Moeten we in Flevoland bedrijven weren die ernstige milieuvervuiling veroorzaken? Uiteraard zitten we op die categorie bedrijven niet te wachten. Maar er zijn voldoende (strenge) regels waar bedrijven aan moeten voldoen. Deze regels zorgen ervoor dat veel bedrijven goed kunnen opereren. Bedrijven die dat niet kunnen, komen wat ons betreft niet "zomaar" Flevoland binnen.

In het algemeen vinden wij dat nieuwe bedrijven die zich vestigen in Flevoland meerwaarde moeten toevoegen aan de provincie. Ernstige milieuvervuiling hoort daar natuurlijk niet bij.

Het CDA vindt dat ondernemers in de binnenvaart volop de ruimte moeten krijgen in en rond Flevoland. Onze provincie kent de belangrijkste doorvaartroutes voor de binnenvaart in ons land, zoals die tussen Amsterdam richting de Waddenzee. Mede dankzij het CDA heeft de provincie daar goed op ingespeeld door de aanleg van FlevokustHaven - een belangrijk overslagpunt voor containers - en de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland, waar de nadruk ligt op scheepreparatie en -onderhoud. Dankzij beide havens is de belangrijke IJsselmeerroute richting achterland (het oosten, Duitsland) versterkt.

Wel moeten we in de gaten houden dat de schepen hier ook kunnen varen, door bijvoorbeeld goed begaanbare en gebaggerde vaarroutes.

Flevoland is bij uitstek een mkb-provincie. Vrijwel alle bedrijven vallen in die categorie. In de agrarische sector zie je dat veel van die bedrijven echte familiebedrijven zijn van tweede of derde generatie.

Deze bedrijven in het midden- en kleinbedrijf creëren banen, investeren in innovatie, en hebben grote betrokkenheid bij hun werknemers en de lokale gemeenschap. Flevoland heeft nog volop ruimte voor nieuwe bedrijven. Het CDA vindt dat daar vol op ingezet moet worden. We willen daarmee in ons economisch beleid dan ook zo dicht mogelijk bij de behoeftes van deze ondernemers staan waarbij bevordering van groei en ondernemerschap centraal staan.

De Flevolandse economie kent nog genoeg uitdagingen. Een nauwe(re) samenwerking tussen ondernemers, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen blijft van levensbelang om samen te werken aan die uitdagingen. Het CDA vindt dat er volop geïnvesteerd moet worden in het scholingsaanbod voor werknemers die zich willen (of moeten) bij- of omscholen. Flevoland wil een lerende provincie zijn.

Steeds meer toeristen ontdekken hoe mooi en gastvrij Flevoland is. Dat is natuurlijk heel mooi, maar ook logisch. Denk maar aan Urk, Schokland, de Oostvaardersplassen, Batavialand, Walibi of de uitgestrekte bossen bij Zeewolde.

Om die groei vast te houden moet er geïnvesteerd worden in een gezonde toeristische sector. Ook evenementen zijn een kans voor deze sector, waarbij wel rekening moet worden gehouden met de omgeving.

Bij recreatie gaat het om goede voorzieningen: veilige en mooie fiets- en wandelroutes, een goede infrastructuur (fietsknooppunten, toeristische informatiepunten, aansluitingen op openbaar vervoer, etc.). Of je nu lekker wilt uitwaaien langs het water, of wilt wandelen in een bos, het kan allemaal in Flevoland.

Natuurlijk willen we dat zoveel mogelijk Flevolanders aan het werk kunnen, liefst in hun eigen provincie. Maar dat betekent wel dat er nog meer nieuwe bedrijven in Flevoland gevestigd moeten worden. We zijn goed op weg, maar er kan nog meer bij! We moeten er dan ook voor zorgen dat er ruimte is voor die bedrijven, dat ze goed bereikbaar zijn en dat ze voldoende goed geschoold personeel kunnen vinden.

Aan dat laatste schort het nog wel eens. De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt kan verbeterd worden, en het CDA zet daar vol op in. Bovendien weten we dat onderwijs niet ophoudt als je aan het werk gaat: bij- en omscholing blijft nodig, en ook daar moeten er volop mogelijkheden zijn in Flevoland.

De mensen die wat meer afstand hebben tot de arbeidsmarkt verdienen een extra inspanning van de overheid. Wel vinden we dat die efficiënt en effectief uitgevoerd wordt zodat er meer mensen aan het werk worden geholpen. Samenwerking met het onderwijs en bedrijfsleven is noodzakelijk om dat doel te bereiken

Bij welvaart denk je al snel aan economische welvaart waarbij je genoeg geld te besteden hebt voor een goed leven. Maar welvaart is meer dan dat - het gaat ook om gezondheid, goed wonen, goede zorg, volop kansen dankzij goed onderwijs en mogelijkheden voor passend werk. Dit noemen we brede welvaart. Het CDA ziet dit als een van de belangrijkste taken van de overheid. In Flevoland komt het thema bij veel onderwerpen om de hoek kijken. Zo is het bouwen van een nieuwe woonwijk geen kwestie van "stenen stapelen", maar om het bouwen van een samenleving waarin het voor elke bewoner goed wonen is. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar het CDA gaat ervoor.

(Illustratie: SER)

Betrokkenheid is een kernbegrip voor het CDA: het omzien naar elkaar, met elkaar optrekken. Het gaat om betrokkenheid van inwoners bij hun omgeving, van ouders bij het onderwijs van hun kinderen, bij een sport- of andere vereniging of de kerk, betrokkenheid van werknemers en werkgevers bij hun bedrijf om een product van waarde en kwaliteit te leveren.

Inwoners die met eigen initiatieven komen moeten ruimte krijgen.

Omzien naar elkaar betekent ook (extra) aandacht voor mantelzorgers, zorg voor ouderen en mensen met een beperking en hulp voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Hoewel de afstand – letterlijk en figuurlijk – tussen stad en platteland in een compacte provincie als Flevoland niet zo groot lijkt, moeten we er toch voor waken dat die niet groter wordt. We hebben een opgave om de leefbaarheid te behouden.

We zien veel initiatieven vanuit wijken en dorpen, zoals het opknappen van een dorpshuis, een nieuwe invulling geven aan een gesloten kerk of school, creatieve vormen van zorg en aandacht voor elkaar… er zijn volop voorbeelden.

Belangrijk voor het behoud van de leefbaarheid is dat elk dorp bereikbaar is met het openbaar vervoer, eventueel met alternatieve vormen daarvan (b.v. een buurtbus). De provincie moet er voor zorgen dat daarvoor voldoende geld beschikbaar is.

Er zijn meer impulsen voor de leefbaarheid op het platteland. Zo vinden wij dat heel Flevoland, dus ook het buitengebied, moet worden aangesloten op snel internet.

Flevoland kent in vergelijking met veel andere provincies nog relatief veel ruimte om te wonen en te bouwen. Maar ook bij ons zien we dat de huizenprijzen flink stijgen, met name in Almere. We moeten voorkomen dat huizen onbetaalbaar worden, vooral voor starters en mensen met een middeninkomen. Daardoor moet er voldoende huizen gebouwd worden voor alle groepen en in elke prijscategorie. De provincie moet ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is om te bouwen.

In Flevoland krijgen gemeenten doorgaans alle ruimte om zélf te bepalen waar zij hun woningen willen. Dus niet, zoals in andere provincies, alleen in gebieden die door de provincie wordt aangegeven. In Flevoland doen gemeenten dat dus zelf, natuurlijk wel in goed overleg met de provincie . Het CDA vindt dat dit zo moet blijven. Als er conflicterende belangen zijn tussen gemeenten neemt de provincie de regie. De provincie heeft ook de coördinatiefunctie naar het Rijk, dus samenwerking en afstemming zijn noodzakelijk.

Het CDA vindt daarnaast de open ruimte en het behoud van landbouwgrond belangrijk. Er moet een goed eevenwicht zijn tussen de belangen van landbouw, woningbouw en bedrijven. Ruimte voor woningbouw is noodzakelijk, maar dan wel goed ruimtelijk ingepast. Inbreiding gaat vòòr uitbreiding.

Het CDA vindt dat iedereen in Nederland recht heeft op zorg die beschikbaar, betaalbaar én bereikbaar is. Dat is ook van groot belang voor de leefbaarheid. De continuïteit van de zorg moet daarom ook in Flevoland blijven geborgd.

Het CDA eist voor alle Flevolanders goed (en op tijd) bereikbare poliklinische en spoedeisende hulp, en (acute) verloskunde, liefst in de eigen provincie of anders op zo'n kort mogelijke afstand (b.v. Sneek en Harderwijk). We moeten met de gemeenten samenwerken om te komen tot vernieuwende zorgconcepten, waarbij de directe hulp aan inwoners centraal staat. Bureaucratie moet voorkomen worden. De provincie moet een goede samenwerkingspartner zijn voor diverse zorg-, hulp- en dienstverlenende professionals.

In grote delen van Flevoland daalt de bodem. Door inklinken van de veenlaag in de bodem treden processen op die voor deze bodemdaling zorgen. Dit geldt voor zowel het landelijk als stedelijk gebied. Van belang is dat Rijk, provincie, Waterschap, gemeenten en betrokken agrariërs de komende jaren met elkaar op zoek gaan naar passende maatregelen.

Voor het CDA is duurzaamheid essentieel voor toekomstige ontwikkelingen. Dan gaat het niet alleen om duurzame energie, maar ook om klimaat, de wateropgave en de circulaire economie.

Inmiddels wordt in Flevoland op grote schaal wind- en zonne-energie opgewekt in uitgebreide windparken en zonnevelden. Flevoland produceert zelfs de meeste zonne- en windenergie van alle Nederlandse provincies. Wat het CDA betreft hoeven er daarom geen nieuwe grootschalige windmolenparken bij te komen in Flevoland.

Wat zonne-energie betreft, houdt het CDA vast aan de “zonneladder” die in de afgelopen Statenperiode is vastgesteld. Deze gaat uit van de gedachte dat zonnepanelen éérst moeten worden geplaatst op bijvoorbeeld bedrijfsdaken en woningen, en in principe niet op agrarische gronden. Het laatste kan wél een mogelijkheid zijn als het gaat om agrarische grond die niet meer als zodanig in gebruik kan zijn.

Het CDA is geen voorstander van het gebruik van het IJssel- en Markermeer voor de aanleg van grootschalige zonnevelden in het water.

Maar er zijn natuurlijk nog andere vormen van alternatieve energie. In Flevoland zijn initiatieven op het gebied van geothermie de afgelopen jaren van start gegaan, bijvoorbeeld in Noordoostpolder waar enkele tuindersbedrijven op deze manier worden verwarmd. Verder zijn verschillende partijen al bezig met de ontwikkeling van waterstof. Dit moet de komende jaren z’n beslag krijgen.

Het CDA is van mening dat het taboe rond kernenergie moet verdwijnen. De Tweede Kamerfractie heeft zich al meerdere malen uitgesproken vóór de inzet van meer kernenergie, bijvoorbeeld door de bouw van kleinschalige centrales die relatief snel te realiseren zijn. Wij steunen dit beleid. Of een dergelijke centrale in Flevoland moet komen is eigenlijk niet aan de orde. De landelijke overheid neemt hierin de beslissingen, en er is inmiddels aangegeven dat de bouw van een kerncentrale in onze provincie niet erg realistisch is.

Foto: Een kerncentrale in Frankrijk.

Onze provincie is rijk aan mooie en afwisselende natuur. Van oorsprong kent de provincie veel ruimte en dat heeft impact gehad op de ontwikkeling van natuurgebieden. Overal zijn bossen, plassen, waterwegen, de randmeren, en in onderlinge samenhang heeft dit prachtige natuurgebieden opgeleverd. We zijn er trots op!

Deze natuurgebieden hoeven niet te worden uitgebreid. Daarbij is het ook belangrijk te realiseren dat we over uitstekende landbouwgrond beschikken die niet ingewisseld hoeft te worden voor natuurgebied.

Het CDA is verder voor een goed natuurbeheer waarin gezonde natuur en ervan genieten hand in hand gaan. Dus geen al te veel afgesloten natuurgebieden, maar gebieden waarin je - zonder de natuurwaarden aan te tasten - kunt wandelen, fietsen of op andere manieren kunt recreëren. Op die manier komen we dichterbij de natuur, en voelen we ons er ook meer verantwoordelijk voor.

Het Waterschap Zuiderzeeland is verantwoordelijk voor het waterbeheer in onze provincie. Een enorm belangrijke taak in deze polder die grotendeels een paar meter onder zeeniveau ligt. Als de pompen in de gemalen zouden stoppen, zou heel Flevoland binnen een paar dagen onder water staan!

Het Waterschap heeft drie taken:

• De zorg voor veilige waterkeringen
• Het voorzien in voldoende water
• Het zorgen voor schoon water.

Om het laatste te bereiken, is duurzaam en ecologisch verantwoord waterbeheer nodig. Met andere partijen moeten we ervoor zorgen dat er geen ongewenste stoffen, zoals gewasbeschermingsmiddelen, plastics en medicijnresten, in het oppervlaktewater komen.

De klimaatveranderingen vragen ook om extra maatregelen, bijvoorbeeld dijkversterkingsprojecten en goede en veilige wateropvang in dorpen en steden.

Foto: Gerko van Kampen/Zuiderzeeland

Sinds een paar jaar is de wolf terug in Nederland. Daar wordt wisselend op gereageerd. Sommigen vinden het een goede zaak, anderen zijn minder enthousiast. Ook in Flevoland is de wolf al gesignaleerd. Het CDA heeft moeite met het gevaar dat de wolf vormt voor nietsvermoedende fietsers of wandelaars in natuurgebieden en voor (landbouw)dieren. Regelmatig zien we berichten in de media over doodgebeten schapen of pony's. Dit zijn uitwassen die voorkomen kunnen worden met een goed beleid, vooral vanuit Den Haag. Voor de provincie zijn de mogelljkheden beperkt, maar het belangrijkste blijft dat overlast en gevaar van de wolf zoveel mogelijk moet worden aangepakt.

De landbouw staat volop in de belangstelling. De stikstofproblematiek leidt tot grote emoties en er dreigt een nog grotere kloof tussen stad en platteland. Het CDA vindt het belangrijk dat het negatieve sentiment gekeerd wordt en dat vertrouwen en perspectief over en weer hersteld wordt. Dit doen we door te erkennen dat de landbouw en visserij van grote waarde zijn voor onze provincie en dat we die waardering uitspreken voor hen die hierin werkzaam zijn en ons van voedsel voorzien.

Vanuit dat negatieve sentiment wordt wel eens hardop gedacht dat er geen toekomst meer is voor de boer in Nederland. Het CDA bestrijdt dat met alle kracht. Zéker in Flevoland is nog volop ruimte om op een gezonde manier je bedrijf te runnen. Maar de wereld om ons heen verandert snel. De voorkeuren en eisen van de consument veranderen voortdurend. Bovendien wordt het Europese landbouwbeleid de komende jaren ingrijpend verder hervormd naar veel meer toekomstbestendige landbouw. Een verandering die wat ons betreft in Flevoland kan worden gerealiseerd. De gedachte achter toekomstbestendige landbouw past bij de rentmeesterschap-opdracht van het CDA.

Echter, veranderingen als deze vragen veel van onze agrariërs. Dat kan alleen als zij meer inkomen krijgen voor de extra inspanningen die voortkomen uit extra milieu-maatregelen. Ook de (detail)handel zal hieraan moeten meewerken. Het kan niet alleen over de rug van boer en consument.

Mede door dit alles moet Flevoland er voor zorgen dat de uitstekende voorwaarden die er nu zijn – zoals voldoende ruimte – behouden blijven met aandacht voor een goede bodem- en waterkwaliteit als basis voor een gezonde bedrijfsvoering. We willen een diverse en veerkrachtige sector waarin ondernemers de kans krijgen om de béste te zijn. Of je nu gangbaar of biologisch produceert, natuurinclusief of high-tech, het kán in Flevoland.

Stikstof

Maar we kunnen natuurlijk niet om de uitdagingen voor de komende jaren heen. De stikstofreductie legt een zware last op de agrarische sector. Wat betekent dit voor mijn bedrijf? Moet ik gaan verkleinen? Heb ik nog wel een opvolger? Moet ik straks stoppen..? Vragen die we uiterst serieus moeten nemen. Het CDA garandeert duidelijkheid: niet óver de boeren beslissen, maar mét de boeren. Via een gebiedsgericht proces komen we samen tot een werkbare manier om de stikstofuitstoot te verminderen, bijvoorbeeld via innovaties, extensivering, misschien verplaatsing. Onteigenen of uitkopen horen daar wat het CDA betreft niet bij. De bestaanszekerheid voor de boeren is van het grootste belang.

Dit alles vraagt een provinciaal bestuur dat met de boeren meedenkt en meewerkt. Dat moet zich uiten in snelle uitvoering van regels en procedures zodat agrariërs niet onnodig lang in onzekerheid hoeven te zitten over wat er hen staat te wachten.

Op het gebied van de veehouderij komt het CDA in de eerste plaats op voor de belangen van gezins- en familiebedrijven. Het CDA is tegen megastallen die gerund worden door zetbazen van grote concerns. Wij zijn niet tegen schaalvergroting, als het maar op een duurzame manier gaat. Schaalvergroting moet geen doel op zich zijn. Het gebruik van antibiotica in de veehouderij moet sterk worden verminderd. Beslissingen over de vestiging of uitbreiding van bedrijven moeten op lokaal en regionaal niveau worden genomen.

De visserij is een belangrijke sector op Urk en in Flevoland. De laatste jaren is er sprake van een enorme omwenteling: van de traditionele visvangst naar de verwerkende industrie en de internationale handel. Urk blijft daarbij een van de belangrijkste spelers in de wereldwijde visserij. Helaas is de omwenteling niet zonder pijn geweest; met name door de hoge brandstofprijzen zijn verschillende vissersschepen gesaneerd. Gelukkig hebben veel vissers kunnen kiezen voor de uitgebreide omscholingstrajecten die mede door de provincie worden aangeboden op de Maritieme Campus op Urk.

De vissers die door willen blijven vissen, moeten daarin gesteund worden met onder andere hulp bij nieuwe innovaties en ruimte op zee. Het CDA blijft zich daar op provinciaal, landelijk en Europees niveau voor inzetten.

Flevoland moet goed bereikbaar zijn en blijven. Om goed, snel en veilig van A naar B te komen zijn ook de komende jaren grote investeringen nodig. Het CDA wil in haar ambities een goede balans vinden tussen groei, duurzaamheid en bereikbaarheid.

Enkele van de speerpunten als het gaat om infrastructuur:

• Verbetering (verbreding) A27 tussen Almere en Utrecht
• Verbreding van de héle N50 tussen Noordoostpolder en Zwolle
• Snel en hoogwaardig openbaar vervoer tussen Randstad en Groningen via de Noordoostpolder, bijvoorbeeld dankzij de Lelylijn.
• Er moet een Keteltunnel worden aangelegd ter vervanging van de Ketelbrug.
• Verbreding A6 tussen Lelystad en Almere.
• Aanpak knelpunten bij het verlaten (of binnenrijden) van Flevoland, zoals de brug bij Elburg of de brug tussen Zeewolde en Nijkerk.

De maximumsnelheid op de autowegen (100 km) hoeft van het CDA niet te worden verlaagd. Deze wegen lenen zich goed voor een dergelijke snelheid en zorgen ervoor dat het verkeer goed kan doorstromen.

Bij het bouwen van nieuwe wijken is het erg belangrijk dat er niet alleen huizen worden gebouwd ("stenen stapelen"), maar dat er ook volwaardige voorzieningen bij moeten komen. Openbaar vervoer is daar een voorbeeld van. We hebben al veel te vaak gezien in Flevoland dat het juist die voorzieningen waren die achter liepen bij de ontwikkelingen in onze dorpen en steden. Bij een wijk als Almere Pampus willen we dat echt voorkomen. Daarom is de aanleg van een volledige IJmeerverbinding (dus voor auto, openbaar vervoer en fiets) absoluut noodzakelijk. Want hoe willen de bewoners van dat deel van Almere anders snel richting Amsterdam komen..?

De inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting zijn van groot belang voor de provincie - zij zijn een belangrijke inkomstenbron. Deze belasting kan dus niet zomaar verlaagd worden, hoe graag men dat misschien zou willen. De jaarlijkse verhoging blijft wat ons betreft tussen de 1 en 1,5 procent, ruim onder de inflatie.

Er wordt de laatste jaren meer geïnvesteerd in het OV in Flevoland, maar het kan altijd beter. Met name buslijnen die "onder de streep" dreigen te komen vanwege te weinig passagiers, mogen niet zonder meer opgeheven worden. Dit gaat te veel ten koste van de leefbaarheid op ons platteland. Gekeken moet dan worden naar goede en slimme alternatieven, bijvoorbeeld een kleinere bus of een belbus.Wij gaan uit van het principe dat elke stad en elk dorp in Flevoland goed bereikbaar moet zijn. Een student of scholier moet naar zijn opleiding kunnen en een forens naar zijn werk.

De provincie Flevoland moet verder de vinger aan de pols houden bij de ontwikkelingen van de prijzen van de buskaarten, zodat reizigers niet geconfronteerd worden met onverwacht hoge prijsstijgingen.

Voor het spoor is het belangrijk dat de verbinding Dronten-Lelystad-Almere-Amsterdam-Schiphol optimaal is en blijft. De stations Almere Buiten en Dronten moeten intercitystations worden.

Het CDA blijft daarnaast een voorstander van een treinverbinding met het noorden via de Noordoostpolder: de Lelylijn. Ook moet het OV met Het Gooi en Utrecht sterk worden verbeterd.

In Flevoland zijn inmiddels veel arbeidsmigranten werkzaam. Een belangrijke voorwaarde voor hun welbevinden in onze provincie is een goede en veilige huisvesting. Hoewel dit een gemeentelijke taak is, kan de provincie waar nodig een coördinerende of verbindende rol spelen omdat huisvestingsproblematiek soms gemeentegrenzen overstijgt. Het CDA steunt initiatieven voor grote centrale huisvesting van arbeidsmigranten, zoals we die al zien bij onder meer Swifterbant en Luttelgeest.

Foto is een voorbeeld.

Het CDA is van mening dat er in Nederland, en dus ook in Flevoland, sprake moet zijn van een strenge, maar rechtvaardige opvang van asielzoekers. Op dit moment worden op verschillende plaatsen in de provincie al vele asielzoekers opgevangen waarbij ze begeleid worden door professionals en vrijwilligers. Het tekort aan opvangplekken is een landelijk probleem dat door het Rijk opgelost moet worden. Wij vinden dat de zes Flevolandse gemeenten hun eigen rol daarin op moeten pakken, waarbij de provincie eventueel een coördinerende rol kan spelen.

Statushouders die een woning zoeken, doen - evenals alle andere mensen die op zoek zijn naar een huis - een beroep op schaarse woningen. De provincie heeft de wettelijke plicht om gemeenten er op wijzen dat zij voldoende statushouders moeten huisvesten. Wij vinden dat logisch; iedereen heeft immers recht op huisvesting. Dat hoeven geen complete woningen te zijn. Samen met de gemeenten moet de provincie zoeken naar vernieuwende concepten.

Sporten is belangrijk voor ons allemaal. Het is gezond, ontspannend en sociaal. Daarom moeten we onze rol houden in de afstemming van de top- en breedtesport, het organiseren van evenementen en de ondersteuning van gehandicaptensport. Het CDA heeft ingestemd met het voorstel voor een Talent Academie Almere, een servicecentrum voor sport. Dit vanwege het maatschappelijk belang van sport en het belang van de sociale ontwikkeling van Almere.

Bij het ondersteunen van sportevenementen vinden we het belangrijk dat het om evenementen moet gaan die veel bezoekers trekken in een tak van sport die bij Flevoland past (b.v. watersport of marathon).

Hoewel de breedtesport (b.v. amateurvoetbal en andere sporten op amateurniveau) vooral een zaak is van de gemeenten, wil het CDA die met name noemen. Sportverenigingen met al hun vrijwilligers én sporters zijn het kloppend hart van de samenleving. Waar nodig willen we die ondersteunen.

Cultuur is heel belangrijk en cultuur is altijd dichtbij. Of het nu een groot landschapskunstwerk is in de vrije ruimte, een fanfare of toneelvereniging waar je als amateur lid van bent of een bezoekje aan de schouwburg: het is allemaal cultuur en het verrijkt je leven.

We hebben veel gezelschappen en verenigingen die aan cultuur doen in Flevoland. Zij zijn het cement van de samenleving. We willen dat het beschikbare geld niet alleen naar grootschalige projecten gaat voor een beperkt publiek maar ook naar onder meer amateurkunst, cultuureducatie op scholen of talentontwikkeling bij jongeren.

Een speciale plek in het Flevolandse cultuurlandschap neemt (letterlijk) de landschapskunst. Inmiddels uitgegroeid tot een aantal bijzondere objecten in het weidse landschap van onze provincie. Er hoeven wat het CDA betreft geen nieuwe objecten bij te komen, wel moet er uiteraard geld beschikbaar blijven voor een goed onderhoud van de kunstwerken die er nu zijn.

Uiteraard hebben we ook oog voor ons bijzondere culturele erfgoed. Soms honderden jaren oud (de scheepswrakken in onze bodem), soms nog maar enkele tientallen jaren (bijzondere gebouwen in de provincie). Het verhaal van Flevoland moet zichtbaar zijn en blijven in Batavialand in Lelystad, waar diverse instituten onderdak hebben gevonden.

Belangrijk voor ons is dat cultuur door iédereen kan worden beleefd in Flevoland.

Er wordt al jarenlang gepraat over de mogelijkheden voor Lelystad Airport. Naast bezwaren rond geluid zijn er de laatste jaren bezwaren bij gekomen over stikstofuitstoot en de algemene vraag of het vliegverkeer in ons land ongebreideld moet kunnen blijven groeien. In Flevoland wordt er dan ook inmiddels verschillend gedacht over nut en noodzaak van de uitbreiding van Lelystad Airport.

Wij kunnen instemmen met deze uitbreiding als:

- Aan een aantal belangrijke milieu-voorwaarden wordt voldaan zoals geluid, CO2 en stikstofuitstoot;
- Over de laagvliegroutes overeenstemming is tussen kabinet en regio;
- Lelystad Airport na uitbreiding zich pofileert als een van de duurzaamste luchthavens in Europa, een ambitie die het al heeft uitgesproken;

Mocht het vliegveld in de toekomst worden uitgebreid, dan zijn er opnieuw voorwaarden die het CDA stelt aan het gebruik ervan: een maximaal en beheersbaar aantal vliegbewegingen (ook in de verre toekomst), geen vrachtverkeer, geen grote vliegtuigen, afspraken over (en met) omwonenden, en geen nachtvluchten.