Inbreng wetgevingsoverleg Emancipatiebeleid
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter,

3 december. Wereldgehandicaptendag. Den Haag houdt de adem in. Op alle overheidsgebouwen wappert de vlag. Media berichten volop. Het Malieveld stroomt vol. Niet met trekkers, maar met rolstoelen, blindenstokken en krukken. De sfeer is strijdvaardig. Vanaf het podium klinken opzwepende toespraken. We pikken het niet langer! De politie is paraat. Als dit maar niet uit de hand loopt. Hoe krijg je een rolstoel in een arrestantenbusje?

Ziet u het voor zich? Nee? Ik ook niet. Want onderweg naar het Malieveld zijn die rolstoelen, blindenstokken al lang ergens gestrand. Op een perron zonder assistentie. Bij een bushalte zonder instap. Op een parkeerterrein bij de invalidenparkeerplaats helemaal achteraan in een hoekje.
En toch zou het Malieveld vol moeten stromen. Emancipatie is ook strijd. Dat kunnen we leren van de vrouwenbeweging en van de homobeweging. Emancipatie is geen kwestie van medelijden of liefdadigheid. Mensen met een handicap kunnen leren van de ervaringen van vrouwen en lhbtiq+. Van netwerken zoals CDA Pride. Dat was precies de insteek van de motie die ik vorig jaar in dit debat heb ingediend samen met collega Van der Laan. Minister Van Engelshoven omarmde die motie net als de Kamer. 

Ze zei: “Ik ben het er zeer mee eens dat, als wij zaken zien die werken in het emancipatiebeleid rondom vrouwen of mensen uit de lhbti-gemeenschap, wij zeker moeten kijken of dat ook voor andere groepen werkt". Maar voorzitter, ze had net zo goed kunnen zeggen: wat een flauwekul, daar beginnen we helemaal niet aan. Want dat zijn namelijk de daden. Want doen woorden er dan nog toe? 
We zijn een jaar verder. En wat heeft de minister te vertellen over de stand van zaken? Bladzijde 217 van de memorie van toelichting bij de begroting zegt over de motie: 'In het najaar van 2022 organiseren OCW en VWS een bijeenkomst om goede voorbeelden van vertegenwoordigers uit het emancipatieveld en belangenvertegenwoordigers van mensen met een beperking, met elkaar te delen. Na die bijeenkomst wordt bezien wat er echt nodig is en wat er verder mogelijk is.' 

Voorzitter,

Ik heb geen uitnodiging gezien, geen persbericht, geen tweet, geen ballonnen en geen slingers. Kan de minister vertellen over deze bijeenkomst? Wat heeft hij gezien? Wat is er verteld? Wat heeft hem geraakt? Hoe gaat hij nu verder? 

Voorzitter,

Uitwisseling tussen vrouwen, LHBTI en mensen met een handicap: het had een feestje van betekenis kunnen zijn. Een feest van herkenning. Van inspiratie. Dat feestje is ver te zoeken als ik ook de bijlage van de Emancipatienota lees: 'Bij deze bijeenkomst zal ook besproken worden hoe de verschillende intersecties in het werk kunnen worden meegenomen en zal verkend worden op welke wijze de overheid dit kan faciliteren'. Een warme omhelzing van de minister eindigt in kilte. Kan de minister uitleggen waarom hij de urgentie voor mensen met een handicap maar niet ziet? Wat is dat toch?

Voorzitter,

We moeten beseffen dat beperkingen pas ontstaan in wisselwerking met de samenleving. Als mensen met een lichamelijke beperking beperkt zijn in hun mogelijkheden, om naar theater te gaan, naar school, naar werk, komt dat dus niet in de eerste plaats door hun beperking, maar vooral doordat de samenleving hindernissen opwerpt die hen uitsluiten. En juist daarom is een emancipatieslag ook zo nodig. Het is belangrijk dat de minister dit ziet.

Laatst had ik Ruud aan de telefoon en hij zei: "Ik zou willen dat ik naar het Malieveld kón komen. Dan was alles allang voor ons geregeld. Snapt de minister wat Ruud bedoelt? Deelt de minister mijn mening dat participatie op voet van gelijkheid een toegankelijke samenleving vraagt? En juist hierdoor emancipatiebeleid ook zo belangrijk is? Hoe kan je emanciperen als je niet eens kan deelnemen?

Voorzitter,

Toegankelijkheid gaat niet alleen over fysieke of andere praktische barrières. De barrières die mensen met een beperking ondervinden, zijn deel van een diepgewortelde maatschappelijke structuur. Hoe denken we over handicaps en welke vooroordelen bestaan er over mensen met een handicap? De inzichten van het Sociaal en Cultureel Planbureau helpen mij om de Emancipatienota met een kritische blik te lezen.

Voorzitter,

De minister schrijft mooie dingen in die Emancipatienota. 'Het kabinet staat voor gelijke rechten, kansen en vrijheden voor iedereen, los van geslacht, genderidentiteit, beperking, huidskleur, etc. Deelname aan de samenleving wordt op dit moment echter belemmerd door ongelijke behandeling, door structuren in organisaties die deze ongelijkheden bestendigen, en door (culturele) normen en vooringenomen ideeën die helaas nog bij velen leven.' Einde citaat. Maar waar vinden we de aanpak van die structuren, die normen en die vooringenomen ideeën voor mensen met een beperking? Kan de minister deze vraag beantwoorden?

Voorzitter,

De CDA-fractie vindt het belangrijk dat mensen met een handicap zichtbaar zijn in de samenleving, hun steentje kunnen bijdragen en aansluiting zoeken bij anderen. De zgn 'gehandicaptensector' is nog veel te weinig een emancipatiebeweging. Het kabinet wil bijdragen aan een 'samenhangend kabinetsbeleid om alle vormen van discriminatie en kansenongelijkheid tegen te gaan'. Daarom spreek ik vandaag opnieuw de coördinerend minister van Emancipatie aan. Wil de minister zich inzetten om ook mensen met een handicap op weg te helpen? En als eerste te zien en te beseffen dat emancipatie voor mensen met een handicap van heel ver moet komen. 
Een ruimhartige uitvoering van de motie-Werner/Van der Laan is wat de CDA-fractie betreft nog maar het begin.

Dank u wel.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.