Inbreng commissiedebat wijkverpleging
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter,

Ik hoor van wijkverpleegkundigen dat ze een mooi vak hebben, dat ze van hun vak houden en graag hun cliënten en patiënten bijstaan. Ze spelen een cruciale rol in de zorgketen en ik hoor dat ze die rol ook graag willen hebben in een samenleving die in hun ogen meer gericht moet zijn op ook vitaliteit. Maar ze willen wel veel meer vertrouwen en zeggenschap over hun vak, meer vrijheid in hun professioneel handelen. Zij staan immers naast de cliënt en weten echt wel wat ze moeten doen of wat er nodig is. De motie van de leden Van den Berg, Werner en Hijink over uitgaan van de kennis en de kunde van wijkverpleegkundigen en huisartsen inzake de verstrekking van medische hulpmiddelen gaat ook uit van deze zeggenschap. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie en welke concrete stappen worden of zijn er nu gezet? 

Vanaf 1 januari 2022 wordt er gewerkt aan een nieuwe reguliere bekostiging voor de wijkverpleging met de zogenaamde 'cliëntprofielen'. Nu hoor ik van wijkverpleegkundigen terug dat dit vooral leidt tot meer administratieve lasten. Dat lijkt mij niet de bedoeling. Wordt er in dit experiment voldoende rekening gehouden met die extra administratieve lasten? Doet dit bekostigingssysteem in de praktijk wat in de theorie beoogd wordt? Ik hoor terug van de werkvloer dat de voorspellende waarde heel laag is en dat het onvoldoende rekening houdt met het feit dat cliënten en patiënten allemaal anders zijn en dat de praktijk juist maatwerk vereist. Hoe waardeert de minister de eerste resultaten van dit experiment? Wat vindt zij de meerwaarde van het invoeren van cliëntprofielen?

Voorzitter,

Uit de resultaten blijkt dat de omvang van de niet-gecontracteerde wijkverpleging in 2021 licht is gestegen. Ik spreek mensen die wijkzorg nodig hebben en steeds vaker niet direct terechtkunnen bij een gecontracteerde zorgaanbieder. Zij gaan rondbellen en komen dan terecht bij een zorgaanbieder die wel plek heeft, wat later dan toch ongecontracteerde zorg blijkt te zijn waar zij een heel grote rekening voor moeten betalen. Wat kan de minister hiertegen doen? Wat kunnen of moeten zorgverzekeraars doen om de cliënt hiertegen te beschermen? Vindt de minister ook niet dat zorgaanbieders vooraf duidelijkheid moeten geven over de financiële gevolgen van ongecontracteerde zorg?

Dan het pgb. Een pgb in de Zorgverzekeringswet is voor bepaalde groepen cliënten een groot goed, een manier om eigen regie te hebben. De indicatiestelling gaat nu naar maximaal vijf jaar. Echt een grote pluim voor de minister dat zij dit geregeld heeft, mede door aangenomen moties over indicatieduur, zoals ik die bijvoorbeeld samen met de heer Mohandis heb ingediend. Gaan zorgverzekeraars dit dan ook standaard zo doen? Wat worden de voorwaarden? Wat is de definitie van een stabiele zorgvraag? Daarnaast blijf ik geluiden horen over het gestoei tussen indicerende verpleegkundigen en zorgverzekeraars over wat onder gebruikelijke zorg valt. Hoe voorkomen wij dat wij bij iedere verlengde aanvraag, dus die aanvraag voor vijf jaar, weer opnieuw een hele discussie gaan krijgen?

Voorzitter,

We lazen afgelopen zondag in de media zorgelijke verhalen over Fokuswonen. Bewoners hebben niet het gevoel dat ze de regie hebben. Door de koppeling van wonen en zorg zitten bewoners in een benarde positie. Ze moeten hun woning verlaten, omdat de zorg op die locatie stopt. De cliëntenraad van Fokus schijnt veel klachten te krijgen over hoe er met bewoners wordt omgegaan. We hebben het allemaal kunnen lezen. Het CDA geeft al jaren aan dat de koppeling tussen wonen en zorg precair en lastig is. Zou de minister hierop willen reageren? Wat ik ook nog even wil weten, is het volgende. Naar aanleiding van deze artikelen in de media: worden de mensen geholpen die uit deze woningen moeten vertrekken? Zijn die geholpen?

Dank u wel.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.