Die eerst ook met verbazing reageert op zulk gedrag in het verkeer, maar dan zichzelf reset in plaats van te blijven hangen in ontzetting en woede. Buigt hij het om naar een gevoel van acceptatie en compassie. Hij zei: ach misschien is deze chauffeur wel naar zijn vrouw die aan het bevallen is of is een familielid ernstig ziek. 

Met zo’n zelf reset, even een moment waarbij je stilstaat – welke reden heb ik nou echt om hier heel boos over te zijn, heeft dit nou zin? Daardoor is het gevoel van woede snel weg en voorkomt het getier, frustratie en een stijgende bloeddruk. 

Aan de andere kant. Altijd het positieve achter alles zien: dat kan natuurlijk niet, dat voelt voor mij ook onbevredigend en dat hoeft ook niet. Woedend achter je stuur zitten op de weg, heb je niet zoveel aan. Maar woede kan in andere situaties ook een functie hebben om anderen te beschermen tegen kwaad. Tutu heeft het ook over ’gerechtvaardigde woede’. Die bijvoorbeeld wordt ingezet in een strijd om vrijheid. Zoals bijvoorbeeld in Oekraïne. Dat gaat over het algemeen niet over onszelf, maar gericht op iemand of een groep die in de knel zit en die we willen helpen. Het kan een instrument zijn bij het najagen van gerechtigheid. Meer als een zwaard van gerechtigheid  dan als een reactieve emotie.

Als je kijkt naar onze samenleving, dan is de reactie van Jona, van frustratie en vergelding, ook wel ingebakken. Ik zie het ook steeds meer in onze samenleving. Dat mensen eigenlijk geen tweede kans krijgen. Dat zien we bijvoorbeeld in de ‘cancelcultuur’. De cultuur dat bij een misstap van iemand, iemand de mond wordt gesnoerd en niet meer gezien en gehoord mag worden. Is er een mogelijk schandaal dat mensen zich misdragen, dan is de figuurlijke brandstapel snel gemaakt. En ik wil niet iets goedpraten, want er gebeuren ook hele nare dingen, maar de vraag is wel: verdienen mensen ook nog een kans om hun kant van het verhaal te vertellen? Of een kans om het weer goed te maken? Zijn er ook nog mogelijkheden om ervan te leren?

Je ziet het ook in de politiek en media. Dat het een soort status quo is geworden om ergens grote schande van te spreken, ook al is een flard van de situatie bekend. Wantrouwen heeft een hoofdrol – ‘er zal wel kwade opzet achter zitten’ – zowel vanuit de houding naar de overheid als vanuit de overheid. Een open blik, mildheid is er steeds minder. En de illusie dat het leven maakbaar is, wordt hoog opgevoerd. Er mag niks meer fout gaan. Dan wordt ook de schuldige opgespoord. 

Wat dan helemaal erg is, is dat in zo’n cancelcultuur ook nog wel eens het wordt gericht op de verkeerde personen. Zonder dat de feiten helder zijn, worden mensen beschadigd. Een cancelcultuur gaat niet samen met bedachtzaamheid en zorgvuldigheid. En de mogelijkheid om de andere kant met compassie te bekijken, proberen te begrijpen. Het is geen cultuur van verbinding.

In het verhaal van Jona, vers 5 tot en met 11, houdt God hem een spiegel voor. Een lesje zelfreflectie. Man, waar ben je nou precies mee bezig? Je treurt om een boom waar je zelf niks voor hebt gedaan. Maar voor de mensen die hun gedrag willen bijstellen ben je snoeihard. Je hebt geen compassie. Waar God had kunnen kiezen voor woede en vergelding, koos God voor compassie. De kans voor de stad het leven weer goed op te bouwen. Gelukkig laat God zien dat er hoop voor ons is. Hij kiest ervoor de stad Nineve niet te vernietigen. Hij laat zien hoe geliefd en kostbaar we voor hem zijn. 

Ook in het kerstverhaal zien we de barmhartige keuze van God weer terug. We leven weer toe naar een bijzondere tijd van kerst, die ons elk jaar herinnert dat hoe de donker de dagen letterlijk ook zijn, er hoop is.

Dan de lezing uit Lucas.

Lucas vertelt hoe Zacharias spreekt over de belofte van God. Geprezen zij de Heer, de God van Israël:

Hij heeft zich over zijn volk ontfermd en het verlost.
69 Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
70 zoals Hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten:
71 bevrijding uit de hand van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.

God heeft dus een belofte gedaan dat hij zijn volk zou bevrijden van zijn vijanden. Een menselijke reactie, een Jona reactie, zou zijn: verschroei die vijanden, want God is immers almachtig. Het is dan vrij makkelijk opgelost.

Maar de almachtige God kiest niet voor die weg. Hij zond geen leger met zwaarden en schilden. Maar hij zond juist het minst waarschijnlijk, een baby’tje. Via het meest kwetsbare komt de onvoorstelbare redding, bevrijding via een kindje. 

Een kind dat de redding zal zijn en dat staat voor barmhartigheid en vergeving. Met liefde verdrijft Jezus de duisternis. En die vicieuze cirkel van vijand tegenover vijand, haat tegenover haat, die kan alleen maar doorbroken worden door wat Jezus doet. Het doorbreken met compassie en opoffering. 

En het is een hele kunst en het vergt een hoop om niet te kiezen voor de reactie van woede en frustratie, maar het is ons voorgedaan door Jezus. Hij gebruikt zijn macht om lief te hebben. 

Ik hoop dat we dat meenemen het nieuwe jaar in. Dat, ondanks dat alles wat er speelt: onzekerheden die we hebben, het leed dat er in de wereld is, mensen die in financiële zorgen komen. Dat we naast de frustratie die dat kan oproepen, hopen dat we de kracht hebben het om te zetten in compassie. En uit te gaan van het goede van mensen en dat ook in ons naar boven te laten komen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.