12 juni 2019

Antwoorden op vragen over onaanvaardbaar lange wachttijden voor keuringen bij de uitvoering van het militair invaliditeitspensioen

Vragen van het  lid Bruins Slot (CDA) aan  de minister van Defensie over  het  Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds dat  veteranen onaanvaardbaar lang  laten wachten voor keuringen.

 

1. Hoe beoordeelt u de kritiek van de Veteranenombudsman dat  er sprake is van onaanvaardbaar lange wachttijden bij de uitvoering van het  militair invaliditeitspensioen?

 

2. Bent  u op de hoogte van het  feit dat  het  Algemeen Burgerlijk Pensioen (ABP) namens de staatssecretaris van Defensie bij veel veteranen heeft aangegeven dat  de termijn waarbinnen de mate van invaliditeit opnieuw wordt vastgesteld ambtshalve met  een  jaar  verlengd wordt?

 

Vanwege capaciteitsproblemen bij het Bedrijf Sociaal Medisch Onderzoek (SMO) van het ABP – problemen die ook elders spelen - is besloten om de in 2018 geplande termijnherbeoordelingen op te schorten en prioriteit te geven aan de primaire aanvragen voor een militair invaliditeitspensioen (MIP) en de verzoeken om een hoger MIP.

Ik heb op 16 november 2018 deze termijnverlenging schriftelijk aan de Veteranenombudsman gemeld; deze brief is op 30 november 2018 aan de Tweede Kamer doorgestuurd (Kamerstuk 2018D57633). Helaas is door krapte op de arbeidsmarkt voor verzekeringsartsen deze situatie van onderbezetting bij het Bedrijf SMO van het ABP ontstaan en daarmee de noodzaak om de termijnherbeoordelingen op te schorten naar 2019.

 3. Klopt het  dat  veteranen die een  Militair InvaliditeitsPensioen (MIP) aanvragen meestal met  psychische problematiek te maken hebben?

De Pensioensverzekeringsautoriteit heeft mij gemeld dat 54% van de aanvragen uitsluitend psychische klachten betrof; 23% zowel psychische als somatische klachten (lichamelijke klachten waarvoor artsen en specialisten geen medische verklaring hebben) en 22% uitsluitend somatische klachten. De verhoudingen fluctueren enigszins over de jaren maar binnen kleine marges.

 4. Deelt  u de mening dat  het  zeer  onwenselijk is om kwetsbare veteranen en hun  relaties een  jaar  langer te laten wachten met  het  opnieuw vaststellen van de mate van invaliditeit en het  MIP?

 Het is onwenselijk dat de vaststelling van de mate van invaliditeit en eventueel een Militair Invaliditeitspensioen onnodig lang duurt. De  maatregel om de termijn van herbeoordeling met een jaar te verlengen is ook niet gemakkelijk genomen. Helaas was deze maatregel noodzakelijk vanwege het tekort aan verzekeringsartsen. Inmiddels zijn twee nieuwe verzekeringsartsen aangenomen en voorziet het ABP dat de achterstanden in 2020 zijn opgelost. 

  5. Bij hoeveel veteranen, die wel en niet  actief dienend zijn (graag in de beantwoording onderscheid maken tussen de beide categorieën), heeft het  ABP de termijn ambtshalve met  een  jaar  verlengd?

In 2018 is in 196 gevallen van post-actieve militairen de termijn-beoordeling ambtshalve met een jaar opgeschort. Voor de actief dienende veteranen is de opschorting niet van toepassing.

 6. Hoe groot is de onderbezetting bij het  ABP?

 

7. Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen om de keuringen te versnellen en meer keuringsartsen aan te nemen?

 In 2018 was er behoefte aan twee extra verzekeringsgeneeskundige artsen. De eerste hiervan is per 1 september 2018 in dienst getreden bij het Bedrijf Sociaal Medisch Onderzoek van het ABP.  Per 1 januari 2019 is de capaciteit met nog een tweede verzekeringsarts uitgebreid.

De komst van deze twee artsen betekent niet dat de achterstanden snel kunnen worden ingelopen. Nieuwe krachten moeten worden ingewerkt; dat vergt tijd en capaciteit van de zittende bezetting. Gemiddeld bedraagt de inwerkperiode voor nieuwe verzekeringsartsen 6 tot 8 maanden. Pas daarna draaien zij volledig mee.

 Het bedrijf Bijzondere Medische Beoordelingen (BMB) van Defensie heeft om die reden aangeboden verzekeringsgeneeskundige capaciteit in te zetten om keuringen voor het Bedrijf Sociaal Medisch Onderzoek van het ABP uit te voeren. Het gaat om 9 keuringen op maandbasis. Van dit aanbod wordt dankbaar gebruik gemaakt en inmiddels is het Bedrijf Sociaal Medische Onderzoek van het ABP gestart met het aanleveren van de eerste dossiers aan BMB. 

 8. Kunt u voor de jaren 2014, 2015, 2016, 2017  en 2018  aangeven hoeveel keuringen van niet-actief dienende veteranen er waren, hoeveel herkeuringen er waren en hoeveel bezwaarschriften ingediend zijn?

 

Door ABP/ APG Team SMO uitgebrachte rapporten van keuringen voor de  eerste aanvraag MIP:

Jaar                                       Aantal

2014                                      159

2015                                      201

2016                                      180

2017                                      208

2018                                      154

 

Door ABP/APG Team SMO uitgebrachte rapporten van fysieke keuringen dan wel schriftelijke beoordelingen voor termijnherbeoordelingen MIP:


Jaar                                       Aantal

2014                                      227

2015                                      251

2016                                      250

2017                                      245

2018                                      206 

Onderstaand de aantallen ontvangen bezwaren waarin de beoordeling dienstverband en/of de hoogte van het invaliditeitspercentage voor het MIP onderwerp van het geschil is.

Jaar                                       aantal

2014                                      150

2015                                      170

2016                                      145

2017                                      147

2018                                      140

 

Bron: cijfers afkomstig van het ABP.

9. Klopt het  dat  het  versnellen van het  inkorten van de tijd voor de initiële keuringen door  de verzekeringsartsen tot onzorgvuldigheden leidt,  waardoor er een  toename van bezwaarschriftprocedures plaatsvindt?

 Nee. Er is geen sprake van het inkorten van de tijd voor initiële keuringen, juist omwille van zorgvuldigheid en rechtmatigheid. De kwaliteitseisen staan voorop. Er is geen sprake van een toename van het aantal bezwaarschriften (zie antwoord 8).

 10. Welke mogelijkheden ziet u om de ambtshalve verlengde termijn terug te draaien en voor deze  veteranen eerder hun  MIP vast  te stellen.

 In de gevallen waarin de termijnsbeoordeling is opgeschort in 2018, gaat het om een herbeoordeling van een (voorlopig) vastgesteld MIP. Deze veteranen ontvangen op dit moment een uitkering. Het vaststellen van de medische eindtoestand en daarmee het definitieve MIP duurt voor deze groep langer. Er is helaas geen mogelijkheid om de ambtshalve verlengde termijn terug te draaien. De cliënten die het betreft zullen dit jaar (in 2019) en in de loop van 2020 alsnog benaderd worden voor een termijnbeoordeling.

 11. Wanneer verwacht u dat  de achterstanden weggewerkt zijn?

 Het streven is om in 2020 te komen tot een reguliere afhandeling van alle medische keuringen.

 12. Deelt  u de opvatting van de Veteranenombudsman dat  het  om een  breder en structureler probleem gaat dan  enkel een  tekort aan  keuringsartsen, omdat er meerdere voorbeelden zijn van klachten van oud- militairen die te maken krijgen met  onacceptabele, maandenlange wachttijden tussen een  aanvraag en een uitnodiging om naar het  spreekuur te komen? Zo nee,  waarom niet?

 De wachttijden zijn direct afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare verzekeringsartsen. De doorlooptijden van de procedures zijn afhankelijk van de snelheid waarmee opgevraagde inlichtingen en eventuele expertises worden geleverd. Ook lopende behandelingen zullen vaak (deels) moeten worden afgewacht om tot een beoordeelbare medische eindtoestand te kunnen komen.

 13. Hoe verhoudt zich dit tot de Veteranenwet waarin een  bijzondere zorgplicht voor veteranen is opgenomen, die als gevolg  van hun  uitzending fysiek  en/of  psychisch gewond zijn geraakt? Bent  u van mening dat  toegang tot voorzieningen als het  MIP en het  verkrijgen van rechtszekerheid onderdeel van de bijzondere zorgplicht uitmaakt?

 De bijzondere zorgplicht is een belangrijke doelstelling uit de Veteranenwet en staat niet ter discussie. De toegang tot de materiele voorzieningen, waaronder het MIP maakt onderdeel uit van die bijzondere zorgplicht.

 14.  Wat gaat u doen  met  het  klemmende verzoek van de Veteranenombudsman in januari 2019  om, vanwege de urgentie, een  oplossing te zoeken die recht doet  aan  de zorg  die noodzakelijk is? Bent  u bereid vóór het Notaoverleg Veteranen van 24 juni 2019  een  plan  van aanpak naar de Tweede Kamer  te sturen om dit probleem zo snel  mogelijk te verhelpen? Zo nee,  waarom niet?

 De Veteranenombudsman heeft op 16 mei jl. aangekondigd een onderzoek uit eigen beweging te starten. Doel van zijn onderzoek is om knelpunten in de procedures rondom de aanvraag MIP aan het licht te brengen en in gezamenlijkheid oplossingsrichtingen te verkennen. Uiteraard verleen ik mijn medewerking aan dit onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek zijn mede bepalend voor een vervolg. De resultaten van zijn onderzoek kunnen bijdragen aan verbeteringen voor veteranen.

Zo wil ik het stelsel van uitkeringen en compensaties moderniseren zodat de gewonde veteraan nog beter wordt ondersteund bij zijn re-integratie en maatschappelijke participatie. Onlangs is de evaluatie gestart van de Regeling volledige schadevergoedingen. Daarnaast wordt het PTSS-protocol herzien zodat mogelijk eerder de medische eindsituatie en daarmee eerder een definitief MIP, kan worden vastgesteld.

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.