
12 maart 2025
18 januari 2025 1 minuten lezen
In de commissievergadering van 15 januari werd de Drentse Landbouwkoers besproken door Provinciale Staten. Met de Drentse Landbouwkoers wil Gedeputeerde Staten richting geven aan een...
In de commissievergadering van 15 januari werd de Drentse Landbouwkoers besproken door Provinciale Staten. Met de Drentse Landbouwkoers wil Gedeputeerde Staten richting geven aan een krachtige en toekomstgerichte agrarische sector in 2040, waarbij onder meer wordt ingezet op doelsturing, gebiedssamenwerking en innovatie. De CDA-fractie liet bij monde van Sonja Hilgenga weten tevreden te zijn met de landbouwkoers die voortborduurt op de goede visie van het vorige college.
Boeren hebben behoefte aan een langetermijnsperspectief
Sonja Hilgenga bracht in de herinnering dat een goede visie voor agrariërs niet voldoende is. Helaas is er momenteel geen landelijke overheid die voldoende zorgt voor een langetermijnperspectief, terwijl het echt nodig is voor de boeren om te kunnen bouwen aan nieuw vertrouwen in de toekomst.
Duidelijke visie vraagt om een concrete uitwerking
Het CDA vindt de landbouw een kenmerkend element in het Drentse landschap en is blij dat de landbouwkoers inzet op het behoud daarvan. De nadruk op innovatiekracht, doelsturing en vooral het ondernemerschap van de boer spreekt de CDA-fractie daarbij aan. Sonja Hilgenga riep het college op om in de uitwerking toe te werken naar een concrete landbouwagenda en een landbouw hoofdstructuur – naar de gelijknamige ecologische hoofdstructuur.
Aandacht voor een aantal vragen en zorgen in de uitwerking
Hilgenga liet tegelijkertijd weten een aantal vragen en zorgen te hebben die aandacht verdienen in de uitwerking. Zo worden de participatieprocessen van onderaf niet uitgewerkt in de landbouwkoers net als het benoemen van de status van overgangsgebieden. Hilgenga vroeg Gedeputeerde Staten om een nadere uitwerking van participatie zoals eerder al toe was gezegd bij het grondbeleid en vroeg de Gedupteerde om een toezegging dat de overgangsgebieden landbouwgrond blijven. Die toezegging deed de gedeputeerde. Tot slot vroeg Hilgenga aan Gedeputeerde Staten om nader onderzoek te doen naar zijn eigen manoeuvreerruimte in het beleid om te voorkomen dat lucratieve open teelten de doelen van de provincie op het gebied van nitraat, CO2 en reductie gewasbeschermingsmiddelen belemmeren. De gedeputeerde gaf aan daar gebruiken van kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) om doelen te behalen ook voor wil benutten. Hilgenga uitte in het debat ook haar zorgen dat er nog geen landelijk goedkeuring en uniformiteit is met betrekking de KPI’s en de monitoring hiervan. De gedeputeerde gaf aan dat hij de zorg deelde en hier aandacht voor vraagt in Den Haag.