Schriftelijke vragen van het lid Werner (CDA) aan de minister voor Langdurige zorg en Sport n.a.v. het bericht ‘33 gemeenten verlagen tarieven voor pgb ondanks inflatie: ‘Als ik weer moet gaan werken, dan moeten mijn kinderen naar een instelling’’ (1).

  1. Wat vindt u ervan dat de uurtarieven voor het persoonsgebonden budget (pgb) in 33 gemeenten zijn verlaagd, soms tot het minimumloon?
  2. Wat vindt u ervan dat tientallen budgethouders anoniem willen blijven, omdat ze bang zijn voor of geen ruzie willen hebben met de gemeente?
  3. Deelt u de mening van het CDA dat je uitspreken over de hoogte van het pgb niet mag leiden tot een volgende lagere indicatie?
  4. Snapt u dat gezien vraag 3 het melden bij de gemeente, mocht je niet met je pgb uitkomen, voor een budgethouder ingewikkeld is? 
  5. Vindt u dat deze 33 gemeenten een reëel tarief betalen voor het pgb? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
  6. Kunt u uitleggen waarom u met een landelijke richtlijn komt?
  7. Kun u toelichten wat u bedoelt met de zinsnede dat ‘gemeenten ook de ruimte moeten krijgen om de lokale situatie goed te laten meewegen’?
  8. Gaat u in de landelijke richtlijn formele en informele tarieven voor een pgb opnemen? Waarom wel of waarom niet?
  9. Worden naast de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ook cliënten- en patiëntenorganisaties betrokken bij het maken van de landelijke richtlijn? Zo ja, hoe dan precies? Zo nee, waarom niet?
  10. Kunt u aangeven wanneer de landelijke richtlijn gereed is?

(1) https://eenvandaag.avrotros.nl/item/33-gemeenten-verlagen-tarieven-voor-pgb-ondanks-inflatie-als-ik-weer-moet-gaan-werken-dan-moeten-mijn-kinderen-naar-een-instelling/ 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.