16 maart 2013

Vragen aan Rutte over Erdogan

Dit zijn de vragen die de CDA fractie vrijdag 12 uur gesteld heeft aan Rutte over het bezoek van Erdogan. Ze moeten dinsdag om 12 uur beantwoord zijn zodat we nog in debat kunnen met Rutte over het bezoek van Erdogan.
Welke bedoeling Rutte nu met het bezoek heeft blijft overigens volstrekt onduidelijk.  

Inbreng van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de Minister-President zijn collega Minister-President Erdoğan van Turkije volgende week in Nederland ontvangt op een bezoek. Graag vernemen zij van het kabinet wanneer dat bezoek gepland is en wat het precieze programma van het bezoek is en wanneer dat is/wordt vastgesteld.

De leden van de CDA-fractie zijn zeer bezorgd over de situatie in Syrië en de berichten over ondersteuning van de rebellen door Turkije en de mogelijke bewapening door Turkije. Heeft de Nederlandse regering op enig moment contact gehad met de Turkse regering om te vragen of zij rebellen op haar grondgebied traint en/of bewapent? De Nederlandse militairen en de Nederlands patriotsystemen zijn in Turkije aanwezig ter bescherming van de Turkse burgerbevolking. De afgelopen maanden zijn er protesten geweest, met name bij de Duitse patriotsystemen. Is de regering bereid om premier Erdoğan te vragen om ook expliciet duidelijk te maken in Turkije zelf dat deze Patriotsystemen daar zijn ter bescherming van zijn bevolking en dat hij dat steunt? En heeft premier Erdoğan al een werkbezoek gebracht aan de Nederlandse, Duitse en/of Amerikaanse militairen of acht hij een werkbezoek aan de Islamitische Universiteit van Rotterdam veel urgenter?

De leden van de CDA-fractie zijn bezorgd over de denigrerende uitlatingen van premier Erdoğan over christelijke en homoseksuele pleeggezinnen. Turkse media melden uitgebreid dat premier Erdoğan de Nederlandse opvang van pleegkinderen met een Turkse en Nederlandse nationaliteit aan de orde zal stellen bij zijn bezoek aan Nederland. Is het kabinet bereid het antwoord dat de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaf op schriftelijke vragen van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (D66), namelijk “De Turkse regering heeft geen zeggenschap over pleegkinderen in Nederland met de Turkse nationaliteit.” (Aanhangsel bij de Handelingen nr. 152) letterlijk te herhalen tijdens het gesprek met premier Erdoğan? Kan het kabinet verder aangeven welke gesprekken er gepland staan tussen Nederlandse ambtenaren en de parlementaire onderzoekscommissie inzake pleegkinderen vanuit Turkije en welke al hebben plaatsgevonden en de Tweede Kamer informeren over de gespreksverslagen/gesprekslijn terzake. Deze leden verzoeken tot slot de op 4 maart jl. ingezonden schriftelijke vragen van de leden Keijzer en Omtzigt hierover samen met deze vragen te beantwoorden.

De leden van de CDA-fractie merken op dat religieuze minderheden in Turkije op geen enkele wijze gelijke rechten hebben. Zij wijzen op het Halki seminarie, dat nog altijd niet heropend is en op het Syrisch-Orthodoxe klooster Mor Gabriel, waarvan grond onteigend wordt. De Kamer heeft hierover een initiatiefnota aangenomen, waarvan de conclusies nu dus het officiële Nederlandse beleid zijn. Op welke wijze zal het kabinet godsdienstvrijheid in Turkije aan de orde stellen in het gesprek?

Mensen met een dubbele nationaliteit, Nederlands en Turks, hebben grote moeite om hun Turkse nationaliteit op te geven wanneer zij ervoor kiezen om alleen de Nederlandse nationaliteit aan te houden. Is het kabinet bereid er bij de Turkse regering op aan te dringen dat de Turkse ambassade en het Turkse consulaat een eenvoudige procedure, gratis of tegen kostendekkende leges, aanbieden, om de Turkse nationaliteit op te geven?

Op welke wijze zal het kabinet uitvoering geven aan de motie-Rouvoet inzake de Armeense genocide?

Is het kabinet bereid een verslag van de gesprekken met premier Erdoğan en de Turkse delegatie aan de Kamer te doen toekomen na afloop van het bezoek?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.