In dit interview praat Tweede Kamerlid Lenny Geluk-Poortvliet over zaken die haar aan het hart gaan. Over ouderen en het belang van cultuur.

De cultuursector is hard geraakt in deze coronacrisis. Als woordvoerder op het onderwerp vindt u daar natuurlijk wat van.
“De mailbulk was inderdaad enorm. Die sector stond van de ene dag op de andere stil. Vanuit de fractie hebben we naar aanleiding daarvan veel kunnen doen. De minister kwam met een steunpakket van 300 miljoen. Ons punt is altijd: komt het geld ook in de regio’s terecht en niet alleen in de Randstad? En hoe verdeel je dat eerlijk onder de culturele instellingen waar het Rijk direct verantwoordelijk voor is? Dat zijn de gesubsidieerde instellingen die een rijkscollectie hebben. Als fractie hebben we bereikt dat een niet-gesubsidieerde instelling die toch per se overeind moet blijven, maar tussen wal en schip viel, nu wel geld krijgt. Het Nemo Science Museum in Amsterdam is daar een mooi voorbeeld van. Ook veel gemeenten zitten krap bij kas. Cultuur is dan wel eens een sluitpost. Nu krijgen gemeenten een bedrag dat geoormerkt is voor cultuur. Zodat ze zelf kunnen bepalen wat voor hen belangrijk is om overeind te houden. Ik vind cultuur van levensbelang.

Ik vind cultuur van levensbelang. Het is overal. Cultuur is onderdeel van onze geschiedenis. Het is de eeuwenlange beschaving van een land dat we door willen geven.

Het is overal. Cultuur is onderdeel van onze geschiedenis. Het is de eeuwenlange beschaving van een land dat we door willen geven. En bovendien is de cultuursector creatief en veerkrachtig. Wat ik gezien heb zijn fantastische initiatieven die zijn ontstaan. Zoals muzikanten die vanuit hun huizen via video-concerten geven, geweldig!

Veel van uw leeftijdsgenoten zitten in thuisisolatie, terwijl voor u het Kamerwerk gewoon door gaat. Wat heeft het u tot nu toe gebracht?
‘In mijn eigen kleine kring heb ik gekeken wat ik kan doen. Ik blijf gewoon bezig en actief. Ik heb gekookt voor een buurvrouw die uit het ziekenhuis kwam Het eten heb ik voor haar deur gebracht. Het mes snijdt aan twee kanten want dan eet je zelf ook goed. Op die manier kunnen ouderen onderling ook iets voor elkaar betekenen. Zeventigers zijn niet zielig. Ik heb buren die hier al dertig jaar wonen en inmiddels senioren zijn. Die waren bang geworden. Bang dat ze het virus zouden oplopen. Ik heb van tijd tot tijd met ze gebeld. Zo heb ik veel andere senioren gebeld die ongerust waren en ook wel erg alleen. En verder gaat mijn Kamerwerk inderdaad gewoon door. Als alleenwonende heb ik ook helemaal geen rem op de tijd. Je moet wel discipline hebben. Ik kleed mezelf bijvoorbeeld aan alsof ik naar mijn werk ga, die modus moet ik wel houden. Veel zaken in Coronatijd brachten mij ook iets. Ik heb veel dingen uitgezocht. Ik ben met social media aan de slag gegaan en met Parlis (het parlementair informatiesysteem, red). Wat ik normaal gesproken uitbesteed aan mijn persoonlijk medewerker, Aycan, doe ik nu mede zelf. Ook een soort ontwikkeling eigenlijk (lacht).’

Zeventigers zijn niet zielig zegt u zelf, terwijl ouderen in deze pandemie wel het uitgangspunt zijn van de besluitvorming.
‘Mijn portefeuille is niet specifiek gericht op ouderen. Wel ben ik woordvoerder WMO, maar dat zijn niet alleen ouderen, wel veel. De gemeentehuizen zijn dicht, dus al die mensen die van de WMO afhankelijk zijn konden daar niet naar toe. Ze hebben zich verder ook weggehouden, bang voor besmetting. Vooral ook oudere mensen die van de WMO gebruik zouden moeten maken, bereik je dus niet. Maar toch, eigenlijk met alles wat ik doe, hebben ouderen extra mijn aandacht. Ook als ik met mijn collega’s praat, vraag ik en denk ik “maar hoe pakt zoiets nu voor ouderen uit?’ Op die manier probeer ik mijn bijdrage te leveren.’ Dan verontwaardigd: ‘Over de lockdown voor zeventig plussers: het lijkt wel of alle zeventigplussers wat mankeren. Maar dat gaan we niet doen hè? Dat moet stoppen! Ouderen moeten als mens gezien worden. Je hebt mensen van zestig of vijfenzeventig die echt zwak zijn. Maar dat weten die mensen zelf ook wel. Die gaan heus niet in de disco lopen. Het idee dat ze allemaal maar in hun huis moeten blijven. Ja, dat kun je toch gewoon niet maken? Die beeldvorming moet er van af. Laten we nu eens kijken wat mensen wél kunnen in plaats van ze bij voorbaat in te delen. Er wordt te veel uitgegaan van wat we voor ze kunnen doen in plaats van wat kunnen deze mensen bijdragen.’

Laten we nu eens kijken wat mensen wel kunnen in plaats van ze bij voorbaat ergens bij in te delen.” - Lenny Geluk-Poortvliet over zeventigers.

Lenny op de barricades voor de ouderen
‘Ik roep het overal. We moeten ons verzetten tegen leeftijdsdiscriminatie. Ik geef een voorbeeld: waarom denkt men datuderen veel meer brokken maken en daarom meer moeten betalen voor hun autoverzekering? Aangetoond is dat ouderen juist minder schade veroorzaken. Verder hebben ze het in al die Corona tv-uitzendingen uitsluitend over zeventigplussers die kwetsbaar zijn. Zeventigplussers worden zo stereotypen. Mensen moeten elkaar in de ogen kijken. Wie de spannende zoektocht aangaat naar een mens ontmoet niet de zeventigplusser, maar een mens die een geschiedenis heeft. De mens erachter, daar zou het over moeten gaan bij ouderen. Elk mens telt!’

  • ‘Laten we nu kijken wat mensen wel kunnen in plaats van ze bij voorbaat ergens bij in te delen.’

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.