CDA Eind­ho­ven zet extra in op ver­bin­ding, wij­ken, wijk­win­kel­cen­tra en meer

Het CDA Eindhoven zet zich in voor gewone mensen, die elke dag het goede willen doen. Voor een samenleving met fatsoen, waarin we omkijken naar elkaar en een steentje bijdragen. Wij willen een fijne en veilige buurt, waar het schoon en groen is, met een levendig buurthuis, een aantrekkelijk winkelcentrum en vitale sportverenigingen nabij. In een stad die steeds meer inwoners krijgt omdat het hier de economie goed draait, vinden wij het belangrijk dat het thuisgevoel behouden blijft: het gevoel dat je deel uitmaakt van een gemeenschap en trots bent op waar je leeft. Met die bril kijken we naar elk voorstel dat voorligt, en dus ook naar de eerste plannen voor volgend jaar.

We leven in een stad die midden in verandering zit en die verandering is zichtbaar en voelbaar. Dat levert bij veel inwoners een gevoel van trots op; trots op hoe Eindhoven in de jaren is veranderd en wat er allemaal gebeurt. Maar we spreken ook genoeg inwoners die er zorgen bij hebben of vooral het kleinschalige willen behouden. En beiden begrijpen wij en voor beiden hebben wij oog en oor. De balans tussen de groei van de stad en ervoor zorgen dat iedereen zich thuis blijft voelen, zoals het college die beschrijft, dat is de uitdaging van Eindhoven.

In het dagelijkse leven merk je dat er steeds meer nieuwe Eindhovenaren, vaak uit het buitenland, in onze stad komen wonen. Met de economie die wij hebben, waarin wij de nieuwste oplossingen bedenken, is dat een gegeven. Maar het brengt wel nieuwe vragen mee: hoe zorgen wij ervoor dat nieuwe Eindhovenaren de Nederlandse taal spreken, dat ze vrijwilligerswerk ook normaal gaan vinden en zich inzetten voor een schone en levendige buurt? De oude en de nieuwe Eindhovenaren leven nu nog vooral langs elkaar heen. En dat zien wij graag anders: het CDA Eindhoven wil een samenleving waarin men elkaar opzoekt en op elkaar rekent, waar je wieg ook heeft gestaan. Elke inwoner kan daarmee klein starten: als je er al bent voor je buren, want dat kan zo maar een expat zijn, wordt er al een begin gemaakt. Maar ook met muziek of karaoke, eten, dialoogsessies, een buurtfeest of buurtborrel, of juist via de kinderen op school; het zijn allemaal voorbeelden hoe gemeenschappen dichter bij elkaar kunnen worden gebracht. Wij willen voor die Eindhovense brug tussen nieuwe en oude Eindhovenaren zorgen, en dat kunnen inwoners niet alleen. Daarom hebben wij het college opgeroepen om extra inspanningen te verrichten om verbinding tussen Eindhovenaren te stimuleren. Lees hier het overgenomen voorstel.

Dat Eindhoven steeds belangrijker wordt, merken we aan de afspraken tussen Den Haag en Eindhoven over investeringspakketten van 1,6 miljard in 2022 en 2,51 miljard in 2024, en aan het besluit om zo’n 50 hectare grond gereed te maken voor AMSL. Grote besluiten, maar je vergeet bijna dat voor veel inwoners het dagelijkse leven gewoon in een van de 109 buurten afspeelt. Juist daarom moeten we in de buurt volop in blijven investeren, zodat Eindhovenaren daar met heel veel plezier blijven wonen. Neem bijvoorbeeld het wijkwinkelcentrum; dat is een belangrijke plek voor inwoners waar je dichtbij de boodschappen kunt halen die je nodig hebt. Toch zijn er genoeg winkelcentra waar het er maar troosteloos uitziet. In de detailhandelsnota is dit ook geconstateerd. De kwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte moet bij veel winkelcentra omhoog. Het winkelaanbod is er prima, maar de ruimte eromheen, die is echt niet meer van deze tijd. En er liggen tal van kansen, op het gebied van bereikbaarheid, parkeren, vergroening. Maar die kansen moeten wel vervuld worden. Jarenlang horen wij die wens erg sterk bij onder andere het Biarritzplein en het Nederlandplein. Daarom hebben wij het voorstel gedaan om in de Achtse Barrier en de Woenselse Heide, en waar het kan nog meer, de wijkwinkelcentra op te frissen. Dit voorstel is overgenomen. De komende tijd gaat de gemeente samen met vastgoedeigenaren en ondernemers een plan opstellen hoe aan de randvoorwaarden voor een aantrekkelijk winkelgebied in het Biarritzplein en Nederlandplein kan worden voldaan, de benodigde investeringsmiddelen hierbij in kaart te brengen en een voorstel voor dekking te doen bij de begroting 2026.

We merken daarnaast dat er genoeg wijken zijn, waar het er steeds sleetser uit begint te zien. Neem bijvoorbeeld een aantal wijken in Woensel-Noord die bijna allemaal op hetzelfde moment zijn gebouwd, waar je als je er rondloopt merkt dat het stilletjes begint te verloederen of verpauperen. We hebben als gemeente daar nog geen aanpak op, omdat we vooral gericht zijn op gebieden waar woningbouw mogelijk is. Maar wat het CDA betreft, houden wij oog voor de leefbaarheid van alle wijken en investeren we daar óók strategisch. Dat kunnen we doen door bijvoorbeeld samen met inwoners een lange termijnvisie voor de buurt op te stellen (wat is daar nodig?) met vervolgens een gefaseerde aanpak. In kernen wordt dat wel een wijk- of dorpsontwikkelingsplan genoemd. Het college is dit met ons eens, en start in 2025 nog met een nieuwe werkwijze, op ons verzoek in Woensel-Noord.

Wat ook beter moet, is het beheer en het onderhoud van het groen in de wijk. Onze inwoners merken steeds vaker dat er te weinig gesnoeid en gemaaid wordt en dat het er niet netjes uitziet. Om aan het kwaliteitsniveau te voldoen, stelt het college stelt extra middelen voor, en wij lezen dat dat vooral voor het nieuwe groen in onze binnenstad is. Maar wij willen dat er juist meer aandacht komt voor het beheer en onderhoud van groen in de wijken. Indien er bij de begroting meer geld beschikbaar is, wordt er met voorrang naar de wijken gekeken. Ook inwoners kunnen helpen bij het onderhouden van het groen in de wijk, zoals met Adopteer een Straat; dat moet verder gestimuleerd worden.

Het gaat óók in een grote stad juist vaak om de kleinere dingen die voor veel inwoners ertoe doen. Neem de uitbreiding van het aantal bezoekersuren, van 200 uur naar 250 uur, dat betekent veel. Familie en vrienden kunnen zo vaker gezellig even langskomen; en dat is goed voor het wij-gevoel in de samenleving. Of dat er middelen worden vrijgemaakt voor de zesde bibliotoop of voor een extra kunstgrasveld. Goed nieuws! Wel mogen er nog meer openbare sportplekken in de stad komen; op ons verzoek komt het college hier binnenkort op terug hoe dit er in 2026 concreet uitziet. Het Eindhovens erfgoed dat we hebben, daar zijn Eindhovenaren trots op. Kunnen we die dan ook bijvoorbeeld ’s avonds meer in het licht zitten en letterlijk uitlichten, vroegen we? Ja, was het antwoord: het college gaat aankomend jaar met ten minste één kerk aan de slag.

In deze kadernota worden ook forse investeringen voorgesteld, op het gebied van veiligheid en bereikbaarheid. Het zijn voorstellen die wij omarmen. Want neem de brandweer, die staan onder druk en willen wij dat wij goed beschermd worden en dat branden, rampen en crises bestreden worden. Maar ook de autobereikbaarheid. De doorstroming op de Ring en belangrijke uitvalswegen moet verbeterd worden en voor het eerst ligt er een groots investeringspakket om hier groene golfen te maken. Daar maken we structureel geld voor vrij. Wij kijken uit naar de concrete plannen van het gedeelte Kanaalzone/Geldropseweg, de kruising Aalsterweg tot aan de Bonifaciuslaan en de Noordoostkant, namelijk de Berenkuil en de Kennedylaan en de aansluiting op de Ring.

Tot slot, de groei van de stad, betekent ook wat voor de groei van de ambtelijke organisatie. Voorgesteld wordt om voor de komende jaren meer te investeren in de uitvoerende functies. Dat klinkt goed, maar wij bedoelen dan de gebiedscoördinator, de wijk-GGD’er, de baliemedewerker, maar zeker ook de BOA’s. Medewerkers die in direct contact staan met onze inwoners. Wij gaan ervanuit dat de aangenomen motie 1 boa op 5000 inwoners hierbij wordt betrokken. Dit zei de burgemeester toe. Wij wilden daarnaast geïnformeerd worden hoe het college deze middelen concreet gaat inzetten. Ook dat werd toegezegd door het college.