26 oktober 2020

Begrotingsbijdrage CDA Gooise Meren: Niemand wordt ontzien

Niemand wordt ontzien

 

In deze tijd van coronacrisis mag van een ieder verwacht worden dat hij/zij een steentje bijdracht in een constructief mogelijke omgang met deze voor iedereen moeilijke periode.

Binnen elke sociale geleding vallen slachtoffers, worden offers gevraagd, wordt empathie en medewerking verwacht. Kortom; omzien naar elkaar en rekening houden, je aanpassen aan, allemaal in deze tijd noodzakelijke gedragingen. Want de bestrijding van het coronavirus staat en valt met gedrag.

Een beroep doen op gedragsinspanning lijkt wel het aller moeilijkst. Het doet een beroep op de bereidheid om in te leveren en met name op het vrijwillig afstand doen van……. en dat is o zo moeilijk. Daar waar velen door de coronaomstandigheden gedwongen have en goed zijn kwijt geraakt, of dit dreigen kwijt te dragen door de coronamaatregelen, zien we helaas andere groeperingen van jong tot oud respectloos en blijkbaar onverschillig hiermee omgaan.

Wij moeten voorkomen dat mensen kiezen voor terreur. Dit geldt voor islamitisch extremisme dat nu actueel is, maar ook voor radicalisering van bijvoorbeeld extreem-rechts of extreem-links. Inwoners moeten weten waar ze met hun zorgen naar toe kunnen als zij zien dat iemand in hun omgeving radicaliseert. Hiervoor wil het CDA een goed vindbaar meldpunt radicalisering. Daardoor kan radicalisering in een vroeg stadium worden aangepakt.

 

 

4) programma ruimtelijke ontwikkeling, wonen

 

De verwoording ‘kopen-om-te-­verhuren’ is misleidend. Verhuren is immers het doel niet. Het doel is ­vermogen laten renderen. Het is een oplossing voor een luxeprobleem: wat moet ik met al mijn geld? Maar deze oplossing creëert voor starters een reëel en fundamenteel probleem. Niet-starters die een ­woningen kopen om ze te verhuren aan starters (die eigenlijk die woning liever gekocht hadden) om zo hun vermogen te vergroten terwijl die starters te veel betalen (huren is duurder dan kopen) en zelf dus niet dat vermogen kunnen opbouwen.

Veel starters huren noodgedwongen in de vrije sector. Ze komen niet in aanmerking voor een woning van een corporatie (daarvoor verdienen ze te veel en ze hebben geen prioriteit), maar kunnen ook niet kopen (daarvoor verdienen ze te weinig en ze worden uit de markt gedrukt door beleggers).

Dit is een belangrijke oorzaak van de grote vraag naar huurwoningen in de vrije sector. In de vrije sector is het aanbod inderdaad kleiner dan de vraag, maar beleggers die woningen kopen om te verhuren, helpen daar helemaal niets aan.

Er zit nog een ander ethisch bezwaar aan vast. De grootste bijdrage in de opbouw van particulier vermogen is woningbezit. De beleggers die momenteel de woningmarkt voor starters verzieken, hebben zelf ooit het geluk gehad dat ze een huis hebben kunnen kopen. Nu ontnemen ze starters die kans. Het huisjesmelken van starterswoningen werkt de concentratie van vermogen in de hand en vergroot de kloof tussen arm en rijk.

Een dak boven je hoofd is wat mij betreft een grondrecht. Het lijkt mij een van de meest fundamentele ­taken van een gemeente om haar inwoners te huisvesten in betaalbare woningen. Een eerlijke kans is ook een grondrecht. Huizen kopen om ze te verhuren, vergroot de ongelijke verdeling van welvaart in Nederland.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.