Inbreng wetgevingsoverleg Media
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter, 

Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie kan helaas niet aanwezig zijn. Ik mag vandaag ook namens haar het woord voeren.

Voorzitter,

Het zal u niet verbazen dat ik van de mediasector hou. Ik heb er 25 jaar met veel plezier gewerkt. Het is een mooie sector waar gedreven mensen werken aan verschillende tv-programma's, van nieuws tot amusement. Vindt de staatssecretaris ook niet dat we vandaag mogen beginnen met een compliment te maken aan alle hardwerkende mensen in de media? Die een aanmoediging verdienen in een tijd waarin er zoveel verschrikkelijke verhalen naar boven komen over grensoverschrijdend gedrag. Zoals recent bij DWDD.

Voorzitter,

'Het systeem vermorzelt de mensen.' 'Medewerkers worden gezien als vervangbare middelen.' De bedrijfscultuur is ziek.' en 'Kijkcijfers gaan boven goed personeelsbeleid.' Dit is een greep uit de reacties die ik van ex-collega’s heb gekregen na de onthullingen bij DWDD. Het kan en moet anders.

Als eerste moet onderzoek gedaan worden naar wat er is gebeurd. Kan na de laatste ontwikkelingen afgelopen weekend de NPO wel de opdrachtgever blijven, volgens de staatssecretaris? Ik denk het niet. Dat is de slager die zijn eigen vlees keurt. Kan de staatssecretaris uitleggen waarom het Commissariaat voor de Media of de Ombudsman dat niet gaat doen? 
 
Voorzitter, 

De misstanden bij DWDD gebeuren, omdat er een cultuur heerst waarin er gejaagd wordt op scores. Hoge kijkcijfers, hoge marktaandelen. Het lijkt wel de commerciële omroep. Waarom doen we dat bij de NPO? De NPO moet geen bedrijf zijn dat voornamelijk bezig is met concurrentie en streefgetallen. Wij hebben een pluriform bestel met omroepverenigingen en een publieke mediaopdracht. Deze opdracht gaat over een breed en divers publiek voorzien van informatie, cultuur, entertainment en educatie. 

Voorzitter,

Ik illustreer aan de hand van een voorbeeld wat voor gekke situaties dit op kan leveren. Ik noem omroep MAX met het programma Het Dorp. De achterban van MAX kijkt met plezier. MAX is blij. NPO zegt 'te weinig kijkers in de 'boodschappers 20-54 jaar', dus het programma verdwijnt voorlopig. Waarom moet Omroep MAX de leeftijd 20-54 bereiken? Dat is niet hun achterban, dat zijn 60-plussers. Jan Slagter heeft zijn doelstelling gehaald. Zijn achterban heeft hij bediend. Dit is pluriformiteit. Hoe kan het dan toch verdwijnen? Op basis waarvan? 

Voorzitter, 

Kan de staatssecretaris uitleggen waarom we bij de publieke omroep kijkcijfers en marktaandelen meten, terwijl dit alleen maar bijdraagt aan een 'ratrace' in plaats van dat de omroepverenigingen in staat worden gesteld om duurzame relaties aan te gaan met hun achterban? Wat zou er gebeuren als we ermee stoppen? 
Graag wil ik ook van de staatssecretaris weten of de uitkomsten van de opdracht waar het Adviescollege landelijke publieke omroep mee aan de slag gaat mogelijkheid biedt om ook te stoppen met dit soort nietszeggende streefgetallen van marktaandelen en kijkcijfers? Dit Adviescollege gaat immers kijken naar wat het vertegenwoordigen van een stroming inhoudt en hoe individuele omroepen zich verhouden tot de gezamenlijke publieke mediaopdracht.

Voorzitter, 

Het zou mooi zijn als de staatssecretaris, mede aan de hand de opbrengsten van het Adviescollege, een alternatieve denkwijze ontwikkeld, zodat kijkcijfers en marktaandelen niet meer nodig zijn. Zouden we niet veel meer moeten kijken naar de waardering van de programma’s binnen een genre en de doelgroep? 

Voorzitter,

De NPO maakt de dienst uit. En dat is niet zoals het moet zijn. In de wet staat dat omroepenverenigingen gaan over de inhoud. Maar in de praktijk bepalen de videodirecteuren of genremanagers van de NPO de inhoud. En dit is al helemaal gek als je ervan uitgaat dat de omroepverenigingen aan hun publieke mediaopdracht moeten voldoen. Door de NPO wordt hier dwars doorheen gegaan. Deze heeft de macht om te beslissen welke programma’s uitgezonden worden, hoe lang dit programma wordt uitgezonden en bemoeit zich ook met titels van een programma of wie het presenteert. 

Voorzitter,

De omroepverenigingen moeten hun zeggenschap terugkrijgen, zowel over hun eigen financiële middelen als over de programma’s. Er moet meer zekerheid komen van titels, lengte en duur. Op basis hiervan komt er rust bij de omroepen. Dan kunnen ze zowel beter werken aan de externe binding met hun achterban, pluriformiteit, als de interne binding met hun werknemers en presentatoren. Dit zorgt ervoor dat werknemers veel vaker in vaste dienst komen. En er veel minder vaak kortdurende contracten worden aangeboden. Hoe gaat de staatssecretaris zorgen dat de omroepverenigingen weer over hun programma’s gaan? Dat ze zelf de inhoud bepalen en niet de NPO? En er voor een langere termijn duidelijkheid over de middelen ontstaat. Hoe wil de staatssecretaris dat we verdergaan? 

Voorzitter,

Dan de regio. Als we in het land kijken, zien we een steeds groter wordende kloof ontstaan tussen de regio en de Randstad. En dat is zorgelijk. Daarom is de vindbaarheid van de regionale omroepen ook zo belangrijk. Ik heb al vaker gepleit voor 'het regioverhaal op een vast kanaal', maar het antwoord van de staatssecretaris is dat het te kostbaar is. Kan de staatssecretaris aangeven wat de kosten zijn? En als het dan zo lastig is om de vindbaarheid te vergroten via lineaire tv, is de staatssecretaris in ieder geval nu al wel bereid om de vindbaarheid van landelijke en regionale omroepen online te verbeteren? Wat vindt ze van het idee als de regionale zenders ook opgenomen worden in de app van NPO?

Voorzitter, 

Dan tenslotte toegankelijkheid. Als eerste over de regionale omroepen. Hier blijken helemaal geen afspraken te zijn over ondertiteling. Het gevolg is dat er nu maar zo’n 15% van alle nieuwsuitzendingen wordt ondertiteld. Hier moet natuurlijk wat aan gebeuren. Ik vraag daarom aan de staatssecretaris of ze dit signaal herkent en of ze bereid is om in kaart te brengen welke afspraken we met de regionale omroepen kunnen maken over ondertiteling?

Voorzitter, 

Zo'n 350.000 mensen in Nederland kunnen slecht zien, zijn blind zijn of hebben een niet-aangeboren hersenletsel, waardoor ze audiodescriptie nodig hebben om programma’s te volgen. Bij audiodescriptie beschrijft een stem tussendoor wat er in beeld te zien is. Er zijn nu afspraken waardoor de NPO jaarlijks ten minste 8 titels of nieuwe seizoenen van titels van audiodescriptie voorziet. Maar het aanbod programma's audiodescriptie groeit niet. Ter vergelijking: Europees gezien is het aanbod audiodescriptie 12%. In Nederland is het rond de 3%. 

Voorzitter,

Ik wil dus dat hierin een substantiële stap gemaakt wordt en er meer programma's van audiodescriptie worden voorzien. Het is toch heel normaal dat iedereen toegang heeft tot het publieke bestel. Daarom dien ik vandaag een amendement in om hier extra middelen voor beschikbaar te maken, samen met de ChristenUnie en Groenlinks. Ik hoop van harte dat de staatssecretaris dit belangrijke doel onderschrijft en dit amendement kan omarmen. 

Dank.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.